Schooltaalwoorden les 3
1 / 11
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Diverse
A
grotendeels
B
verschillende
C
hetzelfde
Slide 3 - Quizvraag
In geval van
A
nodig hebben
B
als er is
C
toepassen
Slide 4 - Quizvraag
Tevergeefs
A
vergeven
B
voor niets
Slide 5 - Quizvraag
Onderscheiden
A
scheiden
B
het verschil niet zien
C
het verschil zien
Slide 6 - Quizvraag
Enerzijds
A
is een zeilterm
B
aan de andere kant
C
aan de ene kant
Slide 7 - Quizvraag
Bevestigen
A
iets wat iemand zegt
B
zeggen dat het waar is
C
zeggen waar de moeilijkheden zitten
Slide 8 - Quizvraag
Standpunt
A
Mening
B
Feit
Slide 9 - Quizvraag
Ten koste van
A
is een nadeel voor
B
het kost veel
C
het kost weinig
