Les 1 hart/circulatie

Anatomie hart en circulatiestelsel
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Anatomie hart en circulatiestelsel

Slide 1 - Tekstslide

Eerst even kijken naar de module!

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
Je kent de anatomie van het hart

Je kent de werking van het hart

Je kent de bloedsomloop

Slide 3 - Tekstslide

Wat kunnen jullie vertellen
over het hart?

Slide 4 - Open vraag

Het hart
- Holle en sterke spier in de borstkas 
- Onderdeel van de bloedsomloop
- Pompt 5 liter bloed per minuut in rust tot 35 liter per minuut bij inspanning. 
- Hartritme per minuut +/- 70x per minuut (afhankelijk van inspanning)



Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Het hart

Slide 7 - Tekstslide

Het hart
Is opgebouwd uit verschillende lagen weefsel:
- Binnenbekleding: Gladde laag die de gehele binnenkant van het hart bekleed (inclusief de kleppen).
- Hartspierweefsel: Het spierweefsel kan worden onderverdeeld in de boezems en de Kamers. De kamers pompen het bloed de longen en het lichaam in. Dit kost veel kracht dus het spierweefsel van de kamers is erg dik.
- Het hartzakje: Dit bestaat uit 3 lagen.
   - Binnenste laag is vergroeid met het hart.
   - Buitenste laag is dikker en steviger en maakt vocht aan in het hartzakje.
   - Tussen de binnenste en de buitenste laaf in ligt de pericardiale ruimte. Hier wordt het vocht         opgevangen waardoor de twee vliezen makkelijker langs elkaar heen kunnen bewegen.

Slide 8 - Tekstslide

Het hart
De kransslagaders
De zogenoemde kransslagaders voorzien het hart zelf van bloed.Direct na de lichaamsslagaderklep heeft de lichaamsslagader twee afsplitsingen: een linkerkransslagader en een rechterkransslagader. Deze kransslagaders brengen zuurstofrijk bloed in het hart.


Slide 9 - Tekstslide

Het hart
Hartkleppen
De hartkleppen zorgen ervoor dat 
het bloed in de juiste richting stroomt. 

Slide 10 - Tekstslide

Wat kunnen jullie vertellen
over de bloedsomloop?

Slide 11 - Open vraag

Bloedsomloop 
Grote en kleine bloedsomloop




Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

De bloedsomloop
Je bloedsomloop (circulatie) verzorgt de lichaamsweefsels. 
Dit doet het bloed door:

- voedingsstoffen naar de lichaamsweefsels te vervoeren;
- afvalproducten af te voeren;
- hormonen van het ene naar het andere lichaamsdeel te vervoeren.

Het hart pompt bloed rond naar behoefte. Wanneer weefsels meer voedingstoffen nodig hebben pompt het hart dus sneller bloed rond.
Met sporten bijvoorbeeld.

Slide 14 - Tekstslide

De hartcyclus
Wat is een hartcyclus? 
Een bepaalde volgorde van gebeurtenissen die optreden in de tijd tussen de ene hartslag en de volgende. Elke normale hartcyclus start met de vorming van een actiepotentiaal in de sinusknoop.  De sinusknoop is een groepje hartcellen bovenin de rechterboezem. 
De cellen van de sinusknoop produceren zelfstandig actiepotentialen. (een elektrische prikkeling)

Zodra een actiepotentiaal in de sinusknoop is gemaakt, worden de aangrenzende cellen van de rechterboezem geactiveerd. Het actiepotentiaal wordt uiteindelijk naar de kamer geleid. Normaal zit er een vertraging van meer dan 0,1 seconde tussen de geleiding van de hartprikkel vanaf de boezems naar de kamers. Door deze vertraging kunnen de kamers zo veel mogelijk bloed ontvangen van de boezems en kunnen de kamers zo veel mogelijk bloed in de kleine en grote bloedsomloop pompen.

Slide 15 - Tekstslide

De hartcyclus

Slide 16 - Tekstslide

Het hart

Slide 17 - Tekstslide

Bloeddruk
Elke hartcyclus bestaat uit ontspanning van het hart en het samentrekken van het hart. 
De ontspanning van het hart noemen we de diastole (onderdruk). Het samentrekken van het hart heet de systole (bovendruk). Tijdens de diastole treedt ontspanning van de kamers op, terwijl de kamers tijdens de systole samenknijpen.

Slide 18 - Tekstslide

Bloedvaten 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Bloedvaten 
Slagaders (arterie):
- Pompen het zuurstofrijke bloed onder hoge druk 
rond naar de weefsels
- Sterke vaatwanden
- Grootste slagader is de aorta

Haarvaten (capillair):
- De kleinste slagaders vertakken zich verder in de haarvaten. 
- Functie: de uitwisseling van voedingsstoffen, 
rode bloedcellen, hormonen en andere stoffen tussen het bloed en de cellen.
- De haarvaten hebben daarom een heel dunne wand, die veel poriën bevat. 




Slide 21 - Tekstslide

Bloedvaten
Aders (venen):
Nadat de haarvaten de stoffen hebben uitgewisseld, komen ze samen in vaten die zich weer samenvoegen tot steeds grotere vaten. Uiteindelijk komt het bloed terecht in de grootste aders (de bovenste en onderste holle ader), die uitmonden in het hart.

Aders hebben kleppen om er voor te zorgen 
dat het bloed de juiste kant op stroomt. 




Slide 22 - Tekstslide

Nog wat leuke links voor meer informatie: 

www.hartstichting.nl
www.hartwijzer.nl
Op youtube: Hartstichting 

Slide 23 - Tekstslide

Voor volgende week: 
Meenemen:
Leervragen zodat we deze in de les kunnen bespreken.

In de les: 
Bekijken we de casus en verdiepen we in het onderwerp hartfalen 

Slide 24 - Tekstslide