practising mails
1 / 23
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Verbeter de fout
'Thank you for you're letter'
'Thank you for you're letter'
Slide 4 - Open vraag
Verbeter de fout
'i am twenty years old.
'i am twenty years old.
Slide 5 - Open vraag
Naar mijn mening
A
After my opinion
B
In my opinion
C
To my opinion
D
At my opinion
Slide 6 - Quizvraag
Ik zit op de Nassau
A
I sit on the Nassau
B
I go to the Nassau
C
I sit at the Nassau
D
I go at the Nassau
Slide 7 - Quizvraag
verbeter de zin; er staat 1 fout in
My favorite subject is math.
My favorite subject is math.
Slide 8 - Open vraag
I like ....... exercises in class
A
doing
B
making
Slide 9 - Quizvraag
Hoe vertaal je 'met vriendelijke groeten'
A
Greetings
B
with friendly greetings
C
Kind regards
D
Greetz
Slide 10 - Quizvraag
I am good.......... English
A
at
B
in
Slide 11 - Quizvraag
Ik wil graag mijn Engels verbeteren
A
I wanna improve my English
B
I want to improve my English
C
I would like to improve my English
Slide 12 - Quizvraag
Waar ben je in geïnteresseerd?
A
Where are you interested in?
B
What are you interested in?
C
what are you interested at?
Slide 13 - Quizvraag
Welk woord is fout? ' Witch subjects do you like at school?
Slide 14 - Open vraag
Ik ben een jongen en ik ben 16
A
I'm a 16 - years-old boy
B
I'm a 16 year old boy
C
I am a sixteen year old boy
Slide 15 - Quizvraag
Claire Smith werkt als onderwijzeres. Hoe begroet je haar als je een mail schrijft?
A
Dear Claire Smith,
B
Dear Ms. Smith,
C
Dear Miss,
D
Dear Sir/Madam,
Slide 16 - Quizvraag
Welke slotzin zou je kunnen gebruiken?
A
I am looking forward to your response.
B
Thank you for your help in this matter.
C
I look forward to hearing from you soon.
D
We look forward to receiving your reply.
Slide 17 - Quizvraag
"I am writing on behalf of the advertisement".
Klopt deze zin?
Klopt deze zin?
A
Ja
B
Nee
Slide 18 - Quizvraag
Wat betekent: "I am writing on behalf of.."
A
Ik schrijf u half..
B
Ik schrijf u over..
C
Ik schrijf u namens..
D
Ik schrijf u dringend..
Slide 19 - Quizvraag
"I lived 15 years in Breda and I don’t want to move."
Verbeter deze zin
Verbeter deze zin
Slide 20 - Open vraag
Wat is dus het verschil tussen
1. "I have lived in Breda for 15 years"
2. "I lived in Breda for 15 years"?
1. "I have lived in Breda for 15 years"
2. "I lived in Breda for 15 years"?
Slide 21 - Open vraag
Hello I am <name> 15 years old, I am a boy/girl and I live in the Netherlands.
A
ja
B
nee
Slide 22 - Quizvraag
schrijf een goede voorstelzin
