1.5op 12-10-2022

1.5  Machtige staten 
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

1.5  Machtige staten 

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Terugblik
  • Uitleg
  • Aan de slag
  • Afsluiten  

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer veranderde de prehistorie in de historie?
A
het jaar 0
B
het moment dat mensen konden schrijven
C
het moment dat mensen op een plek bleven wonen
D
het moment dat de landbouw ontstond

Slide 3 - Quizvraag

Waar ontstonden de eerste landbouwsamenlevingen?
A
Europa
B
Amerika
C
het Midden-Oosten
D
Azië

Slide 4 - Quizvraag

Is dit een primaire of
secundaire bron?
A
Primair
B
Secundair

Slide 5 - Quizvraag

Noem zelf een voorbeeld van een secundaire bron

Slide 6 - Open vraag

Wat is een revolutie?
A
een kleine verandering in korte tijd
B
een grote verandering in een lange tijd
C
een kleine verandering in een lange tijd
D
een grote verandering in een korte tijd

Slide 7 - Quizvraag

Rond 3000 v. Chr. was het verschil tussen Europa en het Nabije Oosten dat er in het Nabije Oosten al steden en stadstaten ontstonden en in Europa dorpen bleven.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

In Egypte ontstonden voedseloverschotten door?
A
Vruchtbare slib en irrigatielandbouw.
B
Vruchtbare slib en goede landbouwmethoden.
C
Irrigatielandbouw en goed beheer ervan.

Slide 9 - Quizvraag

Je kon koning worden in Egypte als je
A
Als boer heel erg rijk te worden door de landbouw en dan de macht te grijpen.
B
Als boer goed met boeren samen te werken en ze zo te manipuleren dat ze je steunen.
C
Als boer andere boeren goed kon laten samenwerken, de organisatie van de irrigatiewerken te regelen.

Slide 10 - Quizvraag

Een voorbeeld van een ambacht is?
A
Schrijver
B
Ambtenaar
C
Timmerman
D
Slager

Slide 11 - Quizvraag

Een staat is 1 land met vaste grenzen en één bestuur
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Hoe heet deze vorm van
landbouw?
A
akkerbouw
B
veeteelt
C
vegetatie
D
irrigatie

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een staat?
A
Een land met duidelijke grenzen en een eigen bestuur
B
Een provincie binnen een gebied
C
Een provincie binnen een land
D
Een land met een koning

Slide 14 - Quizvraag

1.5- Machtige staten

Slide 15 - Tekstslide

  • Vruchtbare halve maan 
  • 10.000 V.C 

  • Verspreidde snel> rond 3000 V.C alle jagers-verzamelaars boer

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Irrigatie
  • Jaarlijkse overstroming in de zomer> waaronder akkers
  • Slik blijft achter (vruchtbare modder)
  • Met kanalen en dammen genoeg wateropslag voor droge seizoenen 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

gevolgen 
  • Belangrijk dat boeren goed samenwerken> grote boeren nemen organisatie op zich en worden soort nieuwe leiders
  • Voedseloverschotten leidden tot:
  1. bevolkingsgroei
  2. hogere levensverwachting
  3. dorpen veranderden in steden
  4. ontstaan nieuwe beroepen 

Slide 20 - Tekstslide

Egypte
  • Vanaf 3500 V.C > steeds meer steden gingen samenwerken
  • Ontstaan 2 landen: Boven Egypte & Beneden Egypte
  • 3000 V.C> leider van boven Egypte greep macht over Beneden Egypte

  • Vanaf nu: alle Egyptenaren vielen onder bestuur van één Farao en Egypte werd een staat

Slide 21 - Tekstslide

Staat
  • een land met duidelijke grenzen, dat valt onder één bestuur
  • Egypte; Farao>
Leider van het oude Egypte


Slide 22 - Tekstslide

Bestuur 
  • Farao kreeg hulp van ministers en ambtenaren:
  1. Hield toezicht op naleven wetten
  2. gaf leiding aan onderhoudt irrigatiesysteem
  3. Haalde belasting op 

Slide 23 - Tekstslide

Belastingen
  • loon voor ambtenaren
  • ambachtslieden en kunstenaars die werken voor de staat
  • paleizen en graftombes
  • oorlog  

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

1.6 - Priesters en mummies 

Slide 26 - Tekstslide

Sociale verschillen 
  • Farao en hoge bestuurders vormden 'elite' 
  • onderaan slaven>
gevangen soldaten of Egyptenaren met schuld

Slide 27 - Tekstslide

Geloof
  • Polytheïsme: meerdere goden
  • half mens/half dier
  • in tempels brachten priesters offers namens het volk
  • Rituelen waren noodzakelijk om goden tevreden te houden 

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Na de dood...
  • Goden bepalen wiens ziel in het hiernamaals terecht komt> eerst goed leven leiden
  • Osiris 
  • 's nachts naar het dodenrijk, overdag naar het lichaam 

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

wat is Polytheïsme?
A
een geloof met maar één god
B
een geloof zonder god
C
een geloof met meerdere goden
D
meerdere geloven samen

Slide 35 - Quizvraag