Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Polyfarmacie oefen toets
Farmacologie
Quizzzzzz
1 / 36
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Anatomie, fysiologie, pathologie en farmacologie
MBO
Studiejaar 4
In deze les zitten
36 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Farmacologie
Quizzzzzz
Slide 1 - Tekstslide
Als verpleegkundige moet je alle medicatie kennen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quizvraag
Het is belangrijk dat je als verpleegkundige weet welke de meest voorkomende bijwerkingen zijn.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quizvraag
Welke pijnstillers werken ook ontstekingsremmend?
A
Paracetamol
B
NSAID's
C
Morfine
Slide 4 - Quizvraag
Welke medicijngroep heeft een verslavende werking?
A
Benzodiazepinen
B
Analgetica
C
Vitaminen
D
Maagmiddelen
Slide 5 - Quizvraag
Welke slaapmedicatie wordt het meeste voorgeschreven?
A
Oxazepam
B
Diazepam
C
Valium
D
Temazepam
Slide 6 - Quizvraag
Bij regelmatig gebruik van NSAID's kan je last krijgen van welk orgaan?
A
Nieren
B
Darmen
C
Hart
D
Maag
Slide 7 - Quizvraag
De reden waarom iemand een medicijn voorgeschreven krijgt noemen we
A
contra-indicatie
B
indicatie
Slide 8 - Quizvraag
Medicijnen die bewaard moeten worden in een afgesloten kast zijn
A
Opiaten
B
NSAID's
C
Cytostatica
D
Antibiotica
Slide 9 - Quizvraag
Welke inhalatie begin je mee als je meerdere pufjes moet geven bij een zorgvrager?
A
Luchtwegverwijder
B
Luchtwegbeschermer
Slide 10 - Quizvraag
Medicatie die de oorzaak van de ziekte aanpakken heeft een .......... werking.
A
Symptoombestrijder
B
Placebo
C
Profylactische
D
Causale
Slide 11 - Quizvraag
Voorbeeld van een symptoombestrijder is ......
A
Antibiotica
B
Hormonen
C
Pijnstiller
D
Maagmiddel
Slide 12 - Quizvraag
Zwakke en sterke opioïden/opiaten vallen onder de medicijngroep .....
A
Parkinsonmiddelen
B
Anti-epileptica
C
Slaapmiddelen
D
Analgetica
Slide 13 - Quizvraag
Deze medicijngroep is verdeeld in de subgroepen smal- en breed spectrum.
A
Antibiotica
B
Antidiabetica
C
Psychofarmaca
D
Laxantia
Slide 14 - Quizvraag
Prednison valt onder de medicijngroep
A
Middelen voor hart- en bloedsomloop
B
Corticisterioiden
C
Middelen tegen diarree
D
Middelen om bloedarmoede te behandelen
Slide 15 - Quizvraag
Bisacodyl valt onder de medicijngroep
A
Laxantia
B
Antibiotica
C
Middelen voor de bovenste luchtwegen
D
Analgetica
Slide 16 - Quizvraag
Omeprazol valt onder de medicijngroep
A
Antidiabetica
B
Anti-epileptica
C
Vitaminen
D
Maagmiddelen
Slide 17 - Quizvraag
Als een zorgvrager diuretica heeft ingenomen dan zal diegene vaak moeten
A
Hoesten
B
Plassen
C
Niezen
D
Braken
Slide 18 - Quizvraag
Bij welk medicijn kan de ontlasting zwart kleuren?
A
IJzertabletten
B
Paracetamol
C
Psychofarmaca
D
Vitaminen
Slide 19 - Quizvraag
Welke zorgvragers krijgen vaak medicatie voor de onderste luchtwegen?
A
Zorgvragers die diabeet zijn
B
Zorgvragers die veel pijn hebben
C
Zorgvragers met epilepsie
D
Zorgvragers die COPD hebben
Slide 20 - Quizvraag
Medicatie die oraal of rectaal wordt ingenomen noemen we een ....... toediening
A
Enteraal
B
Parenteraal
Slide 21 - Quizvraag
Welke medicatie wordt het meeste voorgeschreven bij patienten met polyfarmacie?
A
Betablokkers
B
Antitrombotica
C
Cholesterolverlagers
D
Maagzuurremmers
Slide 22 - Quizvraag
Medicijnen die per injectie worden toegediend noemen we ....... toediening.
A
Enteraal
B
Parenteraal
Slide 23 - Quizvraag
Medicatie zoals oogdruppels of neusspray vallen onder de ....... toediening.
A
Enteraal
B
Parenteraal
Slide 24 - Quizvraag
Als je ongevoeligheid hebt opgebouwd voor een bepaald medicijn noemen we dat
A
Interactie
B
Cumulatie
C
Resistentie
D
Gewenning
Slide 25 - Quizvraag
Metabolisme houdt in dat er een omzetting van de stof plaatsvindt in de lever.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 26 - Quizvraag
Als voeding en een geneesmiddel elkaar onderling beïnvloeden noemen we dat.
A
Resistentie
B
Interactie
C
Cumulatie
D
First pass effect
Slide 27 - Quizvraag
Ophoping van medicatie in het lichaam noemen we
A
Cumulatie
B
Interactie
C
First pass effect
D
Indicatie
Slide 28 - Quizvraag
De snelheid waarmee de stof in de bloedbaan wordt opgenomen noemen we?
A
First pass effect
B
Halfwaarde tijd
C
Resorptie snelheid
D
Eliminatie
Slide 29 - Quizvraag
De eerste passage van medicatie door de lever noemen we
A
First pass effect
B
Halfwaarde tijd
C
Resorptiesnelheid
D
Eliminatie
Slide 30 - Quizvraag
Verwijdering van stof uit het lichaam noemen we?
A
Interactie
B
Eliminatie
C
Cumulatie
D
Contra-indicatie
Slide 31 - Quizvraag
Met welke dranken kan je medicatie meestal beter niet innemen?
A
Water/thee
B
Ranja
C
Melk/grapefruitsap
D
Appelmoes
Slide 32 - Quizvraag
Opname van een geneesmiddel noemen we
A
Enteraal
B
Transport
C
Eliminatie
D
Absorptie
Slide 33 - Quizvraag
Bijwerkingen van antibiotica kunnen zijn
A
Braken
B
Diarree
Slide 34 - Quizvraag
Bij het klaarmaken van een infuus met antibiotica trek je handschoenen aan.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 35 - Quizvraag
Waar kan je belangrijke informatie vinden als het gaat om medicatie?
A
Wikipedia
B
FK app
C
LinkedIn
D
Instagram
Slide 36 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Farmacologie deel 2
Oktober 2021
- Les met
51 slides
Verzorging
MBO
Oefenen voor de toets medicatie 29 okt 2020
Juli 2024
- Les met
45 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 2
Diagnostische toets medicatie
Maart 2022
- Les met
22 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 2
Farmacologie
November 2022
- Les met
33 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 3
Farmacologie deel 2: medicijngroepen
April 2022
- Les met
29 slides
Verzorging
MBO
Studiejaar 2
DEF Les 6 G3V1AD
Juni 2024
- Les met
31 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 2,4
DEF Les 5 G3V1AD
Juni 2024
- Les met
32 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 2,4
DEF Les 5 G3V1AD
Juni 2024
- Les met
50 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 2,4