Wat is het verschil?
Die Uhr: de klok, de horloge, uur
Het woord Uhr geeft een tijdstip aan. Bv. "Het is 12 uur": "Es ist 12 Uhr”
Die Stunde: het uur, het lesuur
"Eine Stunde hat 60 Minuten."
Het woord Stunde duidt dan weer een tijdsduur aan.
Bv. “Ich warte hier schon eine halbe Stunde.: "Ik wacht hier al een half uur.”