Quiz taal groep 7

Quiz taal groep 7
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Quiz taal groep 7

Slide 1 - Tekstslide

Je bent een groentje
A
Jong en onervaren
B
Het vreselijk koud hebben
C
Groente lusten
D
Heel jaloers zijn

Slide 2 - Quizvraag

Zich concentreren. Ik …… altijd goed op mijn huiswerk.

Slide 3 - Open vraag

Schaamt zich heel erg. Zij heeft het ……. op haar kaken staan.
A
Schaamblauw
B
Schaamrood
C
Schaamroze
D
Schaamgroen

Slide 4 - Quizvraag

Zo noem je iemand die familie van je is.
A
De adel
B
De politicus
C
De bloedverwant
D
De wetenschap

Slide 5 - Quizvraag

Dit is kennis die door geleerde mensen is ontdekt en verzameld.
A
Het archief
B
De carrière
C
De wetenschap
D
Parafaseren

Slide 6 - Quizvraag

Dit is een ander woord voor iets opzoeken, bijvoorbeeld in een boek.
A
Parafaseren
B
Raadplegen
C
Eigentijds
D
Komisch

Slide 7 - Quizvraag

De aanhang van de band reist mee naar elk concert. Wat is ‘de aanhang’
A
Aanhangers, vrachtwagens
B
Fans, volgers
C
Instrumenten
D
De adel

Slide 8 - Quizvraag

vgm

Slide 9 - Open vraag

tien sec.

Slide 10 - Open vraag

sws

Slide 11 - Open vraag

Er is een nieuwe kledingwinkel in de stad. De oude heeft nu last van………

Slide 12 - Open vraag

Olivia heeft de Nederlandse en Belgische ……..

Slide 13 - Open vraag

In Den Haag werken mensen die Nederland…..
A
aanspreken.
B
regeren.
C
vergaren.
D
parafaseren.

Slide 14 - Quizvraag

Citeren is een ander woord voor geheimhouden.
Dat is waar.
Dat is niet waar.

Slide 15 - Poll

de afkorting van ‘naar’

Slide 16 - Open vraag

de afkorting van keer

Slide 17 - Open vraag