LL H7 10 vwo

LL H7  vwo
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

LL H7  vwo

Slide 1 - Tekstslide

Ruilen tussen generaties
Weet je nog?
De werkende generatie betaalt sociale premies.
Daarmee wordt de AOW bekostigd (=omslagstelsel)

Ook: jongeren volgen onderwijs.
Daarvoor betaalt de werkende generatie belasting.

Slide 2 - Tekstslide

Ruilen tussen generaties



19e eeuw vs. 21e eeuw:
Hoe ziet een dag eruit van?
Hoe wordt er gezorgd voor?
Wie werken mee?
Hoe groot zijn families?

volgende filmpje: sketch 19e eeuw
Jongeren
Werkenden
Ouderen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Sociale zekerheid: 19e eeuw
Zieken zijn aangewezen op zorg van familie, verzekeringen zijn er nog weinig en zijn onbetaalbaar. Wie geen familie heeft is afhankelijk van liefdadigheid, georganiseerd door de kerk. Arbeiders hebben geen rechten. Alleen kinderen uit rijke families kunnen onderwijs volgen. Kinderen uit arme families moeten werken.

Arbeidersbeweging en socialistische partijen dwingen werkgevers en de overheid tot maatregelen:
Verbeteren van arbeidsomstandigheden en bestaanszekerheid.


Slide 5 - Tekstslide

Sociale zekerheid: nu
De overheid zorgt voor sociale zekerheid. Dat noem je een verzorgingsstaat. Daarmee heeft de overheid een deel van de rol van families overgenomen (bijv. ouderenzorg ipv mantelzorg). Een verzorgingsstaat is een samenleving waarin de overheid iedereen een aanvaardbaar bestaansminimum garandeert.

De overheid bereikt sociale doelen door in te grijpen in inkomensverdeling en arbeidsomstandigheden. In de verzorgingsstaat dragen werkenden geld af in de vorm van belastingen en sociale premies. De overheid geeft dit geld uit aan sociale uitkeringen (bijv. AOW) en voorzieningen zoals (gratis) onderwijs. Op die manier worden de inkomens door de overheid herverdeeld.

Slide 6 - Tekstslide

Vul het schema in
Termen:
AKW (Algemene Kinderbijslagwet)
ANW (Algemene Nabestaandenwet)
AOW (Algemene Ouderdomswet)
Belastingen
iedereen
mensen in loondienst
Participatiewet
Premies
sociale verzekeringen
sociale voorzieningen
volksverzekeringen
WAJONG (Wet Werk en Arbeidsondersteuning Jonggehandicapten)
werknemersverzekeringen
WIA (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen)
Wlz (Wet langdurige zorg)
WW (Werkloosheidswet)
ZW (Ziektewet)

Slide 7 - Tekstslide

Hoe dit stelsel betalen?
i/a-ratio!

Slide 8 - Tekstslide

De i/a-ratio geeft de verhouding weer tussen het aantal uitkeringsgerechtigden (inactieven) en de werkenden (actieven) die de uitkering moeten betalen .
Sociale uitkeringen worden betaald uit belastingen en premies.
Zijn er voldoende betalers ten opzichte van het aantal uitkeringsgerechtigden?
  • actieven: mensen die belastingen en premies betalen
  • inactieven: mensen die uitkeringsgerechtigd zijn (bijv. AOW, WW, Anw, ZW, WIA etc.)

i/a-ratio = 

let op: volledige banen en volledige uitkeringen gebruiken!
Een i/a-ratio van 0,4 betekent dat elke werkende 0,4 (40%) van één uitkering moet betalen.
Een i/a-ratio van 1,5 betekent dat elke werkende 1,5 uitkering moet betalen.

actieveninactieven100

Slide 9 - Tekstslide

Zelf aan de slag
7.3 - 7.4 - 7.6
7.7 t/m 7.10

Filmpje

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Overdrachten tussen generaties

Slide 12 - Tekstslide

Netto profijt van de overheid
Het netto profijt is het verschil tussen:
  • het gebruik van overheidsvoorzieningen en uitkeringen enerzijds;
  • de betalingen aan de overheid (belastingen en premies) anderzijds;

(jongeren en ouderen hebben doorgaans een netto profijt, werkenden hebben vaak een negatief netto profijt)

Slide 13 - Tekstslide

Vergrijzing




Dit probleem van een stijgende i/a-ratio speelt vooral bij de AOW-uitkering, waar door vergrijzing in de nabije toekomst de verhouding tussen actieven en inactieven uiterst problematisch wordt.
Als men dit probleem vooraf ziet aankomen is het verstandig om een soort spaarpot te creëren, zodat op het moment dat de i/a-ratio erg onvoordelig is een deel van de benodigde gelden uit het spaarpotje kunnen komen en niet hoeven te worden betaald door de werkenden. Op die manier kan dan een deel van de uitkering gefinancierd worden via het kapitaaldekkingsstelsel.



Slide 14 - Tekstslide

Herverdeling : ontwikkeling inkomen en consumptie gedurende de levensloop

Slide 15 - Tekstslide

Zelf aan de slag
7.7 + 7.8 + 7.10

+ zelf uitzoeken: 
verschil tussen profijtbeginsel en draagkrachtbeginsel

filmpje

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Grijze en groene druk
Ouderen en jongeren worden voor een belangrijk deel onderhouden door de werkende generatie.

Als de verhouding tussen werkenden en niet-werkenden scheefgroeit, kunnen problemen ontstaan.

0 - 20 jaar: 'groen'
20 - 65 jaar: werkenden
65 en ouder: 'grijs'

Slide 19 - Tekstslide