Grammatica zd: het lijdend voorwerp

Herhaling grammatica zinsdelen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Herhaling grammatica zinsdelen

Slide 1 - Tekstslide

De aanpak:

1.  Zoek de persoonsvorm
2. Verdeel de zin in zinsdelen
3. Zoek het onderwerp van de tekst:
    wie/wat + pv?
4. Zoek het werkwoordelijk gezegde
    alle werkwoorden, gesplitste werkwoorden, aan het en te





Slide 2 - Tekstslide


Neem de dikgedrukte zin over noteer de persoonsvorm in hoofdletters. Verdeel de zin daarna in zinsdelen. 
De leerlingen van klas h1a hebben veel geoefend met de zinsdelen.

Slide 3 - Open vraag


De brandweer was de grote brand aan het blussen.

Wat is het werkwoordelijk gezegde van deze zin?
A
was
B
blussen
C
was blussen
D
was aan het blussen

Slide 4 - Quizvraag


Tijdens zomerse dagen zullen de koeien door de boer in wei worden gezet.
Wat is het onderwerp van deze zin?
A
Tijdens zomerse dagen
B
de koeien
C
de boer
D
door de boer

Slide 5 - Quizvraag


Tijdens zomerse dagen zullen de koeien door de boer in wei worden gezet.
Wat is het werkwoordelijk gezegde van deze zin?
A
worden gezet
B
zullen worden gezet
C
gezet
D
zullen worden

Slide 6 - Quizvraag

 De aanpak (vervolg)


5. Zoek het lijdend voorwerp
    Wie/wat + wg + ow?

Let op: Niet in elke zin staat een lv
             Een lv begint nooit met een voorzetsel!





Slide 7 - Tekstslide

 
voorbeeld: 

De burgemeester wil het goede nieuws vertellen.







Slide 8 - Tekstslide

 voorbeeld: 

De burgemeester /wil/ het goede nieuws / vertellen.

pv: wil (wilde) - streep voor en achter de pv
alles voor de pv is een zinsdeel
vertellen is een werkwoord streep voor en achter het ww
een goede nieuws blijft over en dat kun je voor de pv zetten.








Slide 9 - Tekstslide

 De burgemeester/wilde/het goede nieuws/vertellen.
 
pv: wilde 
ow: de burgemeester 
wg: wilde vertellen 

vraag lv: Wat wilde de burgemeester vertellen?
    het goede nieuws
lv: het goede nieuws




Slide 10 - Tekstslide


Dat geweldige feestje heeft mijn oudste broer georganiseerd.
Wat is het onderwerp van deze zin?
A
Dat geweldige feestje
B
mijn broer
C
heeft georganiseerd
D
mijn oudste broer

Slide 11 - Quizvraag


Die oude boom heeft de boswachter gisteren omgehakt.
Wat is het lijdend voorwerp van deze zin?
A
Die oude boom
B
de boswachter
C
heeft omgehakt
D
gisteren

Slide 12 - Quizvraag


Soms begint het lijdend voorwerp met een voorzetsel.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag


Bestel jij een paar broden voor mij?
Wat is het lijdend voorwerp van deze zin?
A
jij
B
broden
C
een paar broden
D
voor mij

Slide 14 - Quizvraag


Ons zieke hondje wordt binnenkort geopereerd.

In deze zin staat ...
A
wel een lijdend voorwerp
B
geen lijdend voorwerp

Slide 15 - Quizvraag


Waarom laat de manager zijn werknemers nooit uitpraten?
Wat is het lijdend voorwerp van deze zin?
A
de manager
B
zijn werknemers
C
zijn werknemers nooit uitpraten
D
geen lv

Slide 16 - Quizvraag

- Ga naar Nieuw Nederlands (boek blz. 118
  en verder-  online mag ook)

- Maak opdr. 1 t/m 4
  

Slide 17 - Tekstslide