3.3 lezen

Hoofdstuk 3.3 lezen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3.3 lezen

Slide 1 - Tekstslide

Betoog

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een betoog?
In een betoog geeft de schrijver zijn mening en licht hij die toe met argumenten.

Doel van een betoog: De schrijver wil de lezer ervan overtuigen dat zijn mening juist is
Voorbeelden van een betoog: boekbespreking, filmrecensie, ingezonden brief naar een krant.

Slide 3 - Tekstslide

De vorm van een betoog:
  • Inleiding: de schrijver formuleert zijn mening
  • kern: hij geeft argumenten voor zijn mening
  • slot: hij trekt een conclusie of vat het belangrijkste samen

Slide 4 - Tekstslide

objectief of subjectief?

objectief = zonder mening of (voor)oordeel


subjectief = de schrijver geeft zijn mening over iets.

Komt het meest voor in een BETOOG.


Slide 5 - Tekstslide

Wat is een argument?
A
een bezwaar tegen iets
B
je mening een discussie
C
een uitleg van je mening

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een betogende tekst?
A
een nieuwsbericht
B
een ingezonden brief
C
een reclamefolder
D
een recept

Slide 7 - Quizvraag

Een betoog bestaat alleen uit subjectieve informatie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

In een betoog staat vooral
A
subjectieve informatie
B
objectieve informatie

Slide 9 - Quizvraag

Argumenten kunnen zowel objectief als subjectief zijn.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Aan de slag
maken opdracht 1  t/m 6  in de online methode
Hoofdstuk 3
paragraaf 3.3 (LEZEN)


Slide 11 - Tekstslide