,

Grammar 6

Welcome h3p!
1. Put your phone in the phonebag
2. Take your book and notebook out
3. Put your pencil case on your table. 



Welcome to English, HV2D!

First things first:
1. Take your Stepping Stones book out
2. Put your pen on your table
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome h3p!
1. Put your phone in the phonebag
2. Take your book and notebook out
3. Put your pencil case on your table. 



Welcome to English, HV2D!

First things first:
1. Take your Stepping Stones book out
2. Put your pen on your table

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

What did we do in the previous lesson?
  • You read Charlie and the Chocolate Factory 
  • We focused on grammar 5

Pl

Slide 3 - Tekstslide

Today's planning:
Today's goal and planning: 
10' Read Charlie and the Chocolate Factory
10' Explanation grammar
10' Exercises grammar
10' Recap grammar

Goal: I know when and how to use Present perfect 

Slide 4 - Tekstslide

Reading
We're going to read 
"Charlie and the Chocolate Factory"
 





timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

Prior-knowledge
Vertaal onderstaande zinnen:

  • Ik ben drie keer naar Londen geweest

Slide 6 - Tekstslide

Prior-knowledge
Vertaal onderstaande zinnen:

  • Ik ben drie keer naar Londen geweest
  • I have been to London three times

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

present perfect

Slide 10 - Tekstslide

Present Perfect
Voltooid tegenwoordige tijd



Slide 11 - Tekstslide

Na deze les kun je:
  • Zeggen dat iets in het verleden is begonnen en nu nog aan de gang is
  • Zeggen dat iets in het verleden is gebeurd en je daar nu het resultaat van merkt
  • Praten over ervaringen in iemands leven tot nu toe

Slide 12 - Tekstslide

Present perfect
iets wat in het verleden begonnen is en nu nog aan de gang is.
Has/have + voltooid deelwoord

Slide 13 - Tekstslide

Alice has lived in Rome for two years.
Woont ze daar nog of woont ze nu ergens anders?
A
Ze woont daar nog
B
Ze woont nu ergens anders

Slide 14 - Quizvraag

Wanneer gebruik je de present perfect?


  • Om te praten over iets wat in het verleden is begonnen, en nu nog aan de gang is (nog niet afgelopen)

Bob has known John since they were 10.
Mary has worked at the market for 5 years now.
Bill and Kate have been friends since 2011.



Slide 15 - Tekstslide

Wanneer gebruikje de present perfect?
  • Om te praten over iets wat in het verleden gebeurd en waar je nu het resultaat van merkt:
Sharon has broken her leg (now she can't walk)
Jim has lost his keys ( now he can't open the door)
Gwen has eaten too much (now she feels sick)






Slide 16 - Tekstslide

Wanneer gebruik je de present perfect?
  • Om te praten over ervaringen to  nu toe:
I have never been too America.
Have you ever been to America?
I've never swum with dolphins.
She has never run a marathon.

Slide 17 - Tekstslide

Hoe maak je de present perfect?
  • Have / has + voltooid deelwoord

  • I have lived here for ten years.

  • She has known him since 2011.

Slide 18 - Tekstslide

I
You
He/She/It
We
You
They
have 
have
have 
have 
have 
has

Slide 19 - Sleepvraag

                       Present perfect


        have / has + voltooid deelwoord

Slide 20 - Tekstslide

Wat is dan het voltooid deelwoord?
er zijn 2 verschillende         regelmatige werkwoorden 
                                                           
                                                  onregelmatige werkwoorden
1
2

Slide 21 - Tekstslide

           
             regelmatige werkwoorden       
1
werkwoord + -ed
play - played
walk - walked
work - worked
want - wanted

Slide 22 - Tekstslide

           
             onregelmatige werkwoorden

2
Het derde woord uit de rijtjes 
To do - did - done
to fly - flew - flown
to fight - fought - fought

Slide 23 - Tekstslide

Vragen maken in de present perfect
zet have/has aan het begin van de zin
vb
  • he has eaten at a restaurant
  • has he eaten at a restaurant?

Slide 24 - Tekstslide

SIGNAALWOORDEN
  • JUST - NET
  • ALREADY - AL
  • YET - AL (IN VRAAGZINNEN)
  • NOT YET - NOG NIET
  • ALWAYS - ALTIJD AL
  • NEVER - NOOIT
  • EVER - OOIT
  • SINCE - SINDS
  • FOR - (NU) AL
  • (FOR) HOW LONG? - HOE LANG

Slide 25 - Tekstslide

He ......................... ( play)


A
have played
B
has played

Slide 26 - Quizvraag

I ........................(work) very hard.
A
has worked
B
have worked

Slide 27 - Quizvraag

Welke zin staat in de present perfect?
A
She has a cat.
B
She has had her cat for 9 years.

Slide 28 - Quizvraag

Welke zin staat in de present perfect?
A
I lived in Amsterdam.
B
I have lived in Amsterdam since I was 18.

Slide 29 - Quizvraag

Helen .............. ........................ here for 7 years.
A
have live
B
has lived
C
has live
D
have lived

Slide 30 - Quizvraag

You.......................(walk) to Germany
A
Has walked
B
Have walked
C
Has walk
D
Have to walk

Slide 31 - Quizvraag

Hoe vorm je de Present Perfect?
A
stam + ED
B
met het derde rijtje van de irregular verbs
C
stam + S bij he / she / it
D
met has / have + voltooid deelwoord

Slide 32 - Quizvraag

Which sentence is the present perfect?
A
I bought a dog
B
I have bought a dog
C
I buy a dog
D
I am buying a dog

Slide 33 - Quizvraag

Which sentence is the present perfect?
A
He lives here for ten years
B
He lived here for ten years
C
He has lived here for ten years
D
He is living here for ten years

Slide 34 - Quizvraag

Welke zin staat in de Present Perfect?
A
She goes home at 8 o'clock.
B
He fell off his bike.
C
She has caught ten balls so far.
D
They worked all day yesterday.

Slide 35 - Quizvraag

Welke zin staat in de Present Perfect?
A
I love to cycle to school.
B
We often go to church.
C
They have not talked to him yet.
D
I didn't hear him come in.

Slide 36 - Quizvraag

Maak present perfect:
I ask.

Slide 37 - Open vraag

Maak de present perfect:
He listens

Slide 38 - Open vraag

Present perfect:
I walk to school

Slide 39 - Open vraag

Write down a sentence with the present perfect

Slide 40 - Open vraag

Je hebt uitleg gehad en geoefend
met de PRESENT PERFECT.
Vertel nogmaals hoe deze tijd eruit ziet.

Slide 41 - Open vraag

How well do you understand adjectives and adverbs
😒🙁😐🙂😃

Slide 42 - Poll

Do the exercises
timer
10:00
Do the exercises
What?

How?
Time?
Need help?

Finished?
Result?
Write a story using the Present Perfect five times
You may whisper.
Look at the timer.
First ask your neighbor. If you still need help, raise your hand. 
Read "Charlie and the Chocolate Factory"
We will do a recap together

Slide 43 - Tekstslide

Recap
We will listen to your story

Slide 44 - Tekstslide

Goal achieved?
also: check vocab

Slide 45 - Tekstslide

Next lesson:
In the next lesson, we are going to work to focus on grammar 6 2/2

Slide 46 - Tekstslide

Grammar 6

Slide 47 - Tekstslide