*Woordenschat H5 + H6, vwo 2

Woordenschat H5 + H6
Uitdrukkingen uit de Bijbel en de mythologie en oude naamvallen


1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat H5 + H6
Uitdrukkingen uit de Bijbel en de mythologie en oude naamvallen


Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Je kunt de behandelde uitdrukkingen uit de Bijbel en mythologie benoemen en uitleggen

Je weet wat oude naamvallen zijn 

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag 
* Afronden hoofdstuk 5 (15 minuten)
* Introductie hoofdstuk 6 (15 minuten)
* Aan de slag (resterende tijd)

Slide 3 - Tekstslide

Bespreken huiswerk
Opdracht 5, 6 en 7

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 5
1 prognose(s)
2 reductie
3 lexicon
4 tendens
5 beaamde
6 geconserveerd
7 analyse
8 evolueren
9 hegemonie
10 teloorgaan

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 6
Maak 6 zinnen met de overgebleven woorden:

- Arbitrair
- Collocatie
- Congrueren
- Futuristisch
- Intrigerend
- Visionair 

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 7

Slide 8 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 7
1 hermetisch gesloten (m)
2 de bokken van de schapen scheiden (b)
3 de lier aan de wilgen hangen (b)
4 met argusogen bekeken (m)
5 zat in zak en as (b)
6 richtten zij een bacchanaal aan (m)
7 met de mantel der liefde bedekken (b)
8 deze drinkbeker aan mij voorbij laten gaan (b)
9 de doos van Pandora openen (m)
10 Er is niets nieuws onder de zon. (b)


Slide 9 - Tekstslide

Einde hoofdstuk 5
Zijn er nog vragen over dit hoofdstuk? 

Slide 10 - Tekstslide

Woordenschat H6
Oude naamvallen 

Slide 11 - Tekstslide

Wat betekent:
De HOORN DES OVERVLOEDS vinden we bij de Hongerspelen.

Slide 12 - Open vraag

Wat betekent:
Je moet TE ALLEN TIJDE je handen wassen na het plassen.

Slide 13 - Open vraag

Wat betekent:
Het is UIT DEN BOZE dat je tot 2.00 uur naar dat feestje mag

Slide 14 - Open vraag

Wat valt je op aan het taalgebruik van de zinnen op de voorgaande slides?

Slide 15 - Open vraag

Oude naamvallen

In het Nederlands vinden we nog sporen van oude naamvallen. Sommige naamvallen gebruiken we veel en andere bijna niet meer.  

's Avonds is een verkorting van de oude naamval des avonds.

Iemand ten huwelijk vragen. Ten geeft ook een oude naamval aan.

 

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht
Klassikaal maken we de startopdracht. Om en om doen we een zin, ik geef mensen de beurt. 

Slide 17 - Tekstslide

Bespreken startopdracht Woordenschat H6, blz. 174
  1. in het buitenland
  2. betrouwbaar; te vertrouwen; eerlijk
  3. heeft zich niet aan de belofte gehouden
  4. om te bevestigen; om aan te geven dat je akkoord bent met
  5. de plaats waar het ongeluk of de ramp is gebeurd
  6. zonder goede reden(en); op verkeerde gronden


Slide 18 - Tekstslide

Opdracht
Maak opdracht 1 en 2. Je mag in tweetallen werken. Je hebt hier 15 minuten voor.
timer
15:00

Slide 19 - Tekstslide

nakijken opdracht 1 
  1. uit den boze:   verboden; wat beslist niet gedaan mag worden
  2. desgewenst:    als u dat wilt
  3. onverrichter zake:  zonder datgene gedaan te hebben wat men wilde
  4. behoudens:   behalve
  5. ter ontnuchtering:  om nuchter te worden
  6. ten huize van:  bij … thuis; in het huis van
  7. de dag des Heren:  zondag
  8. ter verhoging van:  om … te verhogen
  9. ’s lands wijs, ’s lands eer: je kunt je verbazen over bepaalde gewoonten in een (vreemd) land, maar toon respect voor die gewoonten
  10. in koelen bloede:  in het volle besef van het kwaad dat men doet

Slide 20 - Tekstslide

De haren rijzen je ... bij zijn verhalen over kannibalisme.
A
ten berge
B
ten bergen
C
te berge
D
te bergen

Slide 21 - Quizvraag

Het oude schilderij is duidelijk aangetast door de ....
A
de tand des tijds
B
de tand der tijds
C
de tand des tijd
D
de tand der tijd

Slide 22 - Quizvraag

... de slachtoffers wordt er een minuut stilte gehouden.
A
te nagedachtenis van
B
ter nagedachtenis van

Slide 23 - Quizvraag

De hoofdstad van Zuid-Holland heet officieel
A
’s-Gravenhage
B
s'-Gravenhage
C
sGravenhage
D
sgravenhage

Slide 24 - Quizvraag

Hans F. en Willem S. zal ontvoering .. worden gelegd.
A
te laste (leggen)
B
ten lasten (leggen)
C
te lasten (leggen)
D
ten laste (leggen)

Slide 25 - Quizvraag

In het begin is het spannend, maar ... wordt het langdradig.
A
op de duur
B
op den duur

Slide 26 - Quizvraag

Uiteraard is roken in deze ruimte ...
A
te strengste verboden
B
te strengsten verboden
C
ten strengste verboden
D
ten strengsten verboden

Slide 27 - Quizvraag

Bestaat het programma ... nog?
A
Ter land, ter zee en in de lucht
B
Te land, te zee en in de lucht
C
Te land, ter zee en in de lucht

Slide 28 - Quizvraag

Samir heeft zich ... ontwikkeld tot de sterspeler.
A
in de loop der tijd
B
in de loop des tijds
C
in de loop der tijds
D
in de loop des tijd

Slide 29 - Quizvraag

Je moet een dag voor het diner aan het kokkerellen, want deze Mexicaanse stoofschotel smaakt ... het beste.
A
sanderendaags
B
’s anderendaags
C
's anderedaags
D
's anderendaag

Slide 30 - Quizvraag

Toen Joeri afkeek, werd meneer Grim ...
A
der duivel
B
der duivels
C
des duivel
D
des duivels

Slide 31 - Quizvraag

Zou ... dit jaar dankzij vriezend weer eindelijk weer eens verreden worden?
A
de tocht der tochten
B
de tocht des tochten

Slide 32 - Quizvraag

Opdracht 2
- vragen hierover?

1 de haren rijzen je te berge:   je bent echt geschokt en stomverbaasd
2 de tand des tijds: de knagende werking die er in loop van de tijd plaatsvindt, zodat de conditie van dingen achteruitgaat
3 ter nagedachtenis: van om terug te denken aan
4 ’s-Gravenhage:   Den Haag
5 ten laste leggen:   (officieel) beschuldigen van



6 op den duur:    na verloop van (lange) tijd
7 ten strengste verboden:  beslist niet toegestaan
8 Te land, ter zee en in de lucht: overal
9 in de loop der tijd:   in de loop van de tijd
10 ’s anderendaags:   de volgende dag
11 des duivels:    zeer boos
12 de tocht der tochten :de Elfstedentocht

Slide 33 - Tekstslide

De docent verdeelt de woorden van opdracht 4. Elke leerling zoekt de betekenis van het gegeven woord en zet het woord in een zin waaruit de betekenis blijkt.

Je krijgt 4 minuten voor deze opdracht.

Slide 34 - Open vraag

Maak een zin met 'gereguleerde' waarin de betekenis duidelijk van het woord duidelijk wordt.

Slide 35 - Open vraag

Maak een zin met 'richtsnoer' waarin de betekenis duidelijk van het woord duidelijk wordt.

Slide 36 - Open vraag

Maak een zin met 'onrendabele' waarin de betekenis duidelijk van het woord duidelijk wordt.

Slide 37 - Open vraag

Opdracht
Blz. 176-177: maak opdracht 6 en 8

Slide 38 - Tekstslide