Pak je boek en maak begin alvast met de begrippenlijst (blz. 141)
Plannig:
Veel theorie en opdrachten
Praktijkopdracht: Ramen schoonmaken
Computeropdracht
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4
In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 2 schoonmaak en onderhoud
Startopdracht:
Pak je boek en maak begin alvast met de begrippenlijst (blz. 141)
Plannig:
Veel theorie en opdrachten
Praktijkopdracht: Ramen schoonmaken
Computeropdracht
Slide 1 - Tekstslide
Vorige keer
Begonnen in hoofdstuk 2, schoonmaak en onderhoud.
Hoe je moet schoonmaken;
Hoe vaak je moet schoonmaken;
Vuil;
Planning;
Etiketten;
Milieu bewust werken;
Ergonomisch werken;
Slide 2 - Tekstslide
2.8 schoonmaak middelen
Te verdelen in:
Reinigingsmiddelen: Hiermee verwijder je zichtbaar vuil. Bijvoorbeeld met allesreiniger. Je kunt deze gebruiken voor alle oppervlakten en materialen.
Desinfecteermiddelen: Hiermee verwijder je het onzichtbare vuil. Desinfecteermiddelen doden micro-organismen. Desinfecteren heeft alleen zin als je eerst hebt schoongemaakt. Een voorbeeld is chloor.
Slide 3 - Tekstslide
2.8 schoonmaak middelen
Let bij het gebruik van schoonmaakmiddelen op:
Lees het etiket.
Volg de gebruiksaanwijzing en de voorzorgsmaatregelen.
Doe altijd de dop op de fles. Ook tijdens het gebruik.
Plaats en bewaar schoonmaakmiddelen buiten het bereik van kinderen.
Zorg voor een juiste dosering. Gebruik niet te veel.
Slide 4 - Tekstslide
2.8 schoonmaak middelen
Water
In water zit een klein beetje kalk, de hoeveelheid kalk wordt uitgedrukt in hardheid.
Hard water bevat meer kalk. De hoeveelheid kalk verschilt per regio.
Bij verhitting wordt kalk hard. Daarom moeten in sommige regio’s koffiezetapparaten en kranen vaker ontkalkt worden.
Ontkalken is het verwijderen van kalkaanslag op bijvoorbeeld een verwarmingselement.
Slide 5 - Tekstslide
2.9 etiketten
Schoonmaakmiddelen kunnen gevaarlijke stoffen bevatten. De gevaren van een schoonmaakmiddel worden middels een pictogram (afbeelding die snel iets duidelijk maakt) weergegeven. Enkele symbolen zijn:
Ontvlambaar
Giftig
Ontplofbaar
Milieugevaarlijk
Gasfles
Schadelijk/irriterend
Oxiderend
Bijtend
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Wat kan gevaarlijk zijn aan schoonmaken?
A
Biologische schoonmaakmiddelen gebruiken
B
schoonmaakmiddelen met elkaar mengen
C
Werken zonder handschoenen
D
Schoonmaakmiddelen zonder kindersluiting
Slide 8 - Quizvraag
Hiernaast zien we het gevarensymbool van...
A
Bijtend
B
Giftig
C
Explosief
D
Mileu gevaarlijk
Slide 9 - Quizvraag
Hiernaast zien we het gevarensymbool van...
A
Giftig
B
Bijtend
C
Ontplofbaar
D
Licht ontvlambaar
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de betekenis van dit gevarensymbool?
A
explosief
B
schadelijk
C
Giftig
D
milieugevaarlijk
Slide 11 - Quizvraag
Hiernaast zien we het gevarensymbool van...
A
Bijtend
B
Giftig
C
Oxiderend
D
Irriterend
Slide 12 - Quizvraag
Hiernaast zien we het gevarensymbool van...
A
Bijtend
B
Giftig
C
Mileu gevaarlijk
D
Irriterend
Slide 13 - Quizvraag
2.10 het milieu
Schoonmaakmiddelen zijn vaak slecht voor het milieu. Het is belangrijk om hier rekening mee te houden.
Gebruik de juiste dosering.
Gebruik niet te veel (warm) water.
Vermijd oplosmiddelen en chloorbleekmiddel
(chloor is erg schadelijk voor milieu).
Slide 14 - Tekstslide
2.10 het milieu
Ossengalzeep is een milieuvriendelijk middel om vlekken te verwijderen.
Soda is een soort zout dat chloor kan vervangen. Het reinigt, ontvet en ontsmet.
Groene zeep bestaat uit natuurlijke stoffen. Groene zeep kan dagelijks gebruikt worden bij het schoonmaken van de keuken of het toilet. Het is een goede ontvetter en ontsmetter.
Natuurazijn of schoonmaakazijn werkt ontkalkend. Het kan daarnaast gebruikt worden bij het wassen van de ramen.