In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Quizvragen
Slide 1 - Tekstslide
Leg uit bij welk kenmerkend aspect de oprichting van het Indian National Congress past.
Slide 2 - Open vraag
Door het Verdrag van Allahabad kregen de Britten...
A
Het recht om belastingen te innen in Bengalen
B
Het recht om de Mogol-vorst te benoemen
C
Het recht om India te besturen
D
Het recht om thee gratis te exporteren
Slide 3 - Quizvraag
In welk jaar werd het Verdrag van Allahabad gesloten?
A
1685
B
1725
C
1765
D
1865
Slide 4 - Quizvraag
Zet in de juiste volgorde: A verdrag van Allahabad B Oprichting INC C Victoria keizerin van India D oprichting EIC E INC wordt meer radicaal
Slide 5 - Open vraag
Waardoor ontstond in 1857 een grote Opstand onder de Indiase soldaten?
Slide 6 - Open vraag
Verplichte jaartallen
1765
1857
1885
Opstand onder Indiase soldaten
Verdrag van Allahabad
Oprichting Indian National Congress
Slide 7 - Sleepvraag
Verdrag van Allahabad
East India Company
Opstand tegen Britten in 1857
Begin van het Britse Rijk
Onvrede over religieuze zaken
Handelsmonopolie
Queen Victoria keizerin van India
sluit verdragen met lokale vorsten
1765
Slide 8 - Sleepvraag
Het verdrag van Allahabad wordt gezien als het begin van het Britse Rijk. Waarom?
Slide 9 - Open vraag
Bedenk een cultureel-mentale reden voor het modern imperialisme. Geef daarbij een voorbeeld.
Slide 10 - Open vraag
Examenvragen
Slide 11 - Tekstslide
Tips: Examenvragen
Kijk hoeveel punten je voor de vraag kan krijgen, schrijf zoveel; streepjes op.
Ga op zoek naar de informatie die je (her) kent.
Als er een begrip in de vraag staat, leg die dan uit.
Herhaal een stukje van de vraag en schrijf dan je antwoord op.
(zie magister me examenvragen)
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
De deelnemers aan het Indian National Congress kwamen uit alle delen van India.
Toon dit aan met behulp van de foto op de vorige slide.
Slide 14 - Open vraag
Bron
Slide 15 - Tekstslide
Gebruik bron 3. De Britse textielproducenten winnen de concurrentiestrijd met Indiase producenten, hoewel het Indiase textiel van hogere kwaliteit is. De bron biedt een verklaring voor deze ontwikkeling. 3p 7 Toon dit aan door: uit te leggen welke verklaring de bron geeft voor de export van Brits textiel naar het buitenland en zonder bron een verklaring te geven voor het feit dat de Indiase textielproducenten door hun manier van produceren de concurrentiestrijd met de Britse textielproducenten verliezen.
Slide 16 - Open vraag
In 1857 stichtten de Britten in India universiteiten in Madras, Calcutta en Bombay. Op deze universiteiten kregen Indiërs les in het Britse rechtssysteem. Leg uit dat de oprichting van deze universiteiten past bij de opzet van het Britse bestuur in India. (2 punten)
Slide 17 - Open vraag
In 1875 kocht de Britse regering een groot deel van de aandelen van het Suezkanaal, waarmee het kanaal onder Britse controle kwam. De regering probeerde het parlement achter de aankoop van de aandelen te krijgen, met de argumenten dat controle over het Suezkanaal: 1 een economisch voordeel opleverde en 2 een versterking van het gezag over het Britse Rijk tot gevolg had. Geef voor beide argumenten aan welke redenering de regering hierbij volgde. (2 punten)
Slide 18 - Open vraag
(Examen)vragen
Slide 19 - Tekstslide
Leg uit in welke mate deze afbeelding representatief is voor het Britse bestuur in India in 1754.
Slide 20 - Open vraag
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
antwoord
Zeer representatief, want toen bestuurde een klein aantal Britten India met behulp van
inheemse vorsten en inheemse ambtenaren.
Slide 24 - Tekstslide
In 1875 kocht de Britse regering een groot deel van de aandelen van het Suezkanaal, waarmee het kanaal onder Britse controle kwam. De regering probeerde het parlement achter de aankoop van de aandelen te krijgen, met de argumenten dat controle over het Suezkanaal: 1 een economisch voordeel opleverde en 2 een versterking van het gezag over het Britse Rijk tot gevolg had. Geef voor beide argumenten aan welke redenering de regering hierbij volgde. (2 punten)