Past simple & past continuous

What do you remember about the past simple?
(Denk aan de vorm, wanneer je het gebruikt, vraagzinnen en ontkennende zinnen)
1 / 15
volgende
Slide 1: Woordweb
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

What do you remember about the past simple?
(Denk aan de vorm, wanneer je het gebruikt, vraagzinnen en ontkennende zinnen)

Slide 1 - Woordweb

Past simple 
Gebruik: wanneer we het hebben over gebeurtenissen in het verleden die afgesloten zijn 

Vorm: werkwoord + ED 

Example: I walked to school yesterday.
LET OP: onregelmatige werkwoorden!! (tweede rijtje)

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Zet de volgende werkwoorden in de past simpel

sing, talk, work, have, play

Slide 4 - Open vraag

Lesson goals 
Today you will learn

- the past continuous
- how to use the past simple & past continuous together 

Slide 5 - Tekstslide

The past continuous 
De past continuous gaat over de verleden tijd.
Gebruik: wanneer iets bezig was op een precieze tijd in het verleden. 

Example: I was sleeping at 9 p.m. 

Slide 6 - Tekstslide

Hoe maak je een past continuous?
was/were + werkwoord + ing 

Examples:
I was walking.
They were playing.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wanneer gebruiken we ook alweer was en wanneer gebruiken we ook alweer were?
A
I, he,she,it --> was You, we, they --> were
B
I, you, he, she, it --> was We, they --> were
C
I, you, they --> was he, she,it,we --> were
D
We, they --> was I, you, he, she, it --> were

Slide 9 - Quizvraag

Gebruik de past continuous
1. I _________ (walk) on the street.
2. They _________ (sing) in a choir.
3. You _________ (watch) TV.
4. He _________ (play) football.

Slide 10 - Open vraag

Past simple & past continuous 
We gebruiken de past simple & de past continuous vaak in één zin. 
Past simple: een korte/afgeronde actie
Past continuous: iets wat op hetzelfde moment bezig was (een langere actie) 

I broke my leg when I was playing football. 

Slide 11 - Tekstslide

Belangrijk om te onthouden
Wanneer we een zin maken met zowel de past simple als de past continuous gebruiken we vaak when of while. 
  • When of while komen vóórdat we de past continuous gebruiken.

While/When I was playing football, I broke my leg. 
I broke my leg when/while I was playing football. 

Slide 12 - Tekstslide

Wat was al bezig in de volgende zin?

While I was sleeping, my sister came into my room.
A
I was sleeping
B
my sister came into my room
C
while

Slide 13 - Quizvraag

Wat was al bezig in de volgende zin?
The phone rang while I was watching TV.
A
The phone rang
B
while
C
I was watching TV

Slide 14 - Quizvraag

Practice 
Book, page 74

- Read the grammar box again
-Do: exercises 3, 5 & 6 

Slide 15 - Tekstslide