H5 Water

WATER
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

WATER

Slide 1 - Tekstslide

De waterkringloop
Het water in de zee is vloeibaar.
Door de warmte van de zon verdampt het en wordt waterdamp (gas)
1
Als in hogere luchtlagen de temperatuur daalt condenseert het water weer (vloeibaar). Er ontstaan druppels die als ze zwaar genoeg zijn naar beneden vallen (regen)
2
Als het nog kouder wordt kan de waterdamp zelfs overgaan in de vaste vorm. Het gaat sneeuwen.
3
Sneeuw zal uiteindelijk weer ontdooien (smelten) en met het regenwater via beekjes en rivieren terugstromen naar de zee.
4

Slide 2 - Tekstslide

Winning van drinkwater
Drinkwater is in Nederland voldoende beschikbaar. De twee belangrijkste bronnen voor de winning van drinkwater zijn:
* Oppervlaktewater
* Grondwater       

Slide 3 - Tekstslide

Oppervlaktewater is:
A
Water dat aan de oppervlakte drijft
B
Water dat op het oppervlak van bv. de straat ligt
C
Water van meren , rivieren en zeeën
D
Lengte X breedte van bv. een meer

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Video

Welke fase? Sleep naar het juiste vak
Vast

Vloeibaar
Gas
rijp
sneeuw
waterdamp
mist
grondwater
gletsjer
wolk
oppervlaktewater
hagel

Slide 6 - Sleepvraag

Een glaasje water.
Welke fase is dit van water?
A
Vloeibaar
B
Gas
C
Vast

Slide 7 - Quizvraag

Welke 3 fases van water zijn er?

Slide 8 - Open vraag

Lava is vloeibaar. Het wordt vast als het de aarde bereikt. Hoe heet dit proces?
A
Bevriezen
B
Stollen

Slide 9 - Quizvraag

Faseovergang

Slide 10 - Tekstslide

Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren

Slide 11 - Quizvraag

De smelttemperatuur is hetzelfde als de
A
stollingstemperatuur
B
verdampings-temperatuur
C
condensatie-temperatuur

Slide 12 - Quizvraag


A
Smelten
B
Verdampen
C
Condenseren
D
Stollen

Slide 13 - Quizvraag

Faseovergang

Slide 14 - Tekstslide

Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren

Slide 15 - Quizvraag

hoe heet de faseovergang van gasfase naar de vloeibare fase?
A
stollen
B
rijpen
C
condenseren
D
sublimeren

Slide 16 - Quizvraag

Faseovergang

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Faseovergangen

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

hoeveel graden is het op de thermometer?
A
0 graden
B
2 graden
C
-2 graden
D
-7 graden

Slide 21 - Quizvraag

Wat is het meetbereik van thermometer a
A
a= -20 tot 120 graden celsius
B
a= 20 tot -120 graden celsius
C
a= 20 tot 120 graden celsius
D
a= 120 graden celsius

Slide 22 - Quizvraag

Bij welk punt wordt ijs vloeibaar?
A

Slide 23 - Quizvraag