Dinsdag 4 april 2023

• NT2
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Dinsdag 4 april 2023

08.30 - 09.20 uur Nieuwsbegrip	12.10 - 12.40 uur Pauze
09.20 - 10.10 uur Woordenschat thema Internet en social media	12.40 - 14.20 uur Sport SPAZ buiten
10.10 - 10.30 uur Pauze
10.30 - 11.20 uur Blink uit*
11.30 - 12.10 uur disk - zelfstandig werken

Blink uit

Pauze

    Pauze 

Woordenschat

Vandaag vijf (nieuwe) woorden bij het thema Social Media

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

besteden

• uitgeven, gebruiken 
•  hij besteedde, hij heeft besteed
• geld of spullen
• Zin: Hij heeft veel geld om te besteden, hij heeft wel 100 euro.
• Zin: Er zijn een hoop mensen die niet veel te besteden hebben.

inleveren

• terugbrengen
• scheidbaar werkwoord 
• geven aan degene bij wie het hoort
• leverde in, heeft ingeleverd
• Zin: Bij de supermarkt kun je de lege cola flessen inleveren.
• Zin: Lever je jouw toets bij mij in, vroeg de docent aan de leerling?
• Zin: Als u klaar bent, kunt u het formulier bij de ingang inleveren.

ophalen

• naar een plaats gaan om iets of iemand mee te nemen
• [iemand haalt iemand of iets op]
•  geld verzamelen [iemand haalt geld op]
• Zin: Er is tijdens de tv-actie twee miljoen euro opgehaald.
• Zin: Om 16.00 uur kunt u uw horloge weer ophalen.

repareren

• iets wat kapot is, weer heel maken
• repareerde, heeft gerepareerd; afleiding: de reparatie
• synoniem: herstellen
• Zin: De fietsenmaker repareerde de handrem van Abraham zijn fiets.
• Zin: De man van ICT heeft mevrouw Marieke haar laptop gerepareerd.

twijfelen

• niet weten wat je moet doen of kiezen
• twijfelde, heeft getwijfeld
• twijfelen aan ..........
• Zin: Ik twijfel of ik mee zal gaan, ik ben er nog niet uit.
• Zin: De automobilist twijfelde of hij de fietser in kon halen, deze reed namelijk midden op de weg.

Maak een zin met:
repareren

In welke zin wordt het woord
twijfelen goed gebruikt.

1. Ik weet precies wat ik moet doen.
2. Zij weten welke kant ze uit moeten.
3. Zal ik links of rechts gaan?
4. Ik ga rechtdoor.

Op welke foto zie je ophalen?

1. 
2. 
3. 
4. 

In welke zin wordt het woord
besteden
goed gebruikt?

1. Ik geef geen geld uit, ik besteed alles.
2. Ik besteedt elke dag 2 euro aan snoep.
3. Je moet goed nadenken hoeveel je van je geld wilt gebruiken.
4. Hij besteden geen geld, hij spaart.

Maak een zin met het woord:
inleveren

Opdracht: welk woord hoort in de zin?

Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!

Ik ............. elke week lege flessen ...... bij de supermarkt.

Hij ............... nog steeds over welke opleiding hij wil gaan volgen.

Sommige leerlingen hier op school, ................ elke dag hun geld aan patat.

Wil jij proberen om mijn auto te ......................... , hij wil niet starten.

Wie ............ morgen jouw broertjes en zusjes ....... van school?

Zinnen maken

Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je een zin met 1 van de woorden.

De woorden: besteden, twijfelen, repareren, ophalen en inleveren.

Disk

Werken aan bronnen en bouwstenen Disk thema Overtuigen.

Wil je een andere kleur of een toets maken? Vraag het je docent!

Pauze

    Pauze