In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
6.5 Aardolie als grondstof
1e deel dinsdag
Slide 2 - Tekstslide
Aardolie
Aardolie is ontstaan uit
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Aardolie
Nu weet je hoe aardolie ontstaan is, maar hoe halen we het dan uit de aarde als het zo diep zit?
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Aardolie
En hoe krijgen we het dan naar de raffinaderij?
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Aardolie
En hoe bewerken we het dan tot bruikbare stoffen?
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Slide 11 - Tekstslide
Kraken
De fractie nafta is een bijzondere. Deze is niet meteen zomaar gebruiktsklaar. Het bestaat uit hele lange ketens moleculen en is daardoor niet handig.
Door de nafta te kraken breek je de lange molecuulketens in kleinere stukjes. Daarna kun je het bijvoorbeeld gebruiken voor kunststoffen en medicijenen.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Verbranding van een koolwaterstof
Als je een koolwaterstof verbrand krijg je altijd water en koolstofdioxide (bij volledige verbranding dan).
Slide 14 - Tekstslide
Aan de slag
Lees de tekst blz 137 en 138
en maak de opdrachten tot en met 74!
Klaar? Download Oil Drilling 3D in de appstore en probeer zelf olie te zoeken in deze game.
Slide 15 - Tekstslide
donderdag
Slide 16 - Tekstslide
Alkanen
Een bijzondere groep koolwaterstoffen zijn de alkanen.
Alle alkanen zijn koolwaterstoffen, maar niet alle koolwaterstoffen zijn alkanen.
Slide 17 - Tekstslide
Alkanen
Slide 18 - Tekstslide
Alkanen
Slide 19 - Tekstslide
1e deel filmpje
Bekijk het stukje wat ik uit het volgende filmpje heb geknipt. Hier worden de alkanen nog een keer genoemd.
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Reeksen
Alkanen hebben nog iets bijzonders. Je kunt de reeks namelijk voorspellen. Alkanen hebben een formule die je kunt volgen.
CnH2n+2
Lijkt even moeilijk, maar volg mij even.
Slide 22 - Tekstslide
CnH2n+2
De C staat voor Koolstof, de n erachter staat voor een bepaald aantal. n=dus aantal.
De H staat voor waterstof, en de 2n staat voor 2x het aantal wat bij de C staat.
+2 betekent gewoon 2 erbij tellen.
Nu een voorbeeld, nog niet uitzonen ;-)
Slide 23 - Tekstslide
CnH2n+2
C4H10 is Butaan. Gaan we kijken hoe die formule past.
De 4 bij C4 is dus het aantal van de "n". Als je dan die 4x2 doet voor de H krijg je 8. Als je er dan 2 bij optelt, kom je op 10.
Wat krijg je dan voor formule als je 6 koolstofatomen hebt?
Schrijf op en laat zien!
Slide 24 - Tekstslide
2e deel filmpje
In het tweede deel van het filmpje wordt deze reeks nog een keer uitgelegd. Bekijk en beantwoord daarna de 2 vragen.
Slide 25 - Tekstslide
0
Slide 26 - Video
Ethaan heeft 2 koolstofatomen, wat is de molecuulformule? Gebruik: CnH2n+2.
Slide 27 - Open vraag
Nonaan heeft 9 koolstofatomen, wat is de molecuulformule? Gebruik: CnH2n+2.
Slide 28 - Open vraag
Kraken en polymerisatie
Zulke lange ketens koolwaterstoffen hebben we vaak niet veel aan. Dat betekent dat we deze ketens breken en er kleinere koolwaterstoffen van maken. Dit noemen we kraken.
Soms houd je juist te kleine ketens over, deze kun je weer aan elkaar schakelen. Dit noem je polymerisatie.
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Lees nu blz 139
En maak daarna de rest van de opdrachten van 6.5 vanaf 75.