Lesweek 2 - Drank & Drugs

Lesweek 2 - Drank & Drugs




#Burgerschap
#TVENZ
#DRANKDRUGS
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapHBOStudiejaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lesweek 2 - Drank & Drugs




#Burgerschap
#TVENZ
#DRANKDRUGS

Slide 1 - Tekstslide

Welke drugs ken je?

Slide 2 - Woordweb

1. Welke stof zit er in een XTC-pil?
A
Cafeïne
B
Serotonine
C
MDMA
D
Speed

Slide 3 - Quizvraag

Toelichting
MDMA (3,4 methyleendioxymethamfetamine) is de werkzame stof in een XTC-pil. Veel mensen denken dat er soms speed in XTC-pillen zit, maar dit komt maar in minder dan 1% van de pillen voor. Ook cafeïne komt wel eens voor in XTC-pillen, maar dit is nooit het hoofdbestanddeel.

Slide 4 - Tekstslide

2. Een XTC-pil is oorspronkelijk een afslankpil
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Toelichting
XTC (MDMA) is ontdekt in de ontwikkeling naar een middel voor de bevordering van de bloedstolling. In de jaren ’70 werd het gebruikt bij behandeling van depressieve en neurotische patiënten. XTC remt weliswaar ook tijdelijk de eetlust, maar is zeker niet geschikt om te gebruiken als eetlustremmer of afslankmiddel

Slide 6 - Tekstslide

3. '' XTC is een verslavend middel ''
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Toelichting
XTC blijkt bij matig gebruik nauwelijks verslavend. Wel kan het zijn dat je uitgaan of feesten niet meer leuk vindt zonder XTC. Als je stopt met gebruiken van XTC heb je geen ontwenningsverschijnselen. Als je veel XTC gebruikt dan kun je wel verslaafd raken aan XTC, al komt het niet veel voor. 

bron: drugsenuitgaan.nl/test-je-kennis

Slide 8 - Tekstslide

4. In ritalin-pillen voor ADHD zit een bestandsdeel speed
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Toelichting
De werkzamestof in Ritalin in methylfenidaat. Dit is een stof die grenst aan amfetamine dit zit in speed. 

Slide 10 - Tekstslide

5. Speed is een 'hug-drug'
A
Niet waar
B
Waar

Slide 11 - Quizvraag

Toelichting
Van speed wordt je vooral erg actief. Het gebruik ervan leidt er niet toe dat de gebruiker alles lief vindt zoals bij bijvoorbeeld het gebruik van MDMA. Het hyperactieve gevoel kan wel overslaan in geïrriteerdheid en/of in een agressief gevoel.

Slide 12 - Tekstslide

6. In de Tweede Wereldoorlog werd speed aan soldaten gegeven om hun prestaties te verhogen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Toelichting
Dit klopt! In onder andere de WOII kregen soldaten speed om langer fit en alert te blijven. Het grote nadeel van speed is echter wel dat wanneer het was uitgewerkt de soldaten vaak weer een paar dagen nodig hadden om te herstellen.

Slide 14 - Tekstslide

7. Hoelang duurt voordat het lichaam een glas alcohol heeft afgebroken?
A
30 minuten
B
1 uur
C
1,5 uur
D
2 uur

Slide 15 - Quizvraag

Toelichting
Een glas alcohol bevat ongeveer 12 ml (=10 gram) alcohol. Je lever breekt de alcohol af. Dat gaat met een snelheid van 7 gram per uur. De lever doet er dus 1,5 uur over om één glas af te breken. De lever kan niet harder werken. De afbraak kan niet sneller.

Slide 16 - Tekstslide

8. In GHB wordt gemaakt van een schoonmaakmiddel en gootsteenontstopper?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Toelichting
GHB wordt gemaakt van het schoonmaakmiddel GBL (gamma-butyrolacton) en van gootsteenontstopper (natronloog of kaliumloog). GHB als drug wordt illegaal geproduceerd. De schoonmaakmiddelen en gootsteen ontstopper zijn gemakkelijk (via internet) te verkrijgen.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Verslavingen
Naast dat het natuurlijk heel verleidelijk klinkt om keer drugs te gebruiken, kan het tot structureel gebruik ook heel verslavend raken maar je kunt niet alleen verslaafd raken aan drugs. 

Slide 20 - Tekstslide

Waar kun je allemaal verslaafd aan raken?

Slide 21 - Woordweb

Verslavingen
- Seks
- Porno
- Alcohol
- Drugs
- Gok
- Medicijn
- Game
- Telefoon

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht: Je wordt er drugs van!
– Wat zijn drugs?
– Wat is de geschiedenis van drugs?
– Waarom gebruiken mensen drugs?
– Welke risico’s hebben drugs?
– Als je drugs vergelijkt, welke is dan de gevaarlijkste?
– Welke ziekten kun je oplopen door gebruik van drugs?
– Hoeveel mensen overlijden aan drugs?

Slide 23 - Tekstslide