Je kan in je eigen woorden uitleggen wat een huishouden, een lat-relatie en alleenstaand inhoud.
Je kan het begrip emancipatie in je eigen woorden uitleggen
Je kan het begrip rolgedrag in je eigen woorden uitleggen
Je kan minimaal 2 voorbeelden noemen wat vroeger 'normaal' was (hoe de rolverdeling was tussen man en vrouw) en minimaal 2 voorbeelden noemen wat nu 'normaal' is.
Je kan het verschil uitleggen tussen je recht en je plicht
Slide 2 - Tekstslide
Vandaag
Theorie (yeah, leuk)
Vandaag in de les moet af zijn paragraaf 5.1 en 5.2!
Zelfstandig aan het werk met paragraaf 5.1 t/m 5.3
Slide 3 - Tekstslide
2. het huishouden doen
Lesdoelen
Je weet wat zorgtaken zijn en kan minimaal 2 benoemen
Je kan in je eigen woorden uitleggen wat huisstofmijt is en waarom het belangrijk is om je kamer schoon en opgeruimd te houden
Je kan in je eigen woorden uitleggen hoe je handig schoon kan maken
Slide 4 - Tekstslide
2. het huishouden doen
In het huishouden heb je verschillende zorgtaken. Zorgtaken zoals: boodschappen doen, koken, je kamer opruimen, lopen met de hond etc. Om de zorgtaken in een planning te zetten, kan je ze het beste uitvoeren.
Slide 5 - Tekstslide
Planning zorgtaken
Slide 6 - Tekstslide
Opgeruimde kamer?
Wie in deze klas heeft een opgeruimde kamer?
Wie is netjes en schoon van zichzelf?
Slide 7 - Tekstslide
Huisstofmijt
Huisstofmijten zijn onzichtbaar klein en houden van donkere vochtige plekken. Ze eten graag huidschilfers van onze huid. Als je allergisch bent voor huisstofmijt dan heb je moeite met ademen of krijg je rode/ruwe plekken op de huid.
Slide 8 - Tekstslide
Zo maak je handig schoon!
Slide 9 - Tekstslide
3. de was doen
Lesdoelen
Je kan in je eigen woorden uitleggen wat natuurlijke en synthetische vezels zijn
Je weet hoe de was gesorteerd moet worden en welke wasmiddel hiervoor wordt gebruikt
Je begrijpt de was-aanwijzingen die vermeld worden in het etiket
Slide 10 - Tekstslide
Kleding
Vezels: kleine dunne draadjes
Draad: vezels vormen samen een draad
Stof: deze draden vormen samen een stof
Slide 11 - Tekstslide
Natuurlijke vezels
Planten:
katoen
linnen
Dieren:
wol
zijde
Synthetische vezels
Aardolie:
nylon
polyester
Slide 12 - Tekstslide
Eigenschappen stoffen
Katoen: lekker zacht en soepel. Neemt veel vocht op maar blijft lang nat. Katoen laat veel lucht door (koel)
Wol: wol houd je lekker warm maar zelf op een warme dag zou je het niet te heet krijgen. Neemt veel vocht op
Nylon: nylon neemt bijna geen vocht op. Nylon houd je niet warm en is heel licht. Nylon kleding blijft in vorm (komen bijna geen kreukels in
Slide 13 - Tekstslide
Was sorteren
Witte was: witte kleding
Bonte was: gekleurde kleding
Fijne was: kledingstukken die kwetsbaar zijn (wol)
Let ook bij het wassen op de tempratuur
Slide 14 - Tekstslide
Wasmiddelen
Witwasmiddel: witte maar ook lichtgekleurde was
Bonte wasmiddel: gekleurde was
Fijne wasmiddel: wol en andere fijne was
Totaalwasmiddel: is goed voor alle was
Slide 15 - Tekstslide
Aan de slag!
Jullie gaan zelfstandig aan het werk met:
Paragraaf: 5.1
Paragraaf: 5.2 en 5.3
Paragraaf 5.1 en 5.2 moeten vandaag af zijn!
Slide 16 - Tekstslide
Terugblik paragraaf 5.2
Je weet wat zorgtaken zijn en kan minimaal 2 benoemen
Je kan in je eigen woorden uitleggen wat huisstofmijt is en waarom het belangrijk is om je kamer schoon en opgeruimd te houden
Je kan in je eigen woorden uitleggen hoe je handig schoon kan maken
Slide 17 - Tekstslide
Terugblik paragraaf 5.3
Je weet wat zorgtaken zijn en kan minimaal 2 benoemen
Je kan in je eigen woorden uitleggen wat huisstofmijt is en waarom het belangrijk is om je kamer schoon en opgeruimd te houden
Je kan in je eigen woorden uitleggen hoe je handig schoon kan maken