Lesson 8 Speeches. present simple present continuous 3.7

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The groundrules
- We nemen onze spullen mee naar de les: Boek, werkboek, schrift, studieplanner, Device = opgeladen
- Tijdens uitleg zijn wij stil. Rood stoplicht
- Tijdens het maken van opdrachten mogen we stil fluisteren met de buurman/vrouw
- We hebben respect voor elkaar: we blijven van elkaar af en lachen niemand uit. Als iemand praat luisteren wij. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welcome!

Today's lesson: 
Speeches - present simple vs 
present continuous

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Silent reading

Book or ReadTheory 
Classcode " 57RH9SQ6"

 reading file part 1 ; 18 november
Learn vocab 3.4 + irregular verbs to hurt - to mean
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Homework check

ex 18. 19. 27.  


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Speeches 23-11-2022! 
Emre
Saiffedine
Belle



All other students hand in part1 and 2 in the GoogleClassroom

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Grammar:  Short answers:
vormen van 
To be - am/are/is / am not/ isn't/ aren't
To do - do/ does/ don't / doesn't
Can - Can't 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammar 
Are the potatoes ready? - Yes, they are

Do you like this? - No, I don't 

Can you come over now? No, I can't 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

short answers
Chapter 3: money
Lesson 4
make  ex. 35
+ Practise more; Grammar 1
workbook page 106 ex 35 + selftest F

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammar 
present simple 
vs. 
present continuous

TAKE NOTES

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammar
Present Simple

Gebruik je voor iets wat altijd, nooit of regelmatig gebeurt

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present simple: signaalwoorden
Er kunnen woorden in de zin staan die aangeven dat het Present Simple is:
Always, never, often usually regularly sometimes.

- Voorbeelden:
They always play soccer on Saturday
She usually obeys the rules
We never go to school by bike

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SHIT RULE
I drink
You drink
He drinks
She drinks
It drinks
We drink
They drink
You drink

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als je het hebt over gewoontes, regelmaat & feiten.

She drinks coffee in the morning (gewoonte)

I play soccer every week (regelmaat)

Water boils at 100 degrees celcius (feit)
I speak French (feit)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Timmy
every Saturday.
They never
with oil.
That tree
very fast.
I always
chocolate ice cream.
Those boys
in class very often.
cook
grows
dances
shout
choose
chooses
shouts
grow

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij vragen & negatieve zinnen
Do/Does + stam
+ I play soccer every week 
? Do I play soccer every week?
- I don't play soccer every week

+ She plays soccer every week.
? Does she play soccer every week?
- She doesn't play soccer every week.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammar : present continuous
De present continuous is een vorm van de tegenwoordige tijd.

Je gebruikt de present continuous bij gebeurtenissen die:
- nu bezig of                       
-nu aan de gang zijn

Signaalwoorden:
Now, right now, Werkwoord!

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present Continuous
  • Wanneer gebruik je de Present Continuous?

  • Hoe maak je de Present Continuous? 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present continuous
onderwerp +
Vorm van to be +
Verb + ing
I
Am/’m
Watching
TV.
You/we/they
Are/’re
Watching
TV.
He/she/it
Is/’s
Watching
TV.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present continuous
Present simple
Feiten
gewoontes
regelmatig gebeurt
iets is nu aan de gang
she/he/it ww +s
am/is/are + ww + ing
at the moment
now
right now

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

We .... (have) dinner right now.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Jimmy ___ to play games.
A
like
B
likes

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Julie ..... (walk) to school at the moment.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Look! The birds ___ away!
A
fly
B
flying
C
are fly
D
are flying

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

It never ___ in Death Valley.
A
rain
B
rains
C
is raining
D
does rain

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Let's make exercises
Chapter 3: money; Lesson 4: ex. 36 together: 
First, decide whether each sentence is F (feit/gewoonte) or N (nu aan de gang).

Then choose the correct form (present simple or present continuous)
 of the verbs.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

My sister "babysits / is babysitting" at the moment
A
F (feit/gewoonte)
B
N (nu aan de gang)

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

My sister "......." at the moment
A
babysits
B
is babysitting

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

She "earns / is earning" a lot of money by babysitting
A
F (feit/gewoonte)
B
N (nu aan de gang)

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

She "......." a lot of money by babysitting
A
earns
B
is earning

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I "work / am working" at a supermarket. I fill shelves.
A
F (feit/gewoonte)
B
N (nu aan de gang)

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I work / am working at a supermarket. I fill shelves.
A
work
B
am working

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Grammar 
Chapter 3: money
Lesson 4
sheet ex 37 

*practise more* grammar 3 and grammar 4



Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Next week
Bring a notebook and your device, Books if you want🖐️


- Speech part 1 +2 
Learn vocab 3.4 + irregular verbs to hurt -  to mean
next speeches on Tuesday and 

Slide 34 - Tekstslide

Fiene
Zeed
Elyesa
Frederique
Ilaysa