present perfect/ past simple_review lesson 10 September

GOOD MORNING CLASS
Put your book + notebook + pen on your desk.
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavo, havoLeerjaar 2-4

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

GOOD MORNING CLASS
Put your book + notebook + pen on your desk.

Slide 1 - Tekstslide


- brain teaser
- past simple VS present perfect review (15 min.)
- homework check (10 min) 
-  self-study time (20 min.)

Slide 2 - Tekstslide

     What has a head and a tail but no body?

Slide 3 - Tekstslide

need a clue?
c _ _ n

Slide 4 - Tekstslide

A coin

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Past Simple   

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide


Singaalwoorden voor de Past Simple 

Yesterday 

Last month 

l
ast week 

this morning 

two weeks ago 
last night 
last year 

during World War II 
on Sunday 
back then 




vervoeging van de werkwoorden
ww + ed bij regelmatige werkwoorden 



uitzondering = onregelmatige werkwoorden - die moet je LEREN ,

Slide 9 - Tekstslide

           Present perfect
               
             have of has +
      voltooid deelwoord

Slide 10 - Tekstslide

       Voltooid deelwoord 
            
  
1
regelmatige werkwoorden:
                       werkwoord + ed

onregelmatige werkwoorden:
                        derde woord uit het rijtje
                         to fly - flew - flown
2

Slide 11 - Tekstslide

Vragen maken in de present perfect
zet have/has aan het begin van de zin
vb
  • He has eaten at a restaurant.
  • He has not eaten at a restaurant.
Onkenningen maken in de present perfect
                         zet not achter have of has
                          
  • He has eaten at a restaurant.
  • Has he eaten at a restaurant?
vb

Slide 12 - Tekstslide

Present Perfect
Wordt gebruikt als iets in het verleden is gebeurd en nog niet is afgelopen
Wordt gebruikt voor ervaringen, iets wat je altijd al hebt willen doen of iets wat je nog nooit hebt gedaan

Slide 13 - Tekstslide

before / lately / up till now /for / for how long /just 
already / never /ever / since / so far / yet
Signaalwoorden :
(als deze woorden in de zin staan moet je meestal de present perfect gebruiken)

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Uitzondering:
het is wel al afgelopen maar je gebruikt toch 
de present perfect

Het is afgelopen maar het resultaat is belangrijker dan wanneer het is gebeurd.


Bijv: I have lost my keys.

Je bent niet meer bezig je sleutels te verliezen. Het resultaat (bijv. Je kunt je huis niet in) is belangrijker dan wanneer het is gebeurd.

Slide 16 - Tekstslide

past simple
nee
present perfect
(have/has volt dw)
ja
Staat er in de zin
wanneer het is gebeurd?
ja
nee
present perfect
(have/has volt dw)
  • ww + ed 
  • 2e vorm onr

ja
no
No
ja
Is het al afgelopen?

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Homework check

p. 27 / ex. 16 & 17

Slide 19 - Tekstslide

Self-Study Time

  • Read the text on p. 28 & 29  ex. 1-4
  • Done? Learn vocab 1.3        (p. 58 & 59)

timer
13:00

Slide 20 - Tekstslide


reminder!

take your (working)earphones with you!
      Take care! See you tomorrow : )

Slide 21 - Tekstslide