H1 VWO 3: 12 september: C & E + être avoir aller faire 2022

Chapitre 1
Qui suis-je?
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Chapitre 1
Qui suis-je?

Slide 1 - Tekstslide

Résumé
Biarritz
Rencontre sur la plage
La famille d'autrefois et d'aujourd'hui
l'adjectif possessif (mon ma mes)
se présenter
verbes
irréguliers: -ir
 réguliers: chercher/finir/vendre

Slide 2 - Tekstslide

Sur la table....
* TES LIVRES: 
Livre de textes 
Livre d'exercices A

* TON CAHIER
* TA TROUSSE
* TON ORDINATEUR

Slide 3 - Tekstslide

Planning d'aujourd'hui
* Parler français                                     : LessonUp
* Voc. E                                                  : prononciation
* Nakijken exercices 13 en 14 : pages 13 t/m 15
* Grammarie C   bezittelijk voornaamw : oefenen/kort herhalen
* avoir être aller faire                              : herhalen
* Voc. E                                                   : bingo

Les devoirs:      Apprendre voc. E
                          Faire: Maken E 19 t/m 21
 






Slide 4 - Tekstslide

Les buts d'aujourd'hui
* Parler français                                    : mezelf kunnen voorstellen en vragen beantwoorden
* Voc. E                                                  : uitspraak oefenen
* Nakijken exercices 13 en 14                : heb ik het huiswerk begrepen
* Grammarie C   bezittelijk voornaamw :  ik kan het bezittelijk voornaamwoord toepassen
* avoir être aller faire                              :  ik kan deze werkwoorden vervoegen 
* Voc. E                                                   : woordenschat oefenen

Les devoirs:      Apprendre voc. E  en leren avoir être aller faire 
                          Faire: Maken E 19 t/m 21
 






Slide 5 - Tekstslide

Parler français!

Slide 6 - Tekstslide

Parler français
Hoe vraag je:
* Kun je jezelf voorstellen?       * Waar woon je?
* Wanneer is je verjaardag?     * Heb je broers en zussen?
* Heb je een huisdier?
Hoe zeg je:
* Ik heet... en ik ben ......              * Ik woon in .... in Nederland
* Mijn verjaardag is op.........      * Jouw antwoord
* Jouw antwoord (bijvoorbeeld) Ik heb een hond. Mijn hond heet....

Slide 7 - Tekstslide


Tu peux te présenter?
Tu habites où?
Ton anniversaire, c'est quand?
Tu as des frères et des soeurs?

Je m'appelle.... et j'ai ... ans
J'habite aux Pays-Bas
Mon anniversaire, c'est le...
Oui, j'ai.......
Non, je suis fils/fille unique

Slide 8 - Tekstslide

Les 12 mois!
janvier                         juillet
février                         août
mars                      septembre
avril                         octobre
mai                         novembre
juin                         décembre

Slide 9 - Tekstslide

Tu as un animal domestique?
Ta réponse: 

Slide 10 - Tekstslide

Animal domestique!
un chien
un chat
un lapin
un cochon d'Inde
un poisson (rouge)
un cheval
un oiseau

Slide 11 - Tekstslide

On continue avec l'exercice suivante.
We gaan verder met de volgende opdracht.

Slide 12 - Tekstslide

Prononciation vocabulaire E

Slide 13 - Tekstslide

Prends tes livres!
Livre d'exercices B
page 39

Vocabulaire E

Prononciation = uitspraak





Slide 14 - Tekstslide

On continue avec l'exercice suivante.
We gaan verder met de volgende opdracht.

Slide 15 - Tekstslide

On va corriger.
We gaan de opdrachten nakijken.

Slide 16 - Tekstslide

Prends tes livres!
Livre de textes:
page  10

Livre d'exercices A
page 14 t/m 16
Exercices 13 t/m 15
Huiswerkcontrole!
Grammaire: il y a des questions?






Slide 17 - Tekstslide

On continue avec l'exercice suivante.
We gaan verder met de volgende opdracht.

Slide 18 - Tekstslide

Prends ton ordinateur!
Cherche LessonUp!

Slide 19 - Tekstslide

Vertaal: jouw hond, onze vader, jullie ouders, mijn zus.

Slide 20 - Open vraag

Les réponses!  (de antwoorden)
Jouw hond                              Ton chien
Onze vader                              Notre père
Jullie ouders                           Vos parents
Mijn zus                                   Ma soeur

Slide 21 - Tekstslide

Prends ton cahier!
Il faut prendre des notes!

Slide 22 - Tekstslide

Le pronom possesif

Slide 23 - Tekstslide

Het bijvoeglijk voornaamwoord
Uitzondering op de regel!
Zelfstandige naamwoorden die vrouwelijk zijn en met een klinker beginnen.  De klinkers zijn:  a u o e i h
Voorbeelden: 
mon amie / ton usine /  son opinion / mon école / 
ton idole / son idée / mon histoire.
                        son adresse / ton histoire / mon opinion

Slide 24 - Tekstslide

Even het geheugen opfrissen...
Oefenen met de onregelmatige werkwoorden: 
avoir être aller faire
Weet ik nog hoe ik ze vervoeg in de présent?

Slide 25 - Tekstslide

Vervoeg het werkwoord: avoir
Gebruik de présent (tegenwoordige tijd)

Slide 26 - Woordweb

Vervoeg het werkwoord: être
Gebruik de présent (tegenwoordige tijd)

Slide 27 - Woordweb

Vervoeg het werkwoord: aller
Gebruik de présent (tegenwoordige tijd)

Slide 28 - Woordweb

Vervoeg het werkwoord: faire
Gebruik de présent (tegenwoordige tijd)

Slide 29 - Woordweb

Waar kan ik de vervoegingen allemaal vinden?
Zie blz. 142 etc. van je werkboek.
Dit zijn de geel/witte bladzijden achterin je boek.
Hier staan alle onregelmatige ww die op een rijtje in diverse verschillende tijden.

Slide 30 - Tekstslide

Prends tes livres!
Livre de textes:
page  10

Livre d'exercices A
page 14 t/m 16






Slide 31 - Tekstslide

On continue avec l'exercice suivante.
We gaan verder met de volgende opdracht.

Slide 32 - Tekstslide

Instruction
Wat     : Maken van "E" op blz. 19 zie werkboek: opdracht 19 t/m 21
              Zie tekstboek blz. 12
Hoe     : Zorg dat je de vragen goed leest!  Je werkt online.
Wie     :  Werk alleen
Tijd     :  10 minuten
Klaar  :  Oefenen met de onregelmatige ww en voc. E

Slide 33 - Tekstslide

ZS: zelfstandig werken in stilte
Voordelen:
*Rustige sfeer om in te werken.
*Aanscherpen concentratie
*Betere Focus
*Zelf oplossingsgericht nadenken

Na 10 minuten mag je zeker vragen stellen.

Slide 34 - Tekstslide

Les devoirs
Leren voc. E                  Fr-Nl en Nl-Fr
Leren vervoegen            être avoir aller faire
Leren C grammatica      Ken in de bezittelijke voornaamwoord
Maken E                         opdracht 19 t/m 21

Het valt je vast op dat ik blz. 11 opdracht D de phrases-clés over lijkt te slaan. Wie echter de vocabulaire steeds trouw leert weet..... dit zijn dezelfde zinnetjes

Slide 35 - Tekstslide

In deze Franse les ben ik meer te weten gekomen over.......

Slide 36 - Woordweb

Slide 37 - Tekstslide

Les buts
* Lire : Je kunt een tekst begrijpen met wetenswaardigheden over Biarritz en een stukje topo ervaren over Frankrijk.
* Ecouter : je kunt een luisteropdracht begrijpen over surfen
*Lire : Je kunt een tekst begrijpen over familie
*Grammatica: het bezittelijk voornaamwoord toepassen
*Parler & écrire: je kunt jezelf uitgebreid voorstellen zowel mondeling als in een briefje.

Slide 38 - Tekstslide