chap 5 vwo 2 grammaire I en G

Bienvenue dans la classe française!
Le programme d'aujourd'hui:

Herhalen grammaire  chapitre 5   Onderdeel I  en  G 


1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bienvenue dans la classe française!
Le programme d'aujourd'hui:

Herhalen grammaire  chapitre 5   Onderdeel I  en  G 


Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Als  het goed is weet je dit: 
plus ... que / qu'                ... (er) dan     Il est plus grand que moi
moins .... que / qu'   minder .... dan   Elle est moins grande que toi
aussi ... que / qu'       even ... als     Elles sont aussi grandes que toi

Slide 3 - Tekstslide

Vul in (groter dan / ( grand) )
Mes frères sont .......... mon père

Slide 4 - Open vraag

vul in (minder groot / grand)
La chambre est ....... ma chambre

Slide 5 - Open vraag

vul in (even klein als / petit)
Elle est .... ma soeur.

Slide 6 - Open vraag



Vul in (hoger / haut)
La Tour Eiffel est .... que la tour Montparnasse.

Slide 7 - Open vraag

Vertaal het woord tussen haakjes in het Frans

(minder moeilijk dan / difficile)Le français est ...l'anglais.

Slide 8 - Open vraag

Vertaal het woord tussen haakjes in het Frans

(mooier dan / belle) La voiture est ... le vélo.

Slide 9 - Open vraag

Vertaal het woord tussen haakjes in het Frans

(groter / grand) La chanteuse est ..... le chanteur.

Slide 10 - Open vraag

Vertaal het woord tussen haakjes in het Frans

(even mooi als / joli) Les garçons sont ....... les filles.

Slide 11 - Open vraag

Vertaal het woord tussen haakjes in het Frans

(de beste) C'est .... danseuse de la classe.

Slide 12 - Open vraag

Bron G: verbes -re
  • zorg dat je ook de betekenis weet van de ww uit bron G en dat je dus ook de vertaling weet F-N en N-F !

Slide 13 - Tekstslide

Bloc G -> verbes en -re
De regelmatige ww die eindigen op -re (attendre, vendre, rendre, perdre, entendre, répondre) worden op dezelfde manier
vervoegd.
Stam + uitgang.
Je rends
tu rends
il rend
nous rendons
vous rendez
ils rendent
Je attends
Tu attends
il attend
nous attendons
vous attendez
ils attendent

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Vervoeg: Nous ____ (wachten, présent)

Slide 16 - Open vraag

Vervoeg: Ils _____ (verliezen, passé composé)

Slide 17 - Open vraag

Vervoeg: Ils _____ (verliezen, présent)

Slide 18 - Open vraag

rendre
A
antwoorden
B
wachten
C
horen
D
teruggeven

Slide 19 - Quizvraag

perdre
A
verkopen
B
verliezen
C
horen
D
teruggeven

Slide 20 - Quizvraag

Regelmatige werkwoorden 
op -re
Je
Tu
Il
Nous
Vous
Ils
s
s
-
ONS
EZ
ENT

Slide 21 - Sleepvraag

maintenant:
continuez   faire  en ligne   chapitre 6   B   Lire 
Hoofdstukopening en  A  écouter  OOK  indien nodig 
Wil je nog iets vragen over de  oefenstof ,  dat kan altijd. 

Slide 22 - Tekstslide