Tekst 1 Vakantiebericht.

Tekst 1 Vakantiebericht.
Begrijpend lezen, wat is dat?

* 15 minuten stil lezen + vragen
* moeilijke woorden
* Antwoorden

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
ISKISK

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Tekst 1 Vakantiebericht.
Begrijpend lezen, wat is dat?

* 15 minuten stil lezen + vragen
* moeilijke woorden
* Antwoorden

Slide 1 - Tekstslide

timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

Snorkelen (ww)
* Een ding waardoor je kan ademen onder water.
* Werkwoord
* Ik snorkel - Wij snorkelen
Zin: Wij gaan snorkelen in de zee


Slide 3 - Tekstslide

Gezellig
* Het heel erg leuk hebben.
* Samen met vrienden is het gezellig.
Zin: Het feest op school was gezellig.

Slide 4 - Tekstslide

heerlijk
* Het heel erg lekker of heel erg goed.
Zin: Het eten is heerlijk.
Zin: Ik heb heerlijk geslapen.

Slide 5 - Tekstslide

Waterglijbaan
* iets waarvan je af kan gaan. Deze glijbaan heeft water.

Zin: In het zwembad is een waterglijbaan.

Slide 6 - Tekstslide

Examen
* Een belangrijke toets.

Zin: Op Woensdag hebben wij een examen.

Slide 7 - Tekstslide

Waar gaat tekst 1 Vakantiebericht over?
A
Een leuke vakantie in Egypte.
B
Een zusje op de waterglijbaan.
C
Leren en examen doen.

Slide 8 - Quizvraag

Wie krijgt vakantiebericht?
A
Anwar.
B
Lieke.
C
Laila.

Slide 9 - Quizvraag

Wie is er op vakantie?
A
Lieke
B
Anwar
C
Het zusje van Lieke.

Slide 10 - Quizvraag

Wat gaat Lieke morgen waarschijnlijk doen?
A
Lieke gaat snorkelen en visjes kijken onder water.
B
Lieke gaat leren voor een examen.
C
Lieke gaat van de waterglijbaan.
D
Lieke gaat een examen doen.

Slide 11 - Quizvraag

Hoe lang duurt de vakantie van Anwar?
A
Eén week.
B
Volgende week
C
Twee weken

Slide 12 - Quizvraag

Lieke is ook op vakantie.
A
Waar.
B
Niet waar.

Slide 13 - Quizvraag

Welke woorden horen bij de tekst.
A
Egypte, zwemmen en snorkelen, lekker weer, zusje van Anwar.
B
Zwembad en zee, moeder van Anwar, zusje van Anwar.
C
Leren voor examen, Egypte, broer van Anwar, zwemmen en zee.

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de goede volgorde
A
1. Anwar is op vakantie in Egypte. 2. Morgen gaat Anwar snorkelen. 3. Daar eet Anwar elke avond buiten. 4. Anwar is volgende week weer thuis.
B
1. Morgen gaat Anwar snorkelen. 2. Anwar is op vakantie in Egypte. 3. Anwar is volgende week weer thuis. 4. Daar eet Anwar elke avond buiten.

Slide 15 - Quizvraag

Vraag 9: Wat is goed?

Slide 16 - Tekstslide

Snorkelen
A
Anwar snorkelt in de zee.
B
Anwar snorkelt op de berg.

Slide 17 - Quizvraag

De waterglijbaan
A
Ik zie een waterglijbaan in de dierentuin.
B
Ik zie een waterglijbaan in het zwembad.

Slide 18 - Quizvraag

Heerlijk
A
Hij heeft pijn aan zijn been, dat is heerlijk.
B
Hij eet kip met rijst, dat is heerlijk.

Slide 19 - Quizvraag

Vraag 1: A, Een leuke vakantie in Egypte.
Vraag 2: B, Lieke.
Vraag 3: B, Anwar.
Vraag 4: B, Lieke gaat leren voor haar examen.
Vraag 5: C, Twee weken
Vraag 6: B, Niet waar
Vraag 7: A, Egypte, zwemmen en snorkelen, lekker weer
Antwoorden: Vakantiebericht

Slide 20 - Tekstslide

Vraag 8: 1. Anwar is op vakantie in Egypte. 
2. Morgen gaat Anwar snorkelen. 
3. Daar eet Anwar elke avond buiten.
4. Anwar is volgende week weer thuis.
Vraag 9: Snorkelen: A
De waterglijbaan: B
Heerlijk: B


Antwoorden: Vakantiebericht

Slide 21 - Tekstslide