Les 9 Werk sfeer 1-1.3

Goede werksfeer
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Goede werksfeer

Slide 1 - Tekstslide

Wat is jouw motivatie om te gaan werken
(Naast geld uiteraard!)

Slide 2 - Woordweb

Werken heeft niet alleen te maken met geld verdienen. Werken geeft ook voldoening, het gevoel dat je trots bent op wat je doet. Zowel geld verdienen als voldoening hebben te maken met motivatie. Daarmee bedoelen we het enthousiasme voor een bepaalde taak.

Slide 3 - Tekstslide

Wat vind jij belangrijk binnen een team?

Slide 4 - Open vraag

Teamwerk houdt in: met een ‘wij-gevoel’ samenwerken waarbij je rekening houdt met elkaar en met de belangen van de organisatie.
Wederzijds respect is een belangrijke voorwaarde voor goed teamwerk. 
Het functioneren van de groep staat centraal, maar er is nog steeds aandacht voor het individuele belang. 
Teamwerk blijft altijd doelgericht, het gaat om het halen van de doelen van de organisatie. 

Teamwerk is daar een middel voor. Het is geen doel op zich.

Slide 5 - Tekstslide

Wat zijn succesfactoren van een goed samenwerkend team?

Slide 6 - Woordweb



Als je lid bent van een goed samenwerkend team, voel je je op je gemak. Het werkklimaat is positief en het werken wordt leuker. Je gaat daardoor met plezier naar je werk. Hét kenmerk van teamwerk is dat je samen meer presteert dan in je eentje. Om dat te bereiken moet je als individu, maar ook als team aan een aantal voorwaarden voldoen.


Belbin spreekt van zes succesfactoren voor teamwerk:

heldere doelen;
flexibel aanpassen;
gezamenlijke verantwoordelijkheid;
open communicatie;
wederzijds respect;
initiatief tonen.





Slide 7 - Tekstslide

Waarom moeten er heldere doelen zijn?

Slide 8 - Open vraag

Een team dat goed wil functioneren, moet heldere doelen hebben. Het team moet weten waarom het bestaat, wat ze wil bereiken. Er wordt dan vaak gesproken over SMART-doelen. 

specifiek (duidelijk omschreven);
meetbaar (het moet te controleren zijn of een doel daadwerkelijk gehaald is);
acceptabel (alle teamleden moeten achter de doelen staan);
realistisch (de doelen moeten haalbaar zijn);
tijdgebonden (het moet duidelijk zijn wanneer een doel behaald moet zijn).

Het is belangrijk dat een team heldere doelen heeft. 
De teamleden zijn dan actiever in het bewaken en evalueren van de voortgang.





Slide 9 - Tekstslide

Flexibel aanpassen
Teams werken steeds zelfstandiger. 
Ze mogen hun eigen plannen maken en zijn zelf verantwoordelijk voor het halen van de doelen. 

Maar in de praktijk gebeuren er soms dingen waardoor het lastig is om het plan precies op die manier uit te voeren. 
  • De directie komt bijvoorbeeld ineens met nieuw beleid, of de overheid heeft de regelgeving aangepast. 
  • Ook kunnen cliënten met nieuwe wensen komen. 
  • Het is belangrijk dat een team in staat is zich aan te passen aan die nieuwe situatie.
  • Het team moet zich dus flexibel kunnen aanpassen.

Slide 10 - Tekstslide

Gezamenlijke verantwoordelijkheid

Samenwerken is niet alleen samen iets doen, je moet ook samen ergens voor staan. 
In een goed functionerend team voelen de leden zich verbonden met het doel én met elkaar. 
Dat betekent ook dat je elkaar steunt als het even wat moeilijker gaat. 
Je neemt bijvoorbeeld zaken van elkaar over als dat nodig is en je laat je teamleden nooit ‘vallen’.

 

Naast een gezamenlijke verantwoordelijkheid als team heb je ook je eigen verantwoordelijkheid. Als je zegt dat je iets zult doen, is het belangrijk dat je het ook echt doet. Zo ontstaat er vertrouwen binnen het team

Slide 11 - Tekstslide

Waarom is open communicatie belangrijk?

Slide 12 - Open vraag

Hoe ga jij om met een collega waar je geen klik mee hebt?

Slide 13 - Open vraag

Wederzijds respect
Elk teamlid brengt zijn eigen kennis, inzichten en vaardigheden mee. 
Ook heeft elk teamlid een eigen karakter en een eigen cultuur

Dat is een van de voordelen van het werken in teamverband, als je die verschillen tenminste zo veel mogelijk benut. 
Daarvoor moet je allereerst elkaars talenten en beperkingen kunnen respecteren en waarderen. 

Zo ontstaat er een sfeer van vertrouwen, waarin mensen elkaar durven aan te spreken op gedrag of het werk zonder kwetsend te zijn.

Slide 14 - Tekstslide

Initiatief tonen 
Je moet actief zijn, initiatief tonen. 

Als je een probleem ziet, signaleer je dit niet alleen, je doet er iets mee. 
Je bespreekt knelpunten in het team, je komt met een voorstel en gaat daarmee (samen) aan de slag

Slide 15 - Tekstslide

De Britse hoogleraar Raymond Meredith Belbin is bekend door zijn onderzoek naar teamwerk en teamrollen. Hij ontwikkelde het teamrollenmodel.

 Volgens Belbin heeft iedereen twee à drie teamrollen die goed passen. Belbin zegt dat een team moet bestaan uit verschillende rollen. Daarmee krijg je de beste prestaties. Belbin noemt verschillende rollen die elkaar kunnen aanvullen en versterken. Tegelijkertijd kunnen die rollen ook met elkaar botsen

Slide 16 - Tekstslide

Welke rol/rollen past bij jou?
AAN DE SLAG!

Slide 17 - Tekstslide