H3 afrondende les doel 3 t/m 5 (incl. oefentoets)

En route!
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

En route!

Slide 1 - Tekstslide

Doelen- en toetsoverzicht periode 2
1. Ik kan de woorden en zinnen die te maken hebben met 'le camping' correct vertalen (NF/FN) 

2. Ik kan de woorden en zinnen die te maken hebben met 'reizen' correct vertalen (NF/FN) 

3. Ik kan van leesteksten (A2-niveau) over 'reizen' de belangrijkste informatie benoemen 

4. Ik kan de passé composé met het juiste hulpwerkwoord correct gebruiken voor de regelmatige werkwoorden -er, -ir, -re en de onregelmatige werkwoorden avoir, être, faire en prendre 

5. Ik kan een lijdend voorwerp in een Franse zin vervangen door le, la, l' of les (persoonlijk voornaamwoord) 
2. SO 'le camping' (taaldorpboekje)


2.  GL3ABEF; 3CG
3. GL3BF/ LB extra
4. GL3D/ LB extra
6. GL3H/ LB extra


REPETITIE doel 2 t/m4 (+SO huiswerkcheck)

Slide 2 - Tekstslide

Wat doen we vandaag?
Oefentoets doel 2 t/m 4
gebruik je (e-)boek


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

doel 3
Ik kan de woorden en zinnen die te maken hebben met 'reizen' correct vertalen (NF/FN) 

Slide 5 - Tekstslide

Vertaal de woorden:
[1p] (In het voorjaar) ______________, on va à la mer.
A
en hiver
B
au printemps
C
en été
D
en automne

Slide 6 - Quizvraag

Vertaal de woorden:
[1p] Je parle déjà un peu (Arabisch) ______________.
A
l'arabique
B
l'arabasque
C
l'arabe
D
l'arabesque

Slide 7 - Quizvraag

Aujourd'hui, on va ___________ mes grands-parents.
On prend le train à _____________ centrale de Lyon
L'heure de _____________ est à midi
Mes grands-parents habitent dans _____________ calme de Paris
Ils habitent ________________ restaurant de mon oncle
la gare
un quartier
départ
en face du
rendre visite à

Slide 8 - Sleepvraag

Tu vas où? 
(geef bestemming én vervoermiddel)

Slide 9 - Tekstslide

Tu vas où? (geef bestemming én vervoermiddel)

Slide 10 - Open vraag

doel 4
Ik kan van leesteksten (A2-niveau) over 'reizen' de belangrijkste informatie benoemen  

Slide 11 - Tekstslide

Wanneer kwam Sébastien op het idee om fotograaf te worden? 

Slide 12 - Tekstslide

Wanneer kwam Sébastien op het idee om fotograaf te worden?
A
Toen hij fotografen bij een atletiektoernooi zag.
B
Toen hij een fotograaf bij een voetbalwedstrijd zag.
C
Toen hij foto’s van de Tour de France maakte.

Slide 13 - Quizvraag

doel 5
Ik kan de passé composé met het juiste hulpwerkwoord correct gebruiken voor de regelmatige werkwoorden -er, -ir, -re en de onregelmatige werkwoorden avoir, être, faire en prendre 

Slide 14 - Tekstslide

Vervoeg de regelmatige werkwoorden in de p.c. (avoir = hulpww)
Tu (passer) _____ _______ tes vacances en France?

Slide 15 - Open vraag

Vervoeg de regelmatige werkwoorden in de p.c. (être = hulpww)
Ma soeur (aller) _____ _______ avec nous.

Slide 16 - Open vraag

Vervoeg de onregelmatige werkwoorden in de p.c. (avoir = hulpww)
Je/ j' (être) _________ ____________ en Suisse pendant les vacances

Slide 17 - Open vraag

Au travail: 
les devoirs 
Faire: 
  • afronden: alle opdrachten A t/m G (zie SOMtoday)
  • vragen stellen over hfst 3

Apprendre: 
  • Grandes Lignes chapitre 3CG (slim stampen/ Learnbeat)
  • Grandes Lignes chapitre 3ABEF (slim stampen/ Learnbeat)
  • Grandes Lignes chapitre 3D (slim stampen)
doel 3 t/m 5

Slide 18 - Tekstslide

Doel bereikt?
Ik beheers de doelen 3 t/m 5


Slide 19 - Tekstslide

Ik beheers de doelen 3 t/m 5
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Au revoir!

Slide 21 - Tekstslide