Herhaling 4.1

Herhaling 4.1
Lees de extra uitleg en maak de extra opdrachten
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Herhaling 4.1
Lees de extra uitleg en maak de extra opdrachten

Slide 1 - Tekstslide

De eerste fabrieken
Industrialisatie = de opkomst van de productie in fabrieken
Huisnijverheid = werk dat mensen thuis voor een ondernemer doen om wat extra geld te verdienen

Slide 2 - Tekstslide

De eerste fabrieken






Uitvinders bedenken nieuwe machines om de productie te verhogen.


Wol                          Katoen

Slide 3 - Tekstslide

De eerste fabrieken

Van handkracht naar watermolens die spin- en weefmachines aandrijven

Slide 4 - Tekstslide


Stoommachine
Rond 1764 



  • Eerste werkende stoommachine van de industriële revolutie werd uitgevonden door Thomas Newcomen in 1712. Werd gebruikt om water uit kolenmijnen te pompen.
  • James Watt verbeterde de stoommachine zodat deze gebruikt kon worden om spin- en weefmachines aan te drijven.




Watermolens 
Stoommachines
Industriële revolutie = grote veranderingen door de komst van fabrieken, machines en stoomtreinen
De eerste fabrieken

Slide 5 - Tekstslide

Waarom werden de eerste machines dichtbij rivieren gebouwd?
A
De nieuwe machines pasten niet meer in huiskamers.
B
Het was makkelijker om spullen per boot te vervoeren.
C
Stromend water kon gebruikt worden om machines aan te drijven.

Slide 6 - Quizvraag

Oorzaken van de industrialisatie
  1. Verbeteringen in de landbouw --> hogere 
opbrengsten --> meer voedselaanbod --> bevolkingsgroei;
   2. Toename arbeidskrachten: Boeren trokken van het platteland naar de steden opzoek naar werk.
   3. Goedkope grondstoffen (o.a. katoen) beschikbaar uit Britse kolonies.
   4. Grote voorraden steenkool en ijzererts (Engeland) : brandstof voor stoommachines en staal voor machines en spoorwegen.
  5. Er werden steeds weer nieuwe machines uitgevonden --> maakte spullen goedkoper --> vraag bleef stijgen --> meer fabrieken nodig

Slide 7 - Tekstslide


Wat was niet een oorzaak van de industriële revolutie?
A
Huisnijverheid
B
Goedkope grondstoffen
C
Verbeteringen in de landbouw
D
Bevolkingsgroei

Slide 8 - Quizvraag

Gevolgen van de industrialisatie
  1.  Van een landbouw-stedelijke samenleving naar een industriële samenleving:    
         Huisnijverheid --> massaproductie (= met machines meer producten tegelijk produceren)
   2.  Infrastructuur: betere verbindingen over land 
en water om zo goedkoop mogelijk producten of
grondstoffen te vervoeren 
   3. Mensen trekken naar de stad: in industrie-
gebieden was veel werk --> grote steden
   4. Luchtverontreiniging: Toegenomen gebruik
van steenkool leidde tot luchtverontreiniging 
         ---> slecht voor gezondheid 
         ---> opwarming van de aarde

Slide 9 - Tekstslide

Welk gevolg van industrialisatie zie je hier?
A
industriële samenleving
B
infrastructuur
C
urbanisatie
D
luchtverontreiniging

Slide 10 - Quizvraag

Welk gevolg van industrialisatie zie je hier?
A
industriële samenleving
B
infrastructuur
C
urbanisatie
D
luchtverontreiniging

Slide 11 - Quizvraag

Zet de verschijnselen op de juiste volgorde, van links naar rechts, zodat er een logische volgorde ontstaat.
Meer vraag naar kleding
Techniek in de landbouw verbetert
De bevolking groeit
Meer voedsel

Slide 12 - Sleepvraag

Huiswerk
Van Paragraaf 4.1:
Opdracht: 5, 6, 7, 10 (blz. 22 en 23)
timer
15:00

Slide 13 - Tekstslide