Hart les 2

Het hart en bloedvaten(les 2)
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Het hart en bloedvaten(les 2)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen hart
Je kunt:
  • Uitleggen wat de grote en kleine bloedsomloop is. 
  • Drie soorten bloedvaten in het lichaam onderscheiden en de kenmerken ervan beschrijven.
  • Beschrijven hoe de bloeddruk werkt



Slide 2 - Tekstslide

Iemand eigenaar maken van 1 leerdoel. Einde les leerdoel samenvatten
Terugblik

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar liggen de kransslagaders?
A
In je hoofd
B
In je longen
C
In je hart
D
In je benen

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van het hart?
A
Alle organen voorzien van zuurstof
B
Alle organen voorzien van zuurstof en voedingsstoffen
C
Alle organen voorzien van voedingsstoffen
D
liefde

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De bovenste ruimtes van het hart noem je de
A
Kamers
B
Boezems
C
Hartwand

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we de grootste lichaamsslagader?
A
longslagader
B
aorta
C
holle ader
D
longader

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke kant van het hart pompt het bloed naar weefsels en organen?
A
Links
B
Rechts
C
Links en Rechts

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


De wanden van het hart
A
zijn overal even dik
B
zijn bij de linkerkamer dikker dan de rechterkamer
C
zijn bij de rechterkamer dikker dan bij de linkerkamer
D
zijn bij de boezems dikker dan bij de kamers

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het hart krijgt ZELF zuurstofrijkbloed dankzij de:
A
Longader
B
Kransslagader
C
Kransader
D
Aorta

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het hart pompt zuurstofrijk bloed
in de:
A
Longslagader
B
Longader
C
Aorta
D
Holle ader

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is er bijzonder aan de longader?
A
De bloeddruk is er hoog
B
Hij loopt van het hart af
C
Hij bevat zuurstofrijk bloed
D
Hij heeft een gespierde wand

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

.... brengt het zuurstofarme bloed afkomstig van de buikholte en de onderste extremiteiten naar het hart.
A
Bovenste holle ader
B
Longader
C
Onderste holle ader

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

.... brengt zuurstofrijk bloed vanuit de longen naar de linkerboezem.
A
Longslagader
B
Longader
C
Bovenste holle ader

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De hartkleppen zorgen
ervoor dat bloed
A
sneller stroomt
B
niet terugstroomt in de boezems
C
niet terugstroomt in de kamers
D
langzamer stroomt

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Via ..... stroomt het bloed naar organen, cellen en weefsel van het lichaam.
A
Longader
B
Aorta
C
Bovenste holle ader

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarmee wordt de rechter- en linker helft van het hart gescheiden?
A
hartkleppen
B
kleppen
C
harttussenwand
D
daar zit niets

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe loopt de kleine bloedsomloop?
A
hart, longen, hart
B
hart, lichaam, hart
C
lichaam, hart
D
longen, hart

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de volgorde van de
grote bloedsomloop?
A
Rechter kamer, aorta, organen en weefsels, onderste en bovenste holle ader, linker boezem
B
Rechter kamer, onderste en bovenste holle ader, organen en weefsels, aorta, linker boezem
C
Linker kamer, aorta, organen en weefsels, onderste en bovenste holle ader, rechter boezem
D
Linker kamer, onderste en bovenste holle ader, organen en weefsels, aorta, rechter boezem

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

3 types bloedvaten: ​

Slagaders​
Haarvaten​
Aders 


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slagaders
Bloed van hart naar organen ​

Hoge druk ​
Stevige dikke wand​
‘Hartslag’ voelbaar door uitzetting​

Vb. aorta, longslagader ​





Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Haarvaten
Netwerk ​

Bij elk orgaan​
Zo dun als een haar ​
Uitwisseling zuurstof / voedingsstoffen / afvalstoffen ​
Bloed <--> weefsel 



Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aders
Dunne wand, breed vat ​

Soms met kleppen (armen / benen) ​
Bloed van organen => hart 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloeddruk 
  • Pompkracht hart en wijdte bloedvaten = Bloeddruk (tensie) 

  • Onderdruk/diastolische waarde = wordt gemeten als het hart ontspant.
  • Bovendruk/systolische waarde = wordt gemeten als het hart samentrekt

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoge/lage bloeddruk
Normale bloeddruk = 120/80
Hypertensie = hoge bloeddruk, bovendruk hoger dan 140
Hypotensie = lage bloedruk, Vrouwen 100/60, mannen 110/70 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Werk in TM aan het hoofdstuk Bloed en bloedsomloopstelsel. Alleen de vragen over het hart (vanaf opdr 8?)

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies