Het eenkindbeleid in China wordt in 1979 ingevoerd om overbevolking tegen te gaan. In die tijd worden in China zo'n 25 miljoen kinderen per jaar geboren, een
geboorteoverschot van 2,9 procent.
De Volksrepubliek vreest dat het zonder geboortebeperking ernstig in de problemen komt, vooral economisch. Het land heeft al twee keer met een hongersnood te kampen gehad en wil herhaling voorkomen.
De eenkindpolitiek leidt tot diverse problemen: er komt een overschot aan jongens wat leidt tot verschillende sociale problemen; boeren op het platteland hebben te weinig kinderen om het land te bewerken; het aantal jongeren neemt af waardoor vergrijzing toeneemt, etc.