. Kan de vormen, omvang, het ontstaan en de
gevolgen van huiselijk geweld benoemen en
uitleggen.
2. Kan signalen (verbaal/ non-verbaal) die kunnen
wijzen op huiselijk geweld benoemen.
3. Kan uitleggen wat grensoverschrijdend gedrag is.
4. Kan signalen van grensoverschrijdend gedrag
benoemen.