Par. 1.3 Werken met bronnen

Begintaak
  • Wat is het verschil tussen geschreven en ongeschreven bronnen?

2 minuten
Zelfstandig en in stilte
Weet je het niet? Kijk op blz. 14
Eerder klaar? Lees par. 1.3
timer
2:00
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Begintaak
  • Wat is het verschil tussen geschreven en ongeschreven bronnen?

2 minuten
Zelfstandig en in stilte
Weet je het niet? Kijk op blz. 14
Eerder klaar? Lees par. 1.3
timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

Planning
06/09: Par. 1.1 Wat is geschiedenis? + Par. 1.2 Wat heb je aan geschiedenis?
16/09: Par. 1.3 Werken met bronnen +  Par. 2.1 Mensen en hun culturen
23/09: Par. 1.5 Feiten, meningen en vooroordelen: wat zijn de verschillen +  Par. 2.2 Verzamelen en jagen: zo beginnen alle groepen.
30/09: Par. 1.4 Standplaatsgebondenheid: wat is dat? 
07/10: Par. 2.3 Overgang naar landbouw + Par. 1.6 Oorzaken en gevolgen: waarom altijd ingewikkeld?
14/10: SO H1 par. 1.1 t/m 1.6
HERFSTVAKANTIE
?10: Herhalingsles
?/10: Herhalingsles   



3 november toetsweek!

Slide 2 - Tekstslide

Programma
1. Uitleg par. 1.3 en par. 2.1
2. Opdrachten maken en bespreken
3. Afsluiten

Slide 3 - Tekstslide

Par. 1.3 opdrachten 1 en 2

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het einde van de les kan je in je eigen woorden uitleggen:

1. Wat zijn primaire en secundaire bronnen?
2. Hoe ontstond de moderne mens?
3. Geef een verklaring voor het verschil tussen culturen. 

ps: typ in je geschiedenis dossier

Slide 5 - Tekstslide

Wat zijn bronnen?

Objecten/voorwerpen dat rechtstreeks informatie geeft over het verleden (historische bron) en zelf dus ook uit het verleden komt. 

- GESCHREVEN en ONGESCHREVEN
- PRIMAIRE en SECUNDAIRE 

Slide 6 - Tekstslide

Griekse vaas, ongeschreven
Dagboek van Anne Frank, geschreven
Directe bronnen

Slide 7 - Tekstslide

PRIMAIRE BRONNEN

  • Gecreëerd zijn in het verleden door historische personen. 
  • Bedoeld of onbedoeld. 

SECUNDAIRE BRONNEN

  • Beschrijven het verleden.
  • Geven informatie over het verleden en worden gemaakt door onderzoekers of historici,  vaak door primaire bronnen te bestuderen. 

Slide 8 - Tekstslide

Is de afbeelding en directe of een indirecte bron?
A
directe
B
indirecte

Slide 9 - Quizvraag

Is de afbeelding en directe of een indirecte bron?
A
Directe
B
indirect

Slide 10 - Quizvraag

Wat voor een bron is dit?
A
Directe bron
B
Indirecte bron

Slide 11 - Quizvraag

Wat heb je aan bronnen?
  • Vragen en bronnen horen altijd samen. 
  • Je leert direct vragen te beantwoorden. 
  • Onderzoeken vaardigheden
  • Dit is handig voor nu en later. 

Slide 12 - Tekstslide

De Prehistorie
Homo sapiens

Prehistorie: vóór de uitvinding van het schrift.


Slide 13 - Tekstslide

Scheppingsverhaal
God heeft de aarde en de mens geschapen.
Adam en Eva

Slide 14 - Tekstslide

Evolutietheorie
  • Charles Darwin
  • Mensapen miljoenen jaren geleden gingen steeds meer rechtop lopen.

Slide 15 - Tekstslide

Evolutietheorie
Afrika:
  • Homo habilis
  • Homo erectus
  • Homo sapiens (wetende mensen)

Slide 16 - Tekstslide

Geef de betekenis van het woord "etnische".

Slide 17 - Open vraag

Mensen en hun culturen
De mens past zich aan zijn omgeving.

Etnische groepen: mensen met lichamelijk kenmerken die ander zijn dan bij andere groepen mensen. 

Slide 18 - Tekstslide

Wat is cultuur?
Het denken en doen van een bepaalde bevolkingsgroep. Tot cultuur behoren:
  • Economie 
  • Sociale omstandigheden
  • Politiek
  • Andere onderdelen of uitingen (bijv. taal, onderwijs, godsdienst, kunst, sport, etc.)

Slide 19 - Tekstslide

Hoofd- en deelvragen
Om een goed onderzoekje te kunnen doen, moet je voor jezelf goed duidelijk hebben wat je precies wil onderzoeken. 

Als je iets wilt onderzoeken, bedenk je twee soorten vragen:
hoofdvragen en deelvragen.
Hoofd- en deelvragen zijn altijd open vragen. Je kan nooit met alleen "ja" of "nee" beantwoorden. 

Slide 20 - Tekstslide

Deelvragen
  • Deelvragen helpen om de hoofdvraag te beantwoorden. 
  • Ze zijn specifieker. 
  • Hoofd- en deelvragen in een onderzoek geven antwoorden op de vragen: wie, wat, waar, welke, wanneer, hoe en waarom?

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht maken
Maak de opdrachten in je werkboek: 
Hoofdstuk 1, opdrachten 4, 6 en 7 (blz. 5 en 6)
Hoofdstuk 2 opdracht 4 (blz. 19)
Zelfstandig en in stilte!

10 minuten
Eerder klaar? Lees par. 1.4

timer
10:00

Slide 22 - Tekstslide

Afsluiten
Aan het einde van de les kan je in je eigen woorden uitleggen:

1. Wat zijn primaire en secundaire bronnen?
2. Hoe ontstond de moderne mens?
3. Geef een verklaring voor het verschil tussen culturen. 

Slide 23 - Tekstslide