leesstrategieën

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
1) Je kunt de vier verschillende leesstrategieën opnoemen en uitleggen wat ze betekenen.

Slide 2 - Tekstslide

Leesstrategieën
Je kunt een tekst op verschillende manieren lezen. Dat ligt aan het doel waarmee je leest. Er zijn verschillende leesstrategieën:

  • Verkennend lezen 
  • Globaal lezen 
  • Zoekend lezen
  • Intensief lezen


Slide 3 - Tekstslide

Verkennend lezen 
Als je een tekst verkennend leest, bekijk je de tekst om snel te bepalen wat de tekstsoort en het onderwerp van de tekst zijn.


Na verkennend lezen kun je voorspellen wat er in de tekst aan bod komt.


Slide 4 - Tekstslide

Globaal lezen 
Als je een tekst globaal leest, lees je delen van de tekst die je het meest vertellen over de inhoud van de tekst. In grote lijnen.

De volgende onderdelen vertellen het meest over de inhoud:
  • de inleiding 
  • de eerste en laatste zin van elke alinea


Slide 5 - Tekstslide

Zoekend lezen 
Stappenplan:
1. Ga na welke informatie je nodig hebt.
2. Lees de tekst verkennend. (tekstsoort en onderwerp)
3. Zoek de informatie die je nodig hebt op in de tekst. (tussenkopjes, tabellen, diagrammen)
4. Lees het stukje tekst waarin de informatie staat intensief.

Slide 6 - Tekstslide

Intensief lezen 
Als je een tekst volledig moet of wilt begrijpen, moet je de tekst intensief lezen.
Dit houdt in dat je nauwkeurig leest.
Dit doe je als je bijvoorbeeld een werkstuk moet maken of een tekst voor een examen leest.
Je weet dan wat de hoofdgedachte van een tekst is.

Slide 7 - Tekstslide

De hoofdgedachte 
De belangrijkste gedachte die de schrijver over het onderwerp heeft.
De kortste samenvatting van de tekst (1 zin).

Slide 8 - Tekstslide

verkennend lezen
globaal lezen
zoekend lezen
intensief lezen
ik zoek informatie op
ik weet nu de hoofdgedachte
ik lees de inleiding
ik weet nu het onderwerp

Slide 9 - Sleepvraag

Wanneer je snel wil vaststellen of een tekst bruikbaar is, dan lees je:
A
verkennend
B
globaal
C
zoekend
D
intensief

Slide 10 - Quizvraag

Wanneer je de tekst goed wil begrijpen, dan lees je:
A
verkennend
B
globaal
C
zoekend
D
intensief

Slide 11 - Quizvraag

Wanneer je zoekt naar bruikbare informatie, dan lees je:
A
verkennend
B
globaal
C
zoekend
D
intensief

Slide 12 - Quizvraag

Moet je elke examentekst gelijk intensief gaan lezen?
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quizvraag

Welke nieuwe informatie neem jij mee naar huis?

Slide 14 - Open vraag