11.07.24 - Les 2

• Duits
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Goedemiddag heren!

Inhoud

• Hoe is jullie dag?⌚5 Min.
• Herhaling les 1 ⌚5 Min.
• Smalltalk: Thema boodschappen doen ⌚20-25 Min.
• Uitspraak  ⌚15 Min.
• Pauze ⌚10 Min.
• De getallen, de (jaarge)tijden, de maanden, de kleuren en de (feest)dagen ⌚20 Min.
• Gesprek voeren in de supermarkt⌚15 Min.
• Afronden ⌚5 Min.

Hoe gaat het met je vandaag?

Herhaling les 1

• Wat zijn vraagwoorden?
• From where = ?
• Wenn = ?
• Why = ?
• Which = ?
• Welke zinnen hebben we geleerd om aan te geven wanneer we iemand niet verstaan/begrijpen. 

Smalltalk: Boodschappen doen

Thema: Uitspraak

Tips om uitspraak te verbeteren

• Veel Nederlandse tv en radio bekijken/beluisteren
• Luisteren naar native-speakers en herhalen wat ze zeggen
• Hardop lezen 
• Gebruik online tools/app om jouw uitspraak te verbeteren

The Dutch Language

• Klinkers (vowels)
• Medeklinkers (consonants)
• Specifieke klanken 
• Klemtoon (stress)

Klinkers (Vowels)

• Kort; a, e, i, o, u (zoals in "kat", "pet", "kip", "pot", "bus").
• Lang: aa, ee, ie, oo, uu (zoals in "maan", "neef", "lief", "boon", "duur").
• Diftongen: ei/ij, ou/au, ui (zoals in "mijn", "koud", "huis").

Medeklinkers (Consonants)

• Zacht: b, d, g, v, z (zoals in "boom", "dag", "goed", "vader", "zout").
• Hard: p, t, k, f, s (zoals in "pen", "tas", "kat", "fiets", "ster").

Specifieke klanken

• ch/g: De "ch" en zachte "g" worden uitgesproken zoals de "ch" in het Schotse "loch".
• r: De "r" kan rollend zijn of achter in de keel worden uitgesproken.
• sch: Uitgesproken als "s" gevolgd door een zachte "ch" (zoals in "school").
• j: Uitgesproken als een Engelse "y" (zoals in "yes").

Klemtoon (Stress)

• In Nederlandse woorden ligt de klemtoon vaak op de eerste lettergreep, maar er zijn uitzonderingen.
• Bijvoorbeeld: "vader" (VÁ-der), "vergeten" (ver-GÉ-ten).

Even oefenen..

Een kleine oefening..

1. Schrijf op wat je hoort

2. Spel jouw eigen naam

Pauze (10-15 Min.)

De getallen

Oefening

1. Schrijf op welk getal je hoort.

2. Wanneer ben je geboren?

Thema: De Tijd

Dagen en maanden

Feestdagen

Welke Nederlandse feestdagen kennen jullie al?

1. **Nieuwjaarsdag** - New Year's Day

2. **Pasen** - Easter

   - **Eerste Paasdag** - Easter Sunday

   - **Tweede Paasdag** - Easter Monday

3. **Koningsdag** - King's Day

4. **Dodenherdenking** - Remembrance Day

5. **Bevrijdingsdag** - Liberation Day

6. **Hemelvaartsdag** - Ascension Day

7. **Pinksteren** - Pentecost

   - **Eerste Pinksterdag** - Pentecost Sunday

   - **Tweede Pinksterdag** - Pentecost Monday

8. **Kerstmis** - Christmas

   - **Eerste Kerstdag** - Christmas Day

   - **Tweede Kerstdag** - Boxing Day (literally "Second Christmas Day")

Een gesprek in de supermarkt

Scenario 1: Vragen waar een product is

Scenario 2: Product niet kunnen vinden

Scenario 3: Prijs vragen

Scenario 4: Productinformatie vragen

Scenario 5: Klant vraagt om aanbeveling

Scenario 6: Betaalwijze vragen

Scenario 7: Klant vraagt naar openingstijden

Scenario 8: Vragen om hulp bij zelfscankassa

Scenario 9: Product terugbrengen

Scenario 10: Sociale interactie met een andere klant 

Afronding

• Taal staat voor communicatie
• Daarom is het belangrijk om:
  - Om herhaling te vragen
  - Aan te geven dat jouw taal nog niet op orde is
• Dit is menselijk en overkomt iedereen 😊