Stappenplan rekenen met omtrek en oppervlakte
1. Bedenk wat je moet uitrekenen.
- Bepaal of je de omtrek of de oppervlakte van een figuur moet uitrekenen.
- Bepaal van welk soort figuur je de omtrek of oppervlakte moet uitrekenen.
- Bepaal of je het antwoord in een eenheid (bijvoorbeeld m2 of km2) moet geven of als een hoeveelheid (bijvoorbeeld een aantal tegels of een bedrag).
- Bedenk of het handig is om een tekening te maken bij de gegevens.