12.2 Kracht en beweging

12.2 Kracht en beweging
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScienceMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

12.2 Kracht en beweging

Slide 1 - Tekstslide

Welke dieren zijn teengangers?
A
Kameel, leeuw, hyena
B
Leeuw, hyena
C
Rat, leeuw
D
Kameel, rat, hyena

Slide 2 - Quizvraag

Gewervelden hebben een ...
A
Inwendig skelet
B
Uitwendig skelet
C
Geen skelet

Slide 3 - Quizvraag

Is een geit een zoolganger, teenganger of een topganger?
A
Topganger
B
Teenganger
C
Zoolganger

Slide 4 - Quizvraag

Leerdoelen 12.2
  • Je kan uitleggen hoe zwaartekracht, waterkracht, windkracht, motorkracht en motorkracht kunnen zorgen voor beweging (1)

  • Je kan uitleggen wat er bedoeld wordt met gemiddelde snelheid (1)

  • Je kan rekenen met de volgende formule: Vgem = s : t (2)

  • Je kan verschillende eenheden naar elkaar omrekenen (2)

Slide 5 - Tekstslide

Soorten krachten 
  • Zwaartekracht
  • Windkracht
  • Spierkracht
  • Veerkracht
  • Wrijvingskracht 
  • Magnetische kracht 
  • Kleefkracht
  • Elektrische kracht 

Slide 6 - Tekstslide

Snelheid
  • Als je rijdt of fietst fiets je niet steeds met dezelfde snelheid, vaak bereken je over een hele weg de gemiddelde snelheid

  • De gemiddelde snelheid kan je berekenen in meter per seconde of kilometer per uur

Slide 7 - Tekstslide

Huiswerk
KGT: 12.2 Opdracht 1 t/m 7 (blz 87)
HV: 12.2 Opdracht 1 t/m 10 (blz 115)

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen 12.2
  • Je kan uitleggen wat de netto kracht is (1)

  • Je kan uitleggen wat er bedoeld wordt met gemiddelde snelheid (1)

  • Je kan rekenen met de volgende formule: v = s : t (2)

  • Je kan verschillende eenheden naar elkaar omrekenen (2)

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Gemiddelde snelheid berekenen
v = snelheid (km/h of m/s)
s =  afstand (km of m)
t = tijd (h of s)

Slide 12 - Tekstslide

Berekenen






Als je met meter werkt, dan moet de tijd in seconden zijn. Werk je met km dan is de tijd in uren!
Grootheid
Symbool
Eenheid
Formule
tijd
t
afstand
s
gemiddelde snelheid
Vgem

Slide 13 - Tekstslide

Berekenen






Als je met meter werkt, dan moet de tijd in seconden zijn. Werk je met km dan is de tijd in uren!
Grootheid
Symbool
Eenheid
Formule
tijd
t
Uren/seconden
t = s : V
afstand
s
gemiddelde snelheid
Vgem

Slide 14 - Tekstslide

Berekenen






Als je met meter werkt, dan moet de tijd in seconden zijn. Werk je met km dan is de tijd in uren!
Grootheid
Symbool
Eenheid
Formule
tijd
t
Uren/seconden
t = s : V
afstand
s
Km / meter
s = V x t
gemiddelde snelheid
Vgem

Slide 15 - Tekstslide

Berekenen






Als je met meter werkt, dan moet de tijd in seconden zijn. Werk je met km dan is de tijd in uren!
Grootheid
Symbool
Eenheid
Formule
tijd
t
Uren (h) / seconden
t = s : V
afstand
s
Km / meter
s = V x t
gemiddelde snelheid
Vgem
Km/h of m/s
V = s : t

Slide 16 - Tekstslide

afstand = snelheid x tijd
snelheid = afstand : tijd
tijd = afstand : snelheid

Slide 17 - Tekstslide

Voorbeeld 1
- Je fietst 5 km en doet hier 0,8 uur over. Bereken de gemiddelde snelheid

  •  Gegeven: Afstand (s) = 5 km & tijd (t) = 0,8 uur (km en uren horen bij elkaar)
  •  Gevraagd: Vgem
  •  Formule: Vgem = Afstand (s) : tijd (t)
  •  Berekening: Vgem = 5 : 0,8 = 6,25
  •  Antwoord: Vgem = 6,25 km/h

Want de eenheden waren km en uur, dus km/h

Slide 18 - Tekstslide

Voorbeeld 2
- Je fietst 16000 m en doet hier 0,8 uur over. Bereken de gemiddelde snelheid

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeeld 2
- Je fietst 16000 m en doet hier 0,8 uur over. Bereken de gemiddelde snelheid
16000 meter / 1000 = 16 kilometer


Slide 20 - Tekstslide

Voorbeeld 2
- Je fietst 16000 m en doet hier 0,8 uur over. Bereken de gemiddelde snelheid
16000 meter / 1000 = 16 kilometer
  • Gegeven: afstand (s) = 16 kilometer en tijd (t) = 0,8 uur
  • Gevraagd: V
  • Formule: V = s : t
  • Berekening: V = 16 : 0,8 = 20
  • Antwoord: V = 20 km/h


Slide 21 - Tekstslide

Voorbeeld 3
De Thalys legt 400 km af in 2 h en 40 min. Bereken de gemiddelde snelheid

1. Gegeven:   Afstand (s) = 400 km
                            Tijd (t) = 2 uur en 40 min
                              
                        

Slide 22 - Tekstslide

Voorbeeld 3
De Thalys legt 400 km af in 2 h en 40 min. Bereken de gemiddelde snelheid

1. Gegeven:   Afstand (s) = 400 km
                            Tijd (t) = 2 uur en 40 min

                         40 min = 40 : 60 = 0,67 uur
                           2 uur  en 40 min =====> 2 uur + 0,67 uur =2,67 uur
                              
                        

Slide 23 - Tekstslide

Voorbeeld 3
2. Gevraagd:                2.        (gem. snelheid)

3. Formule:                     3.  


4. Uitrekenen:              4.
 
5.   Antwoord                 5.  de gemiddelde snelheid is 150 km/h
υ=ts
v=2,67400
v

Slide 24 - Tekstslide

Snelheid
- De eenheid van snelheid is in Km/u of m/s
- De afkorting van snelheid is v (velocity)

Slide 25 - Tekstslide

Huiswerk
KGT: 12.2 Opdracht 8 t/m 18 (blz 88)
HV: 12.2 Opdracht 11 t/m 21 (blz 115)

Slide 26 - Tekstslide

Controlevraag
- Je fietst 15 minuten en je gemiddelde snelheid is 16 km/h. Bereken de afgelegde afstand.

Slide 27 - Tekstslide

afstand = snelheid x tijd
snelheid = afstand : tijd
tijd = afstand : snelheid

Slide 28 - Tekstslide

Controlevraag
- Je fietst 15 minuten en je gemiddelde snelheid is 16 km/h. Bereken de afgelegde afstand.

  •  Gegeven: Tijd (t) = 15 minuten & gemiddelde snelheid (v) = 16 km/h
  •  Gevraagd: Afstand (s)
  •  Formule: Afstand (s) =  Gemiddelde snelheid (v) x Tijd (t)
  •  Berekening: Afstand (s) = 16 x 0,25 = 4
  •  Antwoord: Afstand = 4 kilometer


Slide 29 - Tekstslide