Grammatica 24-5-'21

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Samengestelde zinnen

Slide 2 - Tekstslide

Hij zegt dat hij het niet heeft gedaan.

Slide 3 - Tekstslide

De zin is...
A
nevenschikkend
B
onderschikkend

Slide 4 - Quizvraag

Hij zegt dat hij het niet heeft gedaan.
Hij zei dat hij het niet had gedaan. 

Slide 5 - Tekstslide

Samengestelde zinnen
-Hoofdzin: persoonsvorm en onderwerp staan naast elkaar in de zin. 

Ik heb geen zin en ik ga dat ook echt niet doen. 


-Bijzin: persoonsvorm en onderwerp staan uit elkaar. Alle werkwoorden staan aan het einde van de zin. 

Ik ga naar huis, omdat ik huiswerk moet maken. 

Slide 6 - Tekstslide

Samengestelde zinnen
Nevenschikkend
Onderschikkend

Slide 7 - Tekstslide

Samengestelde zinnen
Nevenschikkend
Onderschikkend
-Twee hoofdzinnen. De persoonsvorm en het onderwerp staan naast elkaar.
-De zinnen staan gelijk aan elkaar.
- En, of, maar, dus en want zijn altijd nevenschikkende voegwoorden. 

Slide 8 - Tekstslide

Samengestelde zinnen
Nevenschikkend
Onderschikkend
- Er is één hoofdzin en één of meerdere bijzinnen.
- De hoofdzin is belangrijker dan de bijzin. 
- Alle overige voegwoorden zijn nevenschikkend. 
-Twee hoofdzinnen. De persoonsvorm en het onderwerp staan naast elkaar.
-De zinnen staan gelijk aan elkaar.
- En, of, maar, dus en want zijn altijd nevenschikkende voegwoorden. 

Slide 9 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Scan de QR-codes. Lees de tekst en kijk de filmpjes over samengestelde zinnen. 

Maak opdracht 1 t/m 5. 

Slide 10 - Tekstslide