Clase 1

stopwatch
00:00
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

stopwatch
00:00

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Los objetivos de doelen
Después de esta clase ....Na deze les.....

- Kan ik mezelf of een andere beschrijven (uiterlijk en eigenschappen).

Slide 3 - Tekstslide

El esquema het schema
1. Repaso herhaling
2. Ser y Estar .....?
3 Manos a la obra we gaan werken


Slide 4 - Tekstslide

Repaso Herhaling

Slide 5 - Tekstslide

Hoe kun je iemand in het Spaans begroeten?
A
¡hola!
B
¡buenos días!
C
bonjour!
D
ciao!

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de hoofdstad van Spanje?
A
Barcelona
B
Madrid

Slide 7 - Quizvraag

Woorden die op een A eindigt zijn meestal....
A
Vrouwelijk (La)
B
Mannelijk (El)

Slide 8 - Quizvraag

De familie
A
el familia
B
la familia
C
los familias
D
las familias

Slide 9 - Quizvraag

YO
Hermano
Hermana
Mamá
Papá
Abuelos
Abuela
Abuelo

Slide 10 - Sleepvraag

Sleep de gele cijfers naar de groene getallen!
uno
dos
tres
cuatro
cinco
seis
siete
ocho
nueve
diez
Once
Doce
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
12
11

Slide 11 - Sleepvraag

Wat betekent Feliz Navidad?
A
Gelukkig kerstfeest
B
Hoera, ik heb bijna kerstvakantie!
C
Je hebt de quiz gewonnen
D
Gelukkig nieuwjaar

Slide 12 - Quizvraag

A: Hola, Buenos días. ¿Cómo estás?
Bien, ¿ y tú?
Bien, gracias. ¿Cómo te llamas?
Me llamo Juan, ¿y tú?
Me llamo Ana, mucho gusto.

Slide 13 - Sleepvraag

Tengo trece años ¿Dónde vives?
Vivo en Ámsterdam, ¿y tú?
Yo también vivo en Ámsterdam. 
¿Cuántos años tienes?
Tengo once años, ¿y tú?

Slide 14 - Sleepvraag

Slide 15 - Tekstslide

het werkwoord 'ser en estar' betekent...
A
hebben
B
zijn

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Ser (Permanent)
Estar (tijdelijk)
Datum
Tijd
Emotie
Uiterlijk
Beroep
Nationaliteit
Plaats

Slide 18 - Sleepvraag

¡Vamos a practicar!
1.Yo __________ holandés.
2.Tú __________ Pedro.
3.Yo no __________ cansado (moe).
4.Ella __________ abogada (advocaat).
5.Juan y Pedro __________ simpáticos.
6. Mi abuela __________ italiana.
7.Nosotros __________ hartos (heb genoeg van)de todo.
8. Mi vecina __________ periodista (journalist).
Los estudiantes __________ contentos (blij).
timer
3:00

Slide 19 - Tekstslide

Las respuestas
  1. soy
  2. eres
  3. estoy
  4. es
  5. son
  6. es
  7. estamos
  8. es
  9. están

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

timer
10:00

Slide 23 - Tekstslide

¡Ahora tú!


Beschrijf jouw buurvrouw/man, jezelf of iemand anders!

Slide 24 - Tekstslide

Estudiante = student
Simpático/a = sympathiek (vriendelijk)
Inteligente = slim
Alto/a = lang
Deportista = atleet
Amable = aardig
Rapido/a = snel



timer
1:00

Slide 25 - Tekstslide

Beschrijving....
- Es una chica
- Tiene 44 años.
- Es baja
- Es morena
- Tiene el pelo largo y rizado. 
- Tiene los ojos marrones.
- Es muy amable.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

¡Ahora tú!


Beschrijf jouw buurvrouw/man, jezelf of iemand anders!
timer
4:00

Slide 28 - Tekstslide

Is het doel bereikt?
Ik kan mezelf of een andere beschrijven (uiterlijk en eigenschappen).
No
Más o menos

Slide 29 - Poll

Slide 30 - Tekstslide