15. week 19. bouwsteen 4 + kahoot

DEZE LES
1.  De vorige les
2. Taalblokken
3. Theorie over samenhang (herhaling)
4. Evaluatie
5. Zelfstudie (voorbereiding op de toets)
6. De volgende les

LESDOELEN: 
- je herkent de signaalwoorden en weet dan welk tekstverband er komt
- je weet het nut van de signaalwoorden voor een tekst
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

DEZE LES
1.  De vorige les
2. Taalblokken
3. Theorie over samenhang (herhaling)
4. Evaluatie
5. Zelfstudie (voorbereiding op de toets)
6. De volgende les

LESDOELEN: 
- je herkent de signaalwoorden en weet dan welk tekstverband er komt
- je weet het nut van de signaalwoorden voor een tekst

Slide 1 - Tekstslide

1. DE VORIGE LES
... hebben we het over samenhang gehad.  

Zijn daar nog vragen over? 

De deadline van het schrijfdossier ligt op dinsdag 30 mei. Je kunt jouw schrijfdossier in Cumlaude uploaden. Dat kan onder periode 5. 

Zijn daar nog vragen over?

Slide 2 - Tekstslide

2. TAALBLOKKEN

Op basis van de nulmeting kan je in het tweede lesuur het volgende doen als voorbereiding op de toets van hoofdstuk 4 Samenhang:  

1. iedereen Voorbeeld en theorie: opdracht 1 t/m 6 en de theorie op pg 3. 
1+ 2. tussen een 6,0 en 8,0 Schrijven: opdracht 1 t/m 3 (één pg.); opdracht 10 
1 + 2 + 3.  lager dan een 6,0 Lezen en Luisteren: opdracht 1 t/m 6 (vier pg.); opdracht 11, 12, 13, 19, 23, 27, 29

  • Vergeet de Woordenschat niet. 
Heb je een vraag, of wil je iets uitgelegd? Steek je hand op, ik kom naar je toe. 

Slide 3 - Tekstslide

3. THEORIE: SAMENHANG (herhaling)
Hoe breng je samenhang aan in jouw tekst? 

Titel → let op, niet altijd
Inleiding / Kern → in alinea's met het liefst tussenkopjes / Slot
Afsluiting → let op, niet altijd.

En het belangrijkste: signaalwoorden. Die smeden jouw tekst samen.  

Slide 4 - Tekstslide

TEKSTVERBANDEN

Er zijn verschillende tekstverbanden met eigen signaalwoorden. Weet je nog? 

  • de tegenstelling [ maar, hoewel ]  
  • de opsomming [ bovendien, ten eerste, ten tweede, ook, eerst...toen] 
  • de toelichting [ zo, bijvoorbeeld, zoals, op deze manier] 
  • de tijd en de volgorde daarin [ gisteren, vervolgens, vroeger, nu, toen, daarna ]  
  • de reden [ omdat, daarom, want ] 
  • voorwaarde [ als, op voorwaarde dat ]
  • oorzaak-gevolg [ doordat, dankzij, als gevolg van, waardoor, zodat ]
  • concluderend [ dus, kortom, dat houdt in ]   
  • doel-middel [ opdat, door middel van, daarmee, met de bedoeling ]             

Slide 5 - Tekstslide

OEFENEN

Op de volgende slide een Kahoot over signaalwoorden

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Slide 8 - Link

4. EVALUATIE
→Wat is lastig? 


Slide 9 - Tekstslide

5. TAALBLOKKEN

Je kunt nu in de les leesleren en oefenen in Taalblokken, Bouwstenen 2F; 
04 Samenhang 

1. iedereen Voorbeeld en theorie: opdracht 1 t/m 6 en de theorie op pg 3. 
1+ 2. tussen een 6,0 en 8,0 Schrijven: opdracht 1 t/m 3 (één pg.); opdracht 10 
1 + 2 + 3.  lager dan een 6,0 Lezen en Luisteren: opdracht 1 t/m 6 (vier pg.); opdracht 11, 12, 13, 19, 23, 27, 29

  • Vergeet de Woordenschat niet. 
Heb je een vraag, of wil je iets uitgelegd? Steek je hand op, ik kom naar je toe. 

Slide 10 - Tekstslide

5. VOLGENDE WEEK (week 23)
Eerste lesuur: oefenen met signaalwoorden. 

Tweede lesuur: 
Toets bouwsteen 04 Samenhang



Slide 11 - Tekstslide

EINDE VAN DE LES


Tot volgende week!

Slide 12 - Tekstslide