3.4 Uitscheiding

timer
7:00
Bioboek blz 202
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

timer
7:00
Bioboek blz 202

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat vond jij leuk om te doen in de kerstvakantie?
Uitgebreid lekker eten
Vuurwerk afsteken
Met vrienden of familie zijn
Uitslapen
Sneeuwballen-gevecht
Naar de bergen gaan met elkaar
Kerstfilms kijken
Oliebollen eten
Spelletjes spelen

Slide 2 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Over hartjes die sneller beginnen te kloppen van leuke dingen...

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

- Nakijken (5 min)
- 3.1 t/m 3.3 herhalen (5 min)
- Uitleg Nieren (10 min)
- Plenda en ZW (10 min)
- Afronden (5 min)
PLANNING 


Deze les 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

- Nakijken (5 min)
- 3.1 t/m 3.3 herhalen (5 min)
- Uitleg Nieren (10 min)
- Plenda en ZW (10 min)
- Afronden (5 min)
PLANNING 


Deze les 
Komende lessen
- PO afronden (vrijdag)
- 3.5, 3.7, 3.8 (opvolgende lessen)
- Toets 3.1 t/m 3.8 (niet 3.6) (vr 24 jan)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloed bestaat uit bloedplasma (91% water, 7% plasma-eiwitten zoals fibrinogeen), rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes. Rode bloedcellen bevatten hemoglobine (voor het vervoer van zuurstof); witte bloedcellen bestrijden ziekteverwekkers; en bloedplaatjes zorgen voor bloedstolling. Het bloedplasma vervoert voedingsstoffen, afvalstoffen (zoals ureum) en warmte. Samen zorgt bloed voor het vervoer van stoffen die alle lichaamscellen nodig hebben om goed te kunnen werken.
Herhaling Bloed, de Bloedsomloop en het Hart (3.1 t/m 3.3)
Het bloedvatenstelsel bestaat uit slagaders, haarvaten en aders: 

- slagaders hebben dikke, elastische wanden en vervoeren bloed met hoge druk van het hart naar de organen;
- haarvaten hebben zeer dunne wanden die stoffen doorlaten; 
- en aders hebben dunne wanden en kleppen om bloed met lage druk terug naar het hart te voeren. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling Bloed, de Bloedsomloop en het Hart (3.1 t/m 3.3)
De kleine bloedsomloop voert bloed van het hart naar de longen om zuurstof op te nemen en koolstofdioxide af te geven, 

terwijl de grote bloedsomloop bloed met zuurstof en voedingsstoffen naar de organen brengt en afvalstoffen afvoert. 

De kleine en grote bloedsomloop vormen samen een dubbele bloedsomloop waarin het bloed twee keer door het hart stroomt.
Het hart is een holle spier, verdeeld in een linker- en rechterhelft, elk met een boezem en een kamer. Het bloed stroomt via boezems naar de kamers, waar het door kleppen de juiste richting op stroomt (de hartkleppen en de halvemaanvormige kleppen). 

De hartslag verloopt in drie fasen: 1) samentrekken van de boezems om bloed naar de kamers te pompen, 2) samentrekken van de kamers om bloed naar de longen (via de longslagaders) en het lichaam (via de aorta) te pompen, en 3) hartpauze, waarin het hart ontspant en zich vult met bloed.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maandag hartpracticum

Inhoud

Onderdelen van het hart
Practicumregels
Vragen digitaal maken, via:

2mh3:
https://forms.office.com/e/bf07W2gfkC

(kopieer en plak)

timer
15:00

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dus voedingsstoffen en zuurstof gaan het lichaam in en worden  naar alle cellen vervoert. 

Maar hoe gaan afvalstoffen weer uit het bloed?
En wat zijn die afvalstoffen?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
0:30
Welke organen halen afvalstoffen uit het bloed?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

3.4 Uitscheiding
Uitscheiding vindt plaats in speciale organen. Koolstofdioxide wordt door de longen uitgescheiden. De meeste andere afvalstoffen, zoals zouten of teveel water worden door de nieren uitgescheiden.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen





Leerdoelen: 
  • Delen van de nieren en urinewegen kunnen benoemen.
  • Benoemen van de functies van de nier- en urinewegen. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ligging

Slide 13 - Tekstslide

De nieren liggen in de buikholte links en rechts van de wervelkolom, vlak onder het middenrif. 

Door de nierslagaders stroomt zuurstofrijk bloed naar de nieren. Dit bloed bevat afvalstoffen van veel organen. De nieren halen deze afvalstoffen uit het bloed. Door de nieraders stroomt het gezuiverde bloed weg uit de nieren. 
De nieren zuiveren afvalstoffen uit bloed dat via de nierslagaders binnenkomt en sturen gezuiverd bloed weg via de nieraders.

Slide 14 - Tekstslide

De nieren liggen in de buikholte links en rechts van de wervelkolom, vlak onder het middenrif. 

Door de nierslagaders stroomt zuurstofrijk bloed naar de nieren. Dit bloed bevat afvalstoffen van veel organen. De nieren halen deze afvalstoffen uit het bloed. Door de nieraders stroomt het gezuiverde bloed weg uit de nieren. 
De nieren zuiveren afvalstoffen uit bloed dat via de nierslagaders binnenkomt en sturen gezuiverd bloed weg via de nieraders.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Kun je de onderdelen binnen 1 minuut uit je hoofd leren? 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbind de juiste namen bij de onderdelen van de nier.
Nierschors
Urineleider
Nierslagader
Nierbekken
Nierader
Niermerg

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Kun je de onderdelen binnen 1 minuut uit je hoofd leren? 
Extra: leer de volgorde van de weg van een afvalstof (bv een zout) uit het hoofd: 
nierslagader ⮕ nierschors ⮕ niermerg ⮕ nierbekken ⮕ urineleider urineblaas ⮕ urinebuis

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Extra: Wat is de juiste volgorde waarin urine wordt gevormd en afgevoerd?

timer
0:30
A
Nierschors → Niermerg → Nierbekken → Urineleiders → Urinebuis → Urineblaas
B
Nierschors → Niermerg → Nierbekken → Urineleiders → Urineblaas → Urinebuis
C
Niermerg → Nierschors → Nierbekken → Urineleiders → Urineblaas → Urinebuis
D
Nierbekken → Nierschors → Niermerg → Urineleiders → Urineblaas → Urinebuis

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Plenda en aan de slag (blz 209)
Vrijdag 10/1 
Bio opdr 3.4 (sv niet)

Vrijdag 24/1
Toets 3.1 t/m 3.8 (3.6 niet)
Laatste week is het herhaling van de stof
timer
7:00

Slide 23 - Tekstslide

Nog 3 lessen;
Nog een keer herhalen;
Toetsing
Aan de slag (blz 209)
Voor vrijdag 10/1 
Bio opdr 3.4 (sv niet)
timer
7:00

Slide 24 - Tekstslide

Nog 3 lessen;
Nog een keer herhalen;
Toetsing
Samenvattend, deze les
De nieren liggen in de buikholte en filteren afvalstoffen, overtollig water, zouten en schadelijke stoffen uit het bloed. Deze stoffen vormen samen urine, die via de nierbekkens naar de urineleiders stroomt en in de urineblaas wordt opgeslagen. 

Het gezuiverde bloed verlaat de nieren via de nieraders. Urine wordt uiteindelijk afgevoerd via de urinebuis. Een nier bestaat uit nierschors, niermerg en nierbekken, die samenwerken om het bloed te zuiveren.







Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De nierslagaders vervoeren zuurstofarm bloed naar de nieren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de nierschors en het niermerg worden afvalstoffen, overtollig water en zouten uit het bloed verwijderd.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De urine wordt rechtstreeks van het nierbekken naar de urinebuis afgevoerd.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies