- On, in and at
On: Wordt gebruikt bij dagen en data
Voorbeeld: ''On Monday...'' and ''On the 11th of September...''
In: Wordt gebruikt bij maanden, jaartallen, seizoenen en dagdelen
Voorbeeld: '' In April....'', ''In 2018....''
At: wordt gebruikt om te zeggen hoe laat het is en bij een paar vaste uitdrukkingen
Voorbeeld: '' At 9 o'clock....''