In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
http://www.destaatsschuldmeter.nl
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Wat is waar?
A
Prinsjesdag bestaat al 220 jaar
B
De Glazen Koets rijdt de Koning en Koningin naar de Ridderzaal
C
Dit jaar spreekt Koning Willem-Alexander de Troonrede voor de vierde keer uit
D
De Gouden Koets rijdt de Koning en Koningin naar de Ridderzaal
Slide 4 - Quizvraag
Wat is waar? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Prinsjesdag is elk jaar op dezelfde datum
B
Op prinsjesdag dragen bijna alle aanwezige vrouwen een hoed (in d
C
Bij de Glazen Koets van de Koning horen acht paarden en acht lakeien.
Slide 5 - Quizvraag
Belasting die je betaalt over drank, sigaretten en benzine noemen we:
Slide 6 - Open vraag
Wist je dat?
de traditie met het koffertje in 1947 begon?
deze traditie werd overgenomen uit Engeland?
het huidige koffertje sinds 1964 wordt gebruikt?
de minister van Financiën het koffertje aanbiedt aan de voorzitter van de Tweede Kamer?
Slide 7 - Tekstslide
Wist je dat?
de Minister van Financiën op Prinsjesdag met een koffertje rondloopt?
de rijksbegroting en de Miljoenennota in het koffertje zitten?
hierin staat wat de plannen van de regering kosten en hoe ze betaald worden?
Slide 8 - Tekstslide
Wat zit er niet in het Prinsjesdag-koffertje?
A
De Troonrede
B
De rijksbegroting
C
De Miljoenennota
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Video
Wat zijn inkomsten voor de overheid? (meerdere antwoorden zijn mogelijk)
A
Alcohol
B
Bekeuring
C
Benzine
D
Computer
Slide 11 - Quizvraag
Wat zijn uitgaven voor de overheid? (meerdere antwoorden zijn mogelijk)
A
Loonstrook
B
Politie
C
School
D
Snelweg
Slide 12 - Quizvraag
Rijksbegroting
Een overzicht van alle inkomsten en uitgaven van de overheid. De rijskbegroting bestaat uit de begrotingen van alle ministers en beantwoordt deze vragen:
wat willen we bereiken?
wat gaan we daarvoor doen?
wat gaat dat kosten?
Slide 13 - Tekstslide
Miljoenennota
Een toelichting op de rijksbegroting. De Miljoenennota beantwoordt vragen zoals:
wat zijn de belangrijkste plannen?
wat gaan die plannen kosten?
Slide 14 - Tekstslide
Belastingplan
Een fiscaal wetsvoorstel. Hierin worden ieder jaar de voorgenomen wijzigingen voor de belastingwetten gepresenteerd. Het Belastingplan beantwoord deze vraag:
wat voor financiële gevolgen hebben de belatingsplannen voor mij?
Slide 15 - Tekstslide
Wat is waar? (meerdere antwoorden zijn mogelijk)
A
Hoe meer de overheid leent, hoe minder de staatsschuld wordt
B
in een begroting staat hoeveel geld er binnenkomt en wordt uitgegeven
C
Als de overheid geld tekort komt, kan dat opgelost worden door
te bezuinigen
Slide 16 - Quizvraag
Hoe kan Nederland bezuinigen?
Slide 17 - Open vraag
In Nederland leven we in een democratie. Wat betekent democratie?
A
Alle volwassen mensen mogen meedenken en meebeslissen over ons land. Dat doen ze door te stemmen tijdens de verkiezingen.
B
De Koning is de baas van Nederland. De regering luistert naar wat hij zegt en voert zijn plannen uit.
C
Bij elk besluit dat de regering neemt, wordt er overlegd met het volk, iedereen mag zijn stem uitbrengen over elk plan.
Slide 18 - Quizvraag
In welk jaar is de traditie met het koffertje begonnen?
A
1944
B
1947
C
1974
D
1977
Slide 19 - Quizvraag
Wie bepaalt wat er met Nederland gebeurt?
A
De minister van Financiën
B
De minister-president
C
Het volk en de volksvertegenwoordiging
D
De Koning
Slide 20 - Quizvraag
Wanneer reageert de Tweede Kamer op de plannen van de regering?
A
Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen
B
Tijdens Prinsjesdag
C
Tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen
Slide 21 - Quizvraag
Alle Kamerleden en staatssecretarissen zorgen ervoor dat de plannen uit het regeerakkoord zo goed mogelijk worden uitgevoerd.
A
Dit is waar
B
Dit is niet waar
Slide 22 - Quizvraag
Hoe noemen we de stoelen in de Tweede Kamer
Slide 23 - Open vraag
Het regeerakkoord is een wetboek waarin staat wat je wel en niet mag doen.
A
Dit is waar
B
Dit is niet waar
Slide 24 - Quizvraag
Van welk land werd de traditie met het koffertje overgenomen?
A
België
B
Duitsland
C
Engeland
D
Frankrijk
Slide 25 - Quizvraag
Een plan waarin staat hoe geld verdiend wordt en waaraan het wordt uitgegeven, noem je een begroting.
A
Dit is waar
B
Dit is niet waar
Slide 26 - Quizvraag
Hoeveel zetels hebben de partijen die het land besturen minimaal nodig?