Les 26 mei en 2 juni

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
loopbaanbeleidingMBO

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van 10 naar 0

Slide 2 - Tekstslide

Van 10 naar 0 (energie)
De leerlingen staan in een grote cirkel. De benen staan een beetje uit elkaar, de armen langs het lichaam.
Iedereen doet tegelijk de linkerarm omhoog met een gebalde vuist. Dit doen ze tien keer. Tegelijkertijd wordt er hardop geteld. Dus: vuist omhoog (één!), vuist omhoog (twee!), vuist omhoog (drie!), enz.
Hetzelfde doen de leerlingen met hun rechterarm. Daarna doen ze weer hetzelfde, maar stampen nu met hun linkervoet op de grond en vervolgens hetzelfde met hun rechtervoet. Ook nu doen ze elke beweging tien keer en roepen erbij één tot en met tien. Als ze alle vier de bewegingen tien keer hebben gedaan, doen ze alle bewegingen nog een keer, maar nu per beweging negen keer. Daarna doen ze alle bewegingen nog een keer, maar nu per beweging acht keer, enz.
Dit gaat net zolang door tot ze elke beweging nog maar één keer hoeven te maken: linkervuist omhoog (één!) rechtervuist omhoog (één!), met de linkervoet stampen op de grond (één!), met de rechtervoet stampen op de grond (één!).
Dit is een echte energie-oefening en mag ook met veel energie, lekker fanatiek en snel worden uitgevoerd
2 waarheden 1 leugen

Slide 3 - Tekstslide

Deze activiteit bevordert:
netwerken
creativiteit
communicatie
Benodigd materiaal
papier (post-it)
pennen
Spelverloop/ instructie
Iedereen schrijft twee dingen op over zichzelf die WAAR zijn en één LEUGEN. Vervolgens mogen er vragen worden gesteld om te achterhalen wat waar en niet waar is bij de ander.
De studenten krijgen twee minuten de tijd om hun drie items op te schrijven. Afhankelijk van het aantal studenten krijgen ze de tijd om bij elkaar te achterhalen wat waar is en wat niet waar is.
       
Ra ra, waar ben ik?

Slide 4 - Tekstslide

Het achtergrondspel (rara waar ben ik)
De drama oefening ‘Het achtergrondspel’ is een improvisatiespel waarbij twee leerlingen een toneelstukje/gesprekje opvoeren. De twee leerlingen gaan voor een digibord staan waarna de leerkracht een powerpointpresentatie start. De leerlingen voeren een toneelstuk/gesprek op over het thema van de powerpoint slide. Dit kan bijvoorbeeld een strand zijn of een bekende stad. 
LET OP: studenten mogen niet benoemen waar ze zijn, ze zullen dit dus zo goed mogelijk kenbaar moeten maken in hun gesprek/toneelstukje. 
De rest van de groep moet raden waar de studenten zijn. laat per duo 2 of 3 plekken zien (afhankelijk van aantal studenten)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

       
Ra ra, waar ben ik?

Slide 8 - Tekstslide

Het achtergrondspel (rara waar ben ik)
De drama oefening ‘Het achtergrondspel’ is een improvisatiespel waarbij twee leerlingen een toneelstukje/gesprekje opvoeren. De twee leerlingen gaan voor een digibord staan waarna de leerkracht een powerpointpresentatie start. De leerlingen voeren een toneelstuk/gesprek op over het thema van de powerpoint slide. Dit kan bijvoorbeeld een strand zijn of een bekende stad. 
LET OP: studenten mogen niet benoemen waar ze zijn, ze zullen dit dus zo goed mogelijk kenbaar moeten maken in hun gesprek/toneelstukje. 
De rest van de groep moet raden waar de studenten zijn. laat per duo 2 of 3 plekken zien (afhankelijk van aantal studenten)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

       
Ra ra, waar ben ik?

Slide 13 - Tekstslide

Het achtergrondspel (rara waar ben ik)
De drama oefening ‘Het achtergrondspel’ is een improvisatiespel waarbij twee leerlingen een toneelstukje/gesprekje opvoeren. De twee leerlingen gaan voor een digibord staan waarna de leerkracht een powerpointpresentatie start. De leerlingen voeren een toneelstuk/gesprek op over het thema/plek van de powerpoint slide. Dit kan bijvoorbeeld een strand zijn of een bekende stad. 
LET OP: studenten mogen niet benoemen waar ze zijn, ze zullen dit dus zo goed mogelijk in hun gesprek moeten omschrijven. het gaat hierbij om improvisatie 
De rest van de groep moet raden waar de studenten zijn. laat per duo 2 of 3 plekken zien (afhankelijk van aantal studenten).

Slide 14 - Tekstslide

Werkvorm: Het bankje in het park
De drama oefening ‘Het bankje in het park’ is een improvisatiespel met twee varianten. Bij beide varianten zet je drie krukken naast elkaar die het bankje in het park vormen.
In de eerste variant nemen drie leerlingen plaats op de krukken. De drie leerlingen spelen drie verschillende personages die ze gekregen hebben door een kaartje te trekken bij de leerkracht. De drie leerlingen gaan een conversatie voeren waarin ze hun rol overdrijven. De overige klasgenoten moeten aan de hand van de dialoog op het bankje raden welke drie personages er in het spel uitgebeeld zijn.

De tweede variant is een inspringspel. Dit keer begint er één leerling op het bankje en zijn er twee krukken vrij. Leerlingen die een leuk idee hebben kunnen hun vinger opsteken. De leerkracht kan bepalen wie er mag inspringen in het spel. Wanneer er drie leerlingen op de krukken zitten zorgt de leerling die als eerste op de kruk zat dat het gesprek zo verloopt dat hij/zij als eerste het bankje weer verlaat.
Wat heb je uit deze les gehaald?
(denk bijvoorbeeld aan:
je doelen/uit je comfortzone/plezier etc)

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies