Les 1Project Taal en communicatie onstaan van taal

Project communicatie
Welke onderwerpen komen aan bod?

Week 1: - Het ontstaan van taal
Week 2: - Het communicatiemodel/ prototypering
Week 3: - Woorden doen er toe/framing
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Project communicatie
Welke onderwerpen komen aan bod?

Week 1: - Het ontstaan van taal
Week 2: - Het communicatiemodel/ prototypering
Week 3: - Woorden doen er toe/framing

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
- Je hebt inzicht gekregen hoe taal is ontstaan. Hoe er verschillen tussen  
   talen ontstaan en hoe kinderen taal verwerven.
- Je kunt uitleggen hoe het communicatiemodel werkt.
- Je bent je ervan bewust dat de manier waarop je iets zegt ertoe doet.
- Je kunt je woordkeuze laten afhangen van de boodschap die je wilt
   overbrengen.
- Je kunt uitleggen wat prototypering is
- Je kunt uitleggen wat framing is.

Slide 2 - Tekstslide

Deze lessenserie wordt afgesloten met een eindopdracht. Deze opdracht maak je in duo's. Met je partner kies je één van de volgende opdrachten:

  •     Maak twee filmpjes over hetzelfde product. In het ene filmpje bedenk je een frame en je gebruikt dit frame; in het andere  filmpje blijf je neutraal. Maak de (opzet van) filmpjes en beschrijf de verschillen.
  • Maak een fotoverhaal (tenminste 10 foto's) waarin er iets misgaat op het gebied van communicatie. Onder de foto's leg je uit wat er mis gaat. Je gebruikt hiervoor de termen uit de communicatieleer: zender boodschap, ontvanger, medium, ruis. verbaal non-verbaal eenzijdig - tweezijdig.
  • Verzin een nieuw product en maak hiervoor een reclameposter. Schrijf  bij je poster een toelichting en leg uit hoe je gebruik hebt gemaakt van framing.
  • Doe onderzoek naar de aanwezigheid van framing en het effect van framing in reclames voor ‘groene’ producten. Benadrukt een product zijn groene eigenschappen, of (indirect) de schadelijke eigenschappen van een concurrerend product? Betekent Fair Trade dat alle andere producten ‘Unfair’ Trade zijn? Beschrijf je onderzoeksvraag, beschrijf welke producten je hebt onderzocht en beschrijf je uitkomsten. Maak hiervan een samenhangend onderzoeksverslag (tenminste 2 blz  A4)
  • Doe onderzoek naar de Friese taal. Hoe is deze ontstaan? Waarom is het een taal en geen dialect? Hoe zit het met de taalontwikkeling van het Nederlands bij Friezen? enz. Maak hiervan een samenhangend onderzoeksverslag. (tenminste 2 blz. A4
Je levert je opdracht uiterlijk 24 maart in, via Magister.me.
I
Eindopdracht

Slide 3 - Tekstslide

Het ontstaan van taal les 1

Slide 4 - Tekstslide

Dit is de toren van Babel.
Dit is een bijbels verhaal.
De mensen wilden een toren maken die tot aan de hemel reikte zodat ze beroemd zouden worden. God strafte hen voor hun hoogmoed door ervoor te zorgen dat ze elkaar niet meer konden verstaan.

Slide 5 - Tekstslide

Het ontstaan van taal
  • Moeilijk te achterhalen;
  •  Schattingen lopen uiteen van 50.000 tot maar liefst twee miljoen jaar 
      geleden;
  • Taalwetenschapper Noam Chomsky, denkt dat taalvermogen ineens is
     ontstaan door een genetische mutatie ;




  •  Veel andere wetenschappers zijn ervan overtuigd dat taal geleidelijk geëvolueerd is uit de communicatie van dieren

Slide 6 - Tekstslide

Vertaal de volgende Engelse zin woord voor woord: I know he likes coffee a lot. Wat valt je op?

Slide 7 - Open vraag

  •  Andere wetenschappers zijn ervan overtuigd dat taal geleidelijk geëvolueerd is uit de communicatie van dieren, en dat ook de voorouders van de homo sapiens al konden praten. Daarbij baseren onderzoekers zich onder andere op vergelijkingen tussen het brein van de mens en dat van mensapen. 

Slide 8 - Tekstslide

Het onderzoek naar de oorsprong van taal is moeilijk                  geen fysieke sporen.
  Daarom: afvragen waarom we taal nodig hebben:
  1.  dingen uit onze omgeving, zoals planten en dieren,  benoemen en categoriseren. 
  2.  plannen  maken, sociale netwerken opbouwen en elkaar dingen te leren.
        symbolisch denken: een manier van denken waarbij we een woord, of bijvoorbeeld een tekening, gebruiken om iets anders aan te duiden.

Slide 9 - Tekstslide

Op het moment dat de mens symbolen (zoals grottekeningen, of sieraden) gaat gebruiken om dingen uit te beelden, moet taal dus ook al hebben bestaan, denken veel onderzoekers. Daarmee dateren ze de eerste taal op zo’n 100.000 jaar geleden.

Slide 10 - Tekstslide

Schrijf twee woorden op die belangrijk voor je zijn

Slide 11 - Open vraag

Andere wetenschappers denken dat het ontstaan van taal nog veel verder teruggaat. Volgens hen moeten de neanderthalers ook al hebben kunnen praten. Zij leefden in groepen, bewaarden voedsel en gebruikten stenen gereedschappen die ze volgens bepaalde regels maakten. Het zou best  kunnen dat zij voor dat alles taal nodig hadden. 

Slide 12 - Tekstslide

Lang denkt men dat Neanderthalers niet konden praten. De vondst van een tongbotje veranderde dit idee. Sommige wetenschappers denken daarom dat taal meer dan een miljoen jaar geleden is ontstaan. Hiervoor is nog geen overtuigend bewijs

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Stamboom voor talen

Slide 15 - Tekstslide

Door woorden uit verschillende talen met elkaar te vergelijken, kunnen vroegere vormen gereconstrueerd worden

Slide 16 - Tekstslide

Nederlands     vader      broer          naam

Oud-Indisch    pitar        bhratar      naman 

Grieks
                 pater      phrater       onoma 

Latijn
                   pater      frater          nomen 

Frans
                   père       frère            nom 

Duits
                    Vater     Bruder        Name 

Engels
                 father   brother       name 

Slide 17 - Tekstslide

Taalverandering
Talen blijven veranderen.  Lees het artikel: is het erg dat taal verandert (Link op volgende dia) en leg in ongeveer 150 woorden uit waarom talen blijven veranderen. Noem hiervoor tenminste drie oorzaken.  Geef  ook antwoord op de vraag of jij het erg vindt dat het Nederlands verandert? Je levert je antwoord in via de opdracht in Magister.me
De tekst vind je ook bij de opdracht op Magister.me

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link