Paragraaf 1.2 - Hoe wordt je beïnvloed?

• Economie
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 3

Paragraaf 1.2 - Hoe word je beïnvloed?

Planning

• Bespreken opdrachten paragraaf 1.1
• Uitleg paragraaf 1.2
• Maken opdrachten paragraaf 1.2

• Er is maar één iemand tegelijkertijd aan het woord
• Heb je een vraag of wil je iets zeggen? Steek je hand/vinger   op!

Opdrachten bespreken

Paragraaf 1.1

• Opdracht 3
• Opdracht 7
• Opdracht 9
• Opdracht 14 

Leerdoelen

Aan het einde van deze les:

• Weet je hoe bedrijven proberen je meer te laten kopen
• Weet je welke verschillende soorten reclame je kunt   onderscheiden
• Weet je dat bedrijven zich bij de verkoop op bepaalde   groepen richten
• Weet je hoe je een percentage kunt berekenen

Sociale beïnvloeding

• Koopgedrag
• Mensen in je omgeving
• Familie en vrienden

Commerciële beïnvloeding

• Fabrikanten en winkeliers
• Overhalen om iets te kopen

• Marketing

Marketingmix (6 p's)

• Productbeleid
• Prijsbeleid
• Plaatsbeleid
• Promotiebeleid
• Personeelsbeleid
• Presentatiebeleid

Een bedrijf besluit zich te vestigen in Utrecht vanwege de centrale ligging in Nederland.
Welk beleid wordt hier gehanteerd?

Productbeleid

Prijsbeleid

Plaatsbeleid

Promotiebeleid

Personeelsbeleid

Presentatiebeleid

Bij het uitzoeken van nieuwe bedrijfskleding, kiest een bedrijf ervoor om personeel, driedelig pak aan te doen.
Welk beleid wordt hier gehanteerd?

Productbeleid

Prijsbeleid

Plaatsbeleid

Promotiebeleid

Personeelsbeleid

Presentatiebeleid

Een reisbureau besluit om de advertentie op de radio te verplaatsen naar de nationale televisie.
Welk beleid wordt hier gehanteerd?

Productbeleid

Prijsbeleid

Plaatsbeleid

Promotiebeleid

Personeelsbeleid

Presentatiebeleid

Commerciële reclame

Reclame door bedrijven en winkeliers
Meer producten verkopen (geld verdienen)

• Informatieve reclame
   Informatie geven over eigenschappen en prijs van product
• Merkreclame
   Merknaam beter laten onthouden
• Ideële reclame -> nadenken over maatschappelijke
   thema's en gedrag veranderen (overheid)

Doelgroep

Voor wie is een product of boodschap bedoeld?
Jongeren zijn belangrijke doelgroep voor bedrijven;

• Veel geld vrij te besteden
• Invloed hebben op wat er thuis gekocht wordt
• Eenmaal klant, blijven in de toekomst vaak ook klant

Productbeleid

• A-merken
   Algemeen bekend merk en straalt kwaliteit uit
• B-merken
   Minder bekend en goedkoper dan A-merk
   Kwaliteit hoeft niet minder te zijn!
• Huismerken
   Wordt alleen in eigen winkels verkocht

Percentage berekenen

• Manier 1
   percentage = gevraagd aantal : totaal x 100

• Manier 2: verhoudingstabel

Aantal of €	...	1	...
%	100	...	?

Percentage berekenen

Je hebt een nieuwe smartphone gekocht die
normaal €500,- kost, maar je hebt er €375,- voor betaald

in de uitverkoop. Hoeveel procent korting heb je

gekregen?

• Manier 1
   500 - 375 = €125
   125 : 500 x 100 = 25% korting

Percentage berekenen

Je hebt een nieuwe smartphone gekocht die
normaal €500,- kost, maar je hebt er €375,- voor betaald

in de uitverkoop. Hoeveel procent korting heb je

gekregen?

• Manier 2: Verhoudingstabel

€	500	1	125
%	100		25

Oefenopgave

Een fiets kostte oorspronkelijk €300,-, maar je hebt
deze gekocht voor €240,- tijdens een aanbieding.
Hoeveel procent korting heb je gekregen?

• Manier 1
   60 : 300 x 100 = 20%

Oefenopgave

Een fiets kostte oorspronkelijk €300,-, maar je hebt
deze gekocht voor €240,- tijdens een aanbieding.
Hoeveel procent korting heb je gekregen?

• Manier 1
   60 : 240 x 100 = 20%

• Manier 2

€	300	1	60
%	100		20

Aan de slag!

• Maken opdrachten paragraaf 1.2
• Huiswerk voor volgende les

• Heb je een vraag? Steek je hand/vinger op! 
• Mag samenwerken met degene naast je
• We ruimen pas op als de bel is gegaan of als je   toestemming hebt van de docent

Volgende les

• Opdrachten paragraaf 1.2 bespreken
• Uitleg paragraaf 1.3 + opdrachten maken