In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Vandaag
Afronden paragraaf 2.4 -> Het Lötschental
Volgende week oefentoets
Slide 1 - Tekstslide
Het lötschental
Het Lötschental is een gebied met veel hoogteverschillen (= reliëf) en aan het einde een gletsjer.
Gletsjer: Enorme ijsmassa die
langzaam naar beneden schuift.
Slide 2 - Tekstslide
Zet de hoogtegordels op de juiste plaats in de tekening.
loofboomgordel
naaldboomgordel
alpenweiden
rotsgordel
eeuwige sneeuw
Slide 3 - Sleepvraag
Hoogteligging
Regel
Hoe hoger hoe kouder
Als je 1000 meter stijgt wordt het 6 graden Celsius kouder.
Uitleg
Pas wanneer zonnestralen op het aardoppervlak vallen geven ze hun warmte af. Het aardoppervlak wordt daardoor warm en geeft nu zelf warmte af. De dampkring wordt op die manier van onderaf verwarmd.
Hoogteligging en temperatuur
Slide 4 - Tekstslide
Hoogtegordels
Hoogtegordel = Plantengroeizone op een berg
Slide 5 - Tekstslide
Hooggebergte
Een berg hoger dan 1500 meter
de meeste bergen in de Alpen zijn hooggebergte
Nederland kent geen hooggebergte
Slide 6 - Tekstslide
Reliëf
hoogteverschillen in het landschap
wordt aangegeven met verschillende kleuren
Slide 7 - Tekstslide
Reliëf
Groen : Laagland 0 – 200 m
Geel : Heuvelland 200 – 500 m
Lichtbruin : Middelgebergte 500 – 1500 meter
Donkerbruin : Hooggebergte vanaf 1500 meter
Slide 8 - Tekstslide
Wat doen toeristen die naar de Alpen op vakantie gaan?
Slide 9 - Woordweb
Gletsjer
een dikke ijsmassa die onstaat als sneeuw bovenop een berg niet smelt