Helden: les 2

Ga zitten volgens plattegrond

Pak je boek

Je gaat 10 minuten stil lezen 

Helden: les 2

In deze les

Herhalen vorige week

Verwachtingen tijdens de les

Lesdoelen

Aan de slag

Verwachtingen tijdens de les

Je bent stil tijdens de uitleg

Je hebt een actieve werkhouding

Je doet mee met de les

Helden

Zakelijke email

Interview

Voorbeeld voor anderen

Formele aanspreekvorm

Open en gesloten vragen

Duidelijk doel

Onderwerp regel

Kracht en moed

Afsluitende groet

Groei mindset

Verslag van een vraaggesprek

Lesdoelen

Je kunt vertellen wat een held is

Je kunt uitleggen wat een personage denkt, doet en voelt

Je kunt verbanden leggen tussen fictie en werkelijkheid

Aan de slag

• Maak je opdracht 1 van §1: Soorten helden, bladzijde 74
• Maak opdracht 1 t/m 4: basis
• Maak opdracht 1 t/m 3: kader
• Maak de opdrachten in je online boek

Een held is een.....

1. Iemand die knap is en veel spierballen heeft
2. Iemand die kan vliegen
3. Is slim en een voorbeeld voor anderen
4. Iemand die een vaste mindset heeft

Uit het gedicht 'Op de wc'
Hoe voelt de persoon zich als hij/zij op de wc zit?

Uit het gedicht 'Op de wc'
Hoe zou de persoon over zichzelf denken als hij/zij echt de held zou zijn?

Fictie

Non-fictie

Verhalen die verzonnen zijn

Verhaal gebaseerd op feiten

Bedoeld om te informeren

Bedoeld om te vermaken

Nieuwsartikel, biografie

Roman, sprookje, stripverhaal