MU Les 5.6

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Mentoruur les 5.6

Slide 2 - Tekstslide

Aan welke opdrachten ben
je al begonnen?

Slide 3 - Open vraag

Lesplanning
- Kennismakingspel
- Mededelingen 
- Het kwalificatiedossier (KD)
- Beroepshoudingenlijst
- Interactievaardighedenlijst
- Afsluiting 


Slide 4 - Tekstslide

Kennismakingsspel
NIcci

Slide 5 - Tekstslide

Mededelingen
- NOT in 24 januari 2023
- Inleveren opdrachten

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Een onderwijsassistent werkt alleen in het basisonderwijs.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 8 - Quizvraag

Een onderwijsassistent assisteert de docent door leerlingen individueel of in kleine groepen te begeleiden.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 9 - Quizvraag

Een onderwijsassistent heeft GEEN zelfstandige verantwoordelijkheid binnen het onderwijsproces.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 10 - Quizvraag

Beroepsbeschrijving
De onderwijsassistent werkt in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs, speciaal onderwijs of in de volwasseneneducatie met en rond leerlingen/studenten. Zij assisteert de leraar/docent, leraren of het (multidisciplinaire) team door individuele leerlingen/studenten of (kleine) groepen te begeleiden bij leeractiviteiten. Zij werkt samen met de leraar/docent/het lerarenteam, maar ook met andere betrokkenen binnen en buiten de organisatie, zoals ondersteunende medewerkers of externe deskundigen. Zij heeft geen zelfstandige verantwoordelijkheid binnen het onderwijsproces (het lesgeven).

Slide 11 - Tekstslide

vervolg
 Ook kan zij werkzaam zijn bij een integraal kindcentrum of een brede school, waar opvang en onderwijs worden gecombineerd. Het voorbereiden, afronden en evalueren van leeractiviteiten behoort ook tot haar taak. De onderwijsassistent heeft een belangrijke rol in de taalontwikkeling van leerlingen/studenten. In het basisonderwijs en in het speciaal onderwijs heeft zij vooral een verzorgend-pedagogische en didactische rol. In het voortgezet- en beroepsonderwijs kan ze ook te maken krijgen met technisch-instrumentele werkzaamheden. Ze staat boven de lesstof.

Slide 12 - Tekstslide

Wat beschrijft het KD
volgens jou?

Slide 13 - Woordweb

Heb jij het KD van jouw opleiding wel eens ingezien en ken je de inhoud?
A
ja
B
nee
C
Ik zou mij hier meer in moeten verdiepen.
D
KD? Wat is dat?

Slide 14 - Quizvraag

Kwalificatiedossiers
Kwalificatiedossiers beschrijven de eisen waaraan een student moet voldoen om zijn/haar diploma te behalen. Elk dossier bevat één of meer kwalificaties en iedere kwalificatie leidt tot een diploma.
 

Hoe beter de diploma-eisen aansluiten op de wensen van het bedrijfsleven, hoe groter de kans op een baan voor een beginnende beroepsbeoefenaar en hoe beter bedrijven hun vacatures kunnen vervullen.

Slide 15 - Tekstslide

Opbouw kwalificatiedossier
- Basisdeel: Het basisdeel bevat de onderdelen Nederlands, Engels, rekenen, loopbaan en burgerschap.
- Profieldelen: Het profieldeel beschrijft de specifieke onderdelen.
- Keuzedelen: Met keuzedelen kan de student zijn/haar vakmanschap verbreden of verdiepen. Ze beslaan in totaal 15% van de opleidingstijd. De studielast bedraagt 240 klokuren of een veelvoud daarvan (480/720). De student doet voor ieder keuzevak examen.

Slide 16 - Tekstslide

Website SBB
- Zoek het kwalificatiedossier van Onderwijsassistent (gewijzigd 2021!)

- Lees wat het KD vraagt voor jouw opleiding in het basis- en profieldeel.

- Beantwoord de volgende vragen:
    - Wat is de volledige naam en het crebonummer van jouw opleiding?
    - Welk werkprocessen vind jij het belangrijkste voor jouw beroep en leg uit         waarom.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

naam en
crebonummer

Slide 19 - Woordweb

Kerntaken en werkprocessen
Begeleiden van kinderen bij hun ontwikkeling
• Bereidt de uitvoering van activiteiten voor
• Creëert een verantwoorde en stimulerende speel-/leeromgeving
• Evalueert haar eigen werkzaamheden
• Inventariseert behoeften en wensen van het kind
• Volgt en stimuleert de ontwikkeling en leren van het kind
• Werkt samen met andere betrokkenen in de omgeving van het kind
• Zorgt voor een veilig pedagogisch klimaat

Slide 20 - Tekstslide

Werken aan kwaliteit en deskundigheid
• Werkt aan de eigen professionele ontwikkeling
• Werkt aan het bewaken en bevorderen van kwaliteitszorg

Slide 21 - Tekstslide

Uitvoeren van leeractiviteiten in overleg met de leraar
• Bereidt de uitvoering van leeractiviteiten voor
• Biedt (specifieke) ontwikkelingsgerichte leeractiviteiten aan
• Biedt ondersteuning gericht op zelfredzaamheid
• Levert een bijdrage aan het ontwikkelen van een plan voor de begeleiding
• Voert leeractiviteiten uit
• Voert praktische werkzaamheden uit

Slide 22 - Tekstslide

Uitvoeren van taken rondom de lessen
• Houdt toezicht en begeleidt buiten de lessen
• Organiseert (mede) organisatiebrede activiteiten

Slide 23 - Tekstslide

Welke twee werkprocessen vind jij het belangrijkste voor jouw beroep en leg uit waarom.

Slide 24 - Open vraag

Heb je nu meer zicht op het nut van het kwalificatiedossier?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Energizer
Welke kleur hoort er niet bij en waarom?

Slide 26 - Tekstslide

Wat wordt er volgens jou verstaan
onder beroepshouding?

Slide 27 - Woordweb

Beroepshouding

Onder beroepshouding wordt verstaan, de houding waarover je dient te beschikken om het beroep goed uit te kunnen oefenen, bijvoorbeeld hoe om te gaan met kinderen, jongeren en ouders, maar ook het contact hebben met collega’s en de manier waarop taken uitgevoerd moeten worden.

Slide 28 - Tekstslide

Beroepshoudingsaspectenlijst
- blz. 17/18 BPV-werkboek
- wordt 1x per periode ingevuld
- P5 & P7 oefenen
- P6 & P8 officiële stagebeoordeling 
- in P5 voor 4 november inleveren via foto in Teams > niet in ELO!



Slide 29 - Tekstslide

vervolg
- Er wordt gewerkt aan de tien aspecten van de beroepshouding.
- Je werkt gedurende de stageperiode aan dagelijkse werkzaamheden in en rond de klas > zelf initiatief nemen tot werkzaamheden.
- Je kiest steeds één of twee beroepshoudingsaspecten uit om mee te oefenen tijdens de  werkzaamheden.
- Je houdt de praktijkfunctionaris op de hoogte van de te beoefenen aspecten.
- Je reflecteert en evalueert hier op tijdens de begeleidingsgesprekken 
- Elk criterium is voldoende als het gedrag dat hierbij hoort meerdere keren en/of in meerdere situaties is gezien. 

Slide 30 - Tekstslide

Opdracht
- In tweetallen de beroepshoudingsaspectenlijst bekijken

- Per aspect bespreek je samen wat jullie hieronder verstaan

- Hierna worden de aspecten klassikaal besproken 

Slide 31 - Tekstslide

Eventuele antwoorden
- groen > de andere kleuren zijn primair
- rood > signaalkleur
- blauw > geen paprika's in die kleur
- geel > in het Engels enige kleur met meer lettergrepen
- blauw > kleur niet in stoplicht
- rood > geel en blauw worden samen groen
- blauw > geen blaadjes in die kleur
- rood > geel van zon, blauw van lucht, groen van gras
- blauw > kleur zit niet in Boliviaanse vlag 

Slide 32 - Tekstslide

Wat wordt er volgens jou verstaan
onder interactievaardigheden?

Slide 33 - Woordweb

Interactievaardigheden
 
Onder interactievaardigheden worden vaardigheden verstaan die een onderwijsassistent minimaal moet beheersen om optimaal met kinderen te kunnen communiceren.  

Slide 34 - Tekstslide

Interactievaardighedenlijst
- blz. 19/20 BPV-werkboek
- wordt 1x per periode ingevuld
- P5 & P7 oefenen
- P6 & P8 officiële stagebeoordeling 
- in P5 voor 4 november inleveren via foto in Teams > niet in ELO!



Slide 35 - Tekstslide

vervolg
- Er wordt gewerkt aan de zes aspecten van de interactievaardigheden.
- Je werkt gedurende de stageperiode aan dagelijkse werkzaamheden in en rond de klas > zelf initiatief nemen tot werkzaamheden.
- Je kiest steeds één of twee interactievaardigheden uit om mee te oefenen tijdens de  werkzaamheden.
- Je houdt de praktijkfunctionaris op de hoogte van de te beoefenen aspecten.
- Je reflecteert en evalueert hier op tijdens de begeleidingsgesprekken 
- Elk criterium is voldoende als het gedrag dat hierbij hoort meerdere keren en/of in meerdere situaties is gezien. 

Slide 36 - Tekstslide

Opdracht
- In tweetallen de interactievaardighedenlijst bekijken

- Per aspect bespreek je samen wat jullie hieronder verstaan

- Hierna worden de aspecten klassikaal besproken 

Slide 37 - Tekstslide

Aan het werk thuis.....
- BPV: Beroepshoudingsaspectenlijst > deadline 4 november

- BPV: Interactievaardighedenlijst > deadline 4 november

- LOB: Keuze-opdracht > deadline 4 november

- Intervisie: Verslag bijwerken > deadline 4 november

Slide 38 - Tekstslide

Wie ik even wil spreken?

Britt
Kyra
Neva

Slide 39 - Tekstslide