56ste les m3b K5 Zukunft Grammatik_Wörtschatz_Grammatik (6 april)

Herzlich willkommen
beim Deutschunterricht
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herzlich willkommen
beim Deutschunterricht

Slide 1 - Tekstslide

die Hausarbeit für heute
Mache die Aufgabe 18, 19 und 21 zu Grammatik E
Lerne:
Lernliste N-D bis zu 'houden'
Lernliste D-N Teil A

Slide 2 - Tekstslide

aan het einde van de les
kun je werkwoorden vervoegen

Slide 3 - Tekstslide

Wie?
Wiederholen
Quiz
Hören

Slide 4 - Tekstslide

Werkwoorden

Slide 5 - Tekstslide

Was ist falsch?
A
Ich fahre
B
du fahrst
C
er fährt
D
wir fahren

Slide 6 - Quizvraag

fahren - fuhr - gefahren
ww met a in de stam:
a wordt ä
bij du en er/sie/es/man/wer

Slide 7 - Tekstslide

Ergänze:
........... du das nicht für möglich?
A
hältst
B
haltest
C
haltst

Slide 8 - Quizvraag

halten - hielt - gehalten
ww met a in de stam:
a wordt ä
bij du en er/sie/es/man/wer

Slide 9 - Tekstslide

Wat is bijzonder aan de sterke werkwoorden met een a in de stam?

Slide 10 - Tekstslide

2de en 3de pers. ev krijgen een umlaut op de ä.
Voorbeelden?

Slide 11 - Tekstslide

Fragen?

Slide 12 - Tekstslide

Was ist richtig?
A
Er trefft
B
Er trifft

Slide 13 - Quizvraag

Sterke ww met een korte e in de stam:
e wordt i bij du en er/sie/es/man/wer

Slide 14 - Tekstslide

Was ist richtig?
A
du sehst
B
du siehst

Slide 15 - Quizvraag

Sterke ww met lange e in de stam:
e wordt ie bij du en er/sie/es/man/wer

Slide 16 - Tekstslide

Was ist richtig?
A
du hilfst
B
du hielfst

Slide 17 - Quizvraag

helfen
korte e in de stam:
e wordt i
bij du en er/sie/es/man/wer

Slide 18 - Tekstslide

Was ist richtig?
A
du esst
B
du isst

Slide 19 - Quizvraag

essen
korte e in de stam:
e wordt i
bij du en er/sie/es/man/wer

Slide 20 - Tekstslide

was ist richtig?
A
man liest
B
man lest

Slide 21 - Quizvraag

lange e in de stam:
e wordt ie
bij du en er/sie/es/man/wer

Slide 22 - Tekstslide

Ausnahmen (uitzonderingen)
geben: du gibst, es/sie/es/man/wer gibt
nehmen: du nimmst, er/sie/es/man/wer nimmt

Slide 23 - Tekstslide

Gruppenarbeit (5 Minuten)
Download die Sprachmittel in It's
Übe zu dritt die Sprachmittel

Slide 24 - Tekstslide