(2M) H3 de kracht van gletsjers paragraaf 1

Planning:
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 1 H3
  • maken opdracht 1 t/m 4
  • nabespreken paragraaf
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • waar gletsjers ontstaan.
  • hoe gletsjerijs ontstaat en beweegt.
  • aan de hand van een afbeelding de opbouw van een gletsjer beschrijven.
  • hoe een gletsjer sediment meeneemt en ergens anders neerlegt.
  • de erosie door een gletsjer beschrijven en een U-dal op een afbeelding herkennen.
  • beschrijven hoe warme en koude perioden zich in de geologische tijd afwisselen.
  • aan de hand van een afbeelding beschrijven hoe een berglandschap kan veranderen door gletsjers.
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Planning:
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 1 H3
  • maken opdracht 1 t/m 4
  • nabespreken paragraaf
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • waar gletsjers ontstaan.
  • hoe gletsjerijs ontstaat en beweegt.
  • aan de hand van een afbeelding de opbouw van een gletsjer beschrijven.
  • hoe een gletsjer sediment meeneemt en ergens anders neerlegt.
  • de erosie door een gletsjer beschrijven en een U-dal op een afbeelding herkennen.
  • beschrijven hoe warme en koude perioden zich in de geologische tijd afwisselen.
  • aan de hand van een afbeelding beschrijven hoe een berglandschap kan veranderen door gletsjers.

Slide 1 - Tekstslide

Benodigde voorkennis 
Je weet wat
Je weet wat
Je weet wat
Je weet

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

uitleg/aantekeningen

Slide 4 - Tekstslide

Gletsjer
"Een gletsjer is een ijsmassa die heel langzaam van de bergtoppen naar het dal stroomt. Het ijs heeft zoveel kracht dat het het dal uitschuurt."

Slide 5 - Tekstslide

Hoe werkt een gletsjer?
  • Een gletsjer ontstaat hoog in de bergen. Bijv. in de Alpen.

  •  Op de hoogste toppen blijft de sneeuw het hele jaar liggen > eeuwige sneeuw.

  • Door de sneeuwval ontstaat er een dikke laag ijs. Door de dikke laag ijs schuift de gletsjer naar beneden.

Slide 6 - Tekstslide

Hoe werkt een gletsjer?
  • Algemene regel: Hoe hoger je in de atmosfeer komt, hoe kouder het wordt.

  • In het dal smelt een gletsjer.


Slide 7 - Tekstslide

Erosie door gletsjers
  • Door het gewicht schuift een gletsjer naar beneden. Hij neemt sediment mee (rotsblokken, klei, zand).

  • De rotsblokken worden door het gewicht van de gletsjer verpulverd tot grind en klei.

  • De gletsjer schuurt tegen de steile bergwanden aan, er ontstaat een U-dal.

  • Het schuren van het landschap door ijs, maar ook door water of wind, noem je erosie.

Slide 8 - Tekstslide

U-dal

Slide 9 - Tekstslide

Sedimentatie door gletsjers
  • Een gletsjer neemt sediment mee. Als de gletsjer smelt blijft er puin achter (rotsblokken, zand, grind en klei). Dit noem je gletsjerpuin of morene.

  • In het algemeen noem je materiaal dat 
meegenomen wordt door ijs (en water of wind) 
sediment

  • Het neerleggen van dit sediment door ijs 
(en water of wind) noem je sedimentatie.

Slide 10 - Tekstslide

Belangrijkste onderdelen van een gletsjer

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

De toekomst van een gletsjer
  • Als het lange tijd heel koud is, tijdens een ijstijd, ontstaan er in berggebieden grote gletsjers. Bijv. in de Alpen.

  • Koude periode > valt veel sneeuw. Bij een warme periode smelt de gletsjer > U-dal blijft over.


Slide 13 - Tekstslide

IJstijden
De laatste 3 miljoen jaar was het af en toe koud en af en toe warmer op aarde.

Door klimaatverandering worden de gletsjers elk jaar kleiner, doordat er steeds meer ijs afsmelt en er hoog in de bergen niet voldoende sneeuw blijft liggen.

Slide 14 - Tekstslide

zelfstandig werken
lezen paragraaf 1 H3 de kracht van gletsjers
maken opdracht 1 t/m 4
gebruik hierbij:
  • tekstboek blz. 40/41
  • werkboek blz. 49/52
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken
timer
1:00

Slide 15 - Tekstslide

herhalen/nabespreken

Slide 16 - Tekstslide

Wat zijn gletsjers?
A
Rivieren van ijs
B
Rivieren van gesteente
C
Diepe dalen
D
Hoge bergen

Slide 17 - Quizvraag

Hoe ontstaat een gletsjer?
A
Door samengeperst sneeuw
B
Door veel regen
C
Door koud weer
D
Door veel neerslag

Slide 18 - Quizvraag

Dit is een U-dal
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Het schuren van het landschap door ijs noem je:
A
schuurpapier
B
erosie
C
sedimentatie

Slide 20 - Quizvraag

Het neerleggen van materiaal dat meegenomen wordt door ijs
A
erosie
B
puin
C
sedimentatie

Slide 21 - Quizvraag

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?
timer
1:00
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

vandaag heb ik geleerd:
timer
1:00

Slide 23 - Open vraag

vandaag vind ik nog moeilijk:
timer
1:00

Slide 24 - Open vraag